ECLI:NL:RBLIM:2018:3546

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 april 2018
Publicatiedatum
13 april 2018
Zaaknummer
AWB - 17 _ 3893
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering door de gemeente Heerlen

In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in Heerlen, een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (Pw) voor de kosten van bewindvoering. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen afgewezen, omdat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij op het opgegeven adres woonde. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft op 15 maart 2018 de zaak behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 3 maart 2017 algemene bijstand had aangevraagd, maar dat deze aanvraag was afgewezen omdat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. Pas met ingang van 14 april 2017 is eiseres algemene bijstand toegekend. De aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering, die betrekking had op de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017, werd eveneens afgewezen omdat eiseres ten tijde van de aanvraag geen domicilie in Heerlen had.

De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de bijzondere bijstand terecht is, omdat er op het moment van de kosten geen recht op algemene bijstand bestond. De rechtbank concludeert dat verweerder voldoende onderzoek heeft gedaan en dat de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand gerechtvaardigd is. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 17 april 2018.

Uitspraak

RECHTBANK limburg

Zittingsplaats Maastricht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 17/3893

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 april 2018 in de zaak tussen

[eiseres] , te Heerlen , eiseres

(gemachtigde: mr. F.E.L. Teerling),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen, verweerder

(gemachtigde: W. Buttolo).

Procesverloop

Bij besluit van 12 april 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (Pw) voor de kosten van bewindvoering afgewezen.
Bij besluit van 9 oktober 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 maart 2018. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft deze zaak gevoegd behandeld met de zaak met het nummer AWB 17/3894.
Na sluiting van het onderzoek heeft de rechtbank de zaken gesplitst en afzonderlijk uitspraak gedaan.

Overwegingen

1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste feiten als vaststaand aan.
2. Op 3 maart 2017 heeft eiseres algemene bijstand aangevraagd. Bij besluit van
9 oktober 2017 heeft verweerder de aanvraag afgewezen omdat het recht niet is vast te stellen. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij woont op de [adres] te Heerlen. Eiseres heeft geen domicilie in Heerlen. Met ingang van 14 april 2017 heeft verweerder eiseres wel algemene bijstand op grond van de Pw toegekend.
Op 9 februari 2017 heeft Bewindvoerder Doorwerk namens eiseres een aanvraag gedaan voor bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering voor de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017. Verweerder heeft deze aanvraag afgewezen omdat eiseres ten tijde van de aanvraag geen domicilie in Heerlen had. Met ingang van april 2017 is wel bijzondere bijstand in de kosten van bewindvoering toegekend.
3. Eiseres bestrijdt dat zij niet woont op het opgegeven adres. Zij staat in de basisregistratie personen (BRP) ingeschreven op dit adres. De onderzoeksbevindingen van de gemeente bieden onvoldoende grondslag voor de conclusie dat eiseres ten tijde van de aanvraag geen woonplaats had in de gemeente Heerlen. Eiseres is van mening dat verweerder onvoldoende onderzoek heeft gedaan.
4. De rechtbank overweegt als volgt.
5. De rechtbank stelt vast dat verweerder de bijzondere bijstand voor de maandelijkse kosten van bewindvoering terecht heeft afgewezen. Op het moment van opkomen van deze kosten bestond er geen recht op algemene bijstand. Immers in het besluit van 17 april 2017 heeft verweerder de aanvraag om algemene bijstand afgewezen omdat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij woonde op het opgegeven adres. Reeds om deze reden heeft verweerder de aanvraag om bijzondere bijstand terecht afgewezen.
6. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.E.A. Willemsen, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Haddoumi, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 april 2018.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: 17 april 2018

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.