Uitspraak
RECHTBANK Limburg
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juni 2018 in de zaak tussen
[naam] te Siebengewald, verzoeker
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2018.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft verzoeker op 28 februari 2018 een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen om handhavend op te treden tegen bouwwerkzaamheden die zonder de vereiste omgevingsvergunning worden uitgevoerd. Na het indienen van een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op dit verzoek, heeft het college op 22 maart 2018 besloten de bouwwerkzaamheden stil te leggen. Verzoeker trok vervolgens het beroep in en verzocht om een proceskostenvergoeding op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op dit verzoek, maar verweerder heeft hierop niet gereageerd.
De rechtbank overweegt dat op basis van artikel 8:54 van de Awb het onderzoek kan worden gesloten als voortzetting niet nodig is. De rechtbank heeft besloten om uitspraak te doen zonder verdere zitting. De veroordeling in proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. De rechtbank stelt vast dat de connexiteit tussen het ingetrokken beroep en het verzoek om proceskostenvergoeding niet aanwezig is, omdat verzoeker het beroep heeft ingesteld terwijl de termijn voor het indienen van het beroep nog niet was verstreken. Dit leidt tot de conclusie dat het verzoek om proceskostenvergoeding niet-ontvankelijk is.
De rechtbank verklaart het verzoek om proceskostenvergoeding niet-ontvankelijk, en deze uitspraak is gedaan door mr. J.M.E. Kessels op 8 juni 2018. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden ingesteld.