Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
de benadeelde partij mevrouw [slachtoffer 1] , vergezeld van haar echtgenoot en de heer [naam medewerker slachtofferhulp 1] van Slachtofferhulp Nederland;
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en/of de maatregel
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
maatregel van Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen voorwaardelijk, met een
proeftijd van twee (2) jaren;
- stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en,
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde
Bureau Jeugdzorg Limburg,te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zijn medewerking verleent aan een
- zich dient te houden aan een zeer intensief behandel- en begeleidingstraject vanuit
- zich houdt aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering, waarvan het eerste deel van de begeleiding bestaat uit
heft ophet
geschorste bevel tot voorlopige hechtenismet ingang van heden;
wijst toede vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 4], tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte, die evenals zijn mededader(s),
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door zijn mededader(s) is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van 1.500,00 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 10 december 2017 tot de dag der algehele voldoening, subsidiair
- bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van 1.500,00 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 10 december 2017 tot de dag der algehele voldoening ten behoeve van voornoemd slachtoffer daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;
wijst toede vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 5], tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte, die evenals zijn mededader(s),
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door zijn mededader(s) is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van 405,20 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 10 december 2017 tot de dag der algehele voldoening, subsidiair
- bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van 405,20 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 10 december 2017 tot de dag der algehele voldoening ten behoeve van voornoemd slachtoffer daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;
[slachtoffer 5] niet-ontvankelijkin de vordering ten aanzien van
de gevorderde immateriële schade;
wijst toede vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1], tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte, die evenals zijn mededader(s),
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door zijn mededader(s) is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van 812,99 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 11 december 2017 tot de dag der algehele voldoening, subsidiair
- bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van 812,99 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 11 december 2017 tot de dag der algehele voldoening ten behoeve van voornoemd slachtoffer daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;
wijst toede vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2], tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte, die evenals zijn mededader(s),
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door zijn mededader(s) is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van 1.785,00 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 21 december 2017 tot de dag der algehele voldoening, subsidiair
- bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van 1.785,00 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 21 december 2017 tot de dag der algehele voldoening ten behoeve van voornoemd slachtoffer daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;
wijst toede vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 3], tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte, die evenals zijn mededader(s),
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door zijn mededader(s) is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van 2.224,48 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 21 december 2017 tot de dag der algehele voldoening, subsidiair
- bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van 2.224,48 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 21 december 2017 tot de dag der algehele voldoening ten behoeve van voornoemd slachtoffer daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;