Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
- Er is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Betrokkene functioneert op licht verstandelijk beperkt niveau. Daarnaast is sprake van een stoornis in het gebruik van alcohol.
- Ook ten tijde van het tenlastegelegde was er sprake van een functioneren op licht verstandelijk beperkt niveau en een stoornis in het alcoholgebruik.
- De stoornis in het gebruik van alcohol beïnvloedde betrokkenes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde.
- De beperkte sociale vaardigheden en de beperkte mogelijkheden om problemen te overzien, op te lossen en spanningen te reguleren werkten alcoholgebruik in de hand hetgeen faciliterend is geweest bij de totstandkoming van het tenlastegelegde. Betrokkene is echter op de hoogte van het ontremmende effect van alcohol op zijn gedrag. Hij heeft gehandeld vanuit eigen behoeftebevrediging en is voorbij gegaan aan de rechten en behoeften van zijn dochter. Hij heeft tussen de bezoeken van zijn dochter door tijd gehad om tot inkeer te komen, maar is zijn gedrag voor zichzelf blijven goedpraten en is ermee doorgegaan ondanks zijn besef van het wederrechtelijke van zijn handelen.
- Het risico op recidive wordt ingeschat als laag. De belangrijkste risicofactoren liggen in de beperkte probleemoplossingsvaardigheden en de neiging om ontspanning te zoeken in alcoholgebruik.
- Rapporteurs bevelen een systeemgerichte behandeling voor plegers van seksuele delicten binnen het gezin aan, zoals een CLAS behandeling. Bij voorkeur wordt het voorheen gestarte traject weer opgepakt. Daarnaast wordt verwijzing naar de verslavingsreclassering geadviseerd om een leefstijltraining te volgen gericht op het omgaan met alcohol, het monitoren van alcoholgebruik en het vinden van andere bronnen van ontspanning. Daarnaast is het van belang dat betrokkene hulp krijgt bij het op orde krijgen van zijn financiën om op die manier stress te verlagen.
- Behandeling kan plaatsvinden binnen het kader van de bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijke straf.
6.De straf en/of de maatregel
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt de verdachte voor het subsidiaire feit tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd:
- zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit of
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of
- geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] , wonende te [woonplaats 2] , gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen € 5.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 15 juli 2016 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer] , van € 5.000,-, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 60 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 15 juli 2016 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen.