ECLI:NL:RBLIM:2018:645

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 januari 2018
Publicatiedatum
23 januari 2018
Zaaknummer
03/659249-17
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige kamer van de Rechtbank Limburg oordeelt over seksueel misbruik van minderjarigen door verdachte

Op 23 januari 2018 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel misbruik van twee minderjarige meisjes, aangeduid als [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De verdachte, geboren te [geboortegegevens verdachte] en wonende te [adresgegevens verdachte], werd beschuldigd van meermalen verkrachting en ontuchtige handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn slachtoffers jarenlang heeft misbruikt, waarbij hij gebruik maakte van zijn positie als stalhouder en hen bedreigde met zelfmoord en het slachten van hun lievelingspaarden. De feiten vonden plaats tussen 2009 en 2016, waarbij de slachtoffers op dat moment de leeftijd van twaalf tot zestien jaar hadden.

Tijdens de zitting op 9 januari 2018 zijn de verklaringen van de slachtoffers en getuigen besproken, evenals de verdediging van de verdachte. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als authentiek en betrouwbaar beoordeeld, mede door de consistentie in hun verhalen en de bevestiging van de verklaringen door andere bewijsmiddelen. De verdachte heeft zich op zijn zwijgrecht beroepen en heeft de beschuldigingen ontkend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de bewezenverklaarde feiten voldoende zijn onderbouwd.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en heeft de vorderingen van de benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], tot schadevergoeding toegewezen. De rechtbank heeft de impact van het seksueel misbruik op de slachtoffers zwaar meegewogen in haar beslissing, evenals de langdurige gevolgen die deze ervaringen voor hen hebben gehad. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers, waarbij de bedragen zijn vastgesteld op respectievelijk € 10.732,59 voor [slachtoffer 1] en € 8.506,74 voor [slachtoffer 2].

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats [plaatsnaam 2]
Strafrecht
Parketnummer: 03/659249-17
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 januari 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] ,
thans gedetineerd in P.I. HvB Grave (Unit A + B) te Grave.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.W. Heemskerk, advocaat kantoorhoudende te [plaatsnaam 2] .

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 9 januari 2018. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1 primair: [slachtoffer 1] meermalen heeft verkracht, subsidiair: meermalen met
[slachtoffer 1] die de leeftijd van 12 maar nog niet die van 16 jaar had bereikt, ontucht heeft gepleegd;
Feit 2: [slachtoffer 1] meermalen heeft verkracht
Feit 3 primair: meermalen [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, subsidiair: meermalen met [slachtoffer 1] die de leeftijd van 12 maar nog niet die van 16 jaar had bereikt, ontucht heeft gepleegd
Feit 4: [slachtoffer 2] meermalen heeft verkracht;
Feit 5 primair: meermalen [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, subsidiair: de destijds minderjarige [slachtoffer 2] heeft bewogen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de onder 1 primair, 2, 3 primair, ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen op grond van de aangifte van [slachtoffer 1] , de Whatsapp berichten, de verklaring van de getuige [getuige] , en dezelfde modus operandi als bij medeslachtoffer [slachtoffer 2] en de verklaring van verdachte.
De officier van justitie acht de onder 4 en onder 5 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen op grond van de aangifte van [slachtoffer 2] en dezelfde modus operandi als bij medeslachtoffer [slachtoffer 1] en de verklaring van verdachte.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft voor de feiten 1 primair en subsidiair, 2, 3 primair, 4 en 5 primair en subsidiair geconcludeerd tot (partiele) vrijspraak. Ten aanzien van feit 3 subsidiair heeft de verdediging zich voor wat betreft de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierna vermelde bewijsmiddelen in onderling samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
Ten aanzien van de feiten 1 primair, 2 en 3 primair:
Een proces-verbaal van aangifte [2] , inhoudende de aangifte van [slachtoffer 1] . Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, het volgende in.
Ik wil aangifte doen van seksueel misbruik tegen [verdachte] , wonende aan de [adres verdachte] . [verdachte] is van [geboortedatum verdachte] . Ik was 12 jaar oud en heb toen gevraagd of ik mee mocht en met verzorging helpen van zijn paarden. [verdachte] had drie Haflingers. De namen van de Haflingers waren [paard 1] , [paard 2] en een hengstveulen genaamd [paard 3] . Ik ken [verdachte] sinds begin 2012. Ik weet dat omdat ik in april of mei de eerste rit mee mocht rijden. In het begin van het jaar 2012 was er nog een ander meisje, [slachtoffer 2] . [slachtoffer 2] is uit het niets bij [verdachte] weggegaan. Ik ben vanaf de eerste rit, april/mei 2012 in Montfort de Haflingers van [verdachte] gaan verzorgen. Dat hield in dat op zaterdag de pony’s werden gewassen en de koets en tuig werden geladen. Op zondag gingen we naar de inspanplaats van de rit. Als we terug kwamen maakte we de koets en het tuig schoon en verzorgden we de paarden en zetten ze weer terug in de wei. Eind 2013 of begin 2014 ben ik ook door de week de paarden gaan verzorgen.
De eerste keer dat er iets gebeurde was in augustus 2012. [paard 2] werd in de enkelspan ingespannen voor een rit. Halverwege de rit op een zandpad bij de Asseltse plassen begon hij mij aan mij te zitten. Hij begon over mijn been te wrijven en mij te kussen. Ik was alleen met [verdachte] .
De laatste keer is tussen februari 2016 en juni 2016 geweest. Dat was in de loods bij van [naam loods] , de zuurkoolloods. De rechtbank begrijpt - gezien de schets van aangeefster op pagina 89 - de loods op het adres [adres 1] te [plaatsnaam 2] . In de loods was een grote deur. Die maakte hij altijd dicht. Er was ook nog een gewone deur en die maakte hij ook dicht. Je komt dan niet meer weg. Ik wist na vier jaar wat er van mij verwacht werd. Ik moest naar een gangetje . Hij duwde mij met mijn rug tegen de muur aan. Hij deed dat zodat ik tegen de muur en hem in stond. Hij deed mijn broek los en omlaag. Hij deed zijn eigen broek en onderbroek uit. Hij duwde zich eerst tegen mij aan. Ik moest met mijn hand over zijn geslachtsdeel gaan . Ik moest over zijn geslachtsdeel wrijven tot dat hij een zaadlozing kreeg. Ondertussen deed hij mij tongzoenen. Hij deed de hele tijd tongzoenen.
Iedere keer als ik de trailer met hem ging terugzetten was hetzelfde. Dat hij met mij naar die gang ging. Hij zijn broek uit deed en mijn broek. Ook stopte hij zijn vinger in mijn vagina. Het was iedere keer hetzelfde. Het was standaard wat er gebeurde in die loods. Het gebeurde 1 keer in de 2 weken zeker, we hadden vaste ritten. In de zomer was het iedere week of zelfs twee keer in de week. Door de weeks was het op woensdag en op vrijdag. Het is in de zomer van 2015 begonnen. Hij deed altijd mijn broek open. Ik vertikte het om zijn broek uit te doen dus dat heeft hij ook altijd zelf gedaan. Ik moest van hem zijn geslachtsdeel op en neer wrijven. Ik moest hem aftrekken. Hij ging met 1 vinger in mijn geslachtsdeel. Dit gebeurde 1 keer in de 2 weken en in de zomer zelf 1 tot 2 keer in de week.
In de zomer van 2014 tot en met juni 2016 gebeurde dit ook in de loods van [naam loods 2] . De rechtbank begrijpt - gezien de schets van aangeefster op pagina 89 - de loods van [naam loods 2] aan de [adres 2] te [plaatsnaam 2] . Door de week was het niet bij [naam loods 2] omdat er dan mensen werkten in de loods. Eerst gebeurde het tussen mij en [verdachte] alleen op zaterdag en later gebeurde het ook op zaterdag en zondag.
De ergste keer was in 2014 of 2015 in [plaatsnaam 1] . De rechtbank begrijpt gezien de nadere aanduiding en de door aangeefster overhandigde schets op pagina 91, de woning “ [naam 1] ” te [plaatsnaam 1] , gemeente Leudal. Hij werkte bij [naam 2] . Nadat [verdachte] de sleutel had opgehaald bij [naam 2] reed hij naar een huis waarachter een loods stond. De man van huis woonde daar niet meer. [verdachte] gebruikte als excuus dat we naar de trekpaarden van de man ging kijken samen met die man. De man is die dag nooit geweest. De ingang van het huis heeft [verdachte] met een sleutel geopend. Toen we binnen waren in het huis heeft [verdachte] de deur ook weer dichtgemaakt met de sleutel. De sleutel deed hij in zijn jaszak
Ik moest op de bank gaan zitten, hij duwde mij om. Hij maakte mijn broek los, deed mijn onderbroek en broek omlaag. Hij lag met zijn broek en onderbroek op de knieën boven op mij. Hij begon met kussen, een tongzoen. Hij duwde met zijn geslachtsdeel tegen mijn geslachtsdeel aan. Hij hield dat even vol en toen pakte hij mijn hand en moest ik weer hetzelfde doen bij zijn geslachtsdeel. Ik moest weer op en neer tot hij een zaadlozing kreeg. Dat maakte heel veel impact op mij. Het maakte meer indruk op mij omdat we daar echt alleen waren en [verdachte] niet zo gespannen was. [verdachte] noemde die locatie het [naam 1] .
De standaard seksuele handelingen waren het kussen. Dat hij met zijn vingers in mijn vagina ging en dat ik hem moest aftrekken tot hij een zaadlozing kreeg. Wat ik ook erg vond was dat als wij tijdens een uitgezette rit op de koets zaten hij onder het schootskleed met zijn rechter hand over mijn linker bovenbeen ging terwijl zijn vrouw achter in de koets zat. Dit is een keer of vier à vijf gebeurd. De seksuele handelingen hebben allemaal op verschillende plaatsen plaatsgevonden, te weten: in het huis op het [naam 1] , de [adres 1] , de loods van [naam loods] , de [adres 2] , de loods van [naam loods 2] en over de koets en de [adres 3] , het huisadres van [verdachte] , Aenray aan de rand van het bos, de rechtbank begrijpt - mede gelet op de door aangeefster overhandigde schets op pagina 94 - de locatie [naam 4] - [naam 4] te [plaatsnaam 2] , en in de auto.
In de container en in de hooistal bij het huis van [verdachte] is hetzelfde gebeurd als in de loods. In het huis is het ook gebeurd. In de container heeft hij mij getongzoend. Hij is met zijn vingers in mijn vagina geweest. Ik moest hem aftrekken totdat hij klaarkwam. Dit gebeurde op woensdag en vrijdag omdat zijn vrouw op woensdag werkte en op vrijdag naar de kinderen ging. Het tijdstip verschilde. Dat was afhankelijk van het schoolrooster, altijd ’s morgens of ’s middags. Op vrijdag was het altijd rond 15.00 uur of 15.30 uur. Dit was begin 2013. Ik weet dat nog omdat hij mij met Nieuwjaar voor de eerste keer kuste op mijn mond, hij probeerde mij de eerste keer te tongzoenen.. Dit heeft geduurd tot eind 2015. Vanaf begin 2016 kregen we steeds vaker ruzie.
In de hooistal is precies hetzelfde gebeurd als in de container. Eerst het tongzoenen, hij ging met zijn vingers in mijn vagina en ik moest hem aftrekken. Dit is gebeurd in dezelfde periode als de container en de koets. De seksuele handelingen in de container of in de hooischuur vonden iedere week plaats. Van maart tot oktober, toen waren de ritten. In de winter was het minder.
In het huis van [verdachte] heeft hij mij getongzoend, heeft hij met zijn vingers in mijn vagina gezeten en heb ik hem moeten aftrekken. In het huis gebeurde het twee keer in de maand. De rest gebeurde in de container en in de hooistal en in de loodsen.
Onderweg naar een manege zijn we in [naam 4] naar een donkere parkeerplaats gereden aan de rand van het bos. [verdachte] pakte daar mijn hand vast en bracht die naar zijn geslachtsdeel. [verdachte] deed mij ook tongzoenen. Dat deed hij altijd. Dit gebeurde in de periode van oktober tot februari van 2015 en 2016 op de donderdagvond. We gingen dan kijken naar het paardrijden van [verdachte] Verstegen, de vriend van [verdachte] , en dan gebeurde dit ook. We gingen een keer in de twee weken kijken. [verdachte] had in de auto en in de vrachtwagen een doos met papieren doekjes liggen. Daarmee ruimde hij zijn sperma op dat in zijn onderbroek zat. Ik moest hem aftrekken in zijn onderbroek. [verdachte] ging alle keren met 1 vinger in mijn vagina.
[verdachte] had me met [paard 2] . Daarmee bedoel ik dat dat hij zo vaak heeft gezegd “als je dit niet doet of als je dat zegt, dan breng ik [paard 2] naar de slacht”. Daarmee bedoel ik dat als ik zou zeggen wat hij deed op seksueel gebied of als ik het niet meer wilde doen, de dingen op seksueel gebied, hij [paard 2] naar de slacht zou brengen. Zo had hij mij iedere keer. Ik was 12 à 13 jaar, op school werd ik gepest. De pony was zo blij als ik er was. Die was afhankelijk van mij. De pony was het enige wat ik had.
Via de Whatsapp hadden [verdachte] en ik contact met elkaar. [verdachte] stopte pas als ik wat terug stuurde. Hij zei overdag al vaak dat als ik ’s avonds niet zou reageren, ik de volgende dag niet met de ritten hoefde te gaan. Ik had veel over voor die ritten.
Ik ben [bijnaam slachtoffer 1] op de berichten. De berichten zijn van periode april/mei 2016. De screenshots die ik aan de politie heb gegeven zijn afkomstig van mijn I-phone. Als eerste heb ik het verteld aan [getuige 1] , dat is geweest eind 2015 of begin 2016. Ik heb aan [getuige 1] verteld wat er speelde en dat [verdachte] dingen deed die niet hoorde. Dat [verdachte] met zijn vingers aan mij zat. Ik heb aan [getuige 1] via Whatsapp de schermafdrukken gestuurd van berichten die [verdachte] mij gestuurd had. Nadat ik uit woede alle berichten en foto’s van [verdachte] verwijderd had van mijn telefoon heb ik [getuige 1] gevraagd de screenshots via de mail terug te sturen, wat hij heeft gedaan. Deze screenshot heb ik vervolgens aan de politie gegeven. Ik heb alleen aan [slachtoffer 2] verteld wat er echt gebeurd is op seksueel gebied.
Wat ik nooit zal vergeten is dat [verdachte] dreigde met het plegen van zelfmoord. Hij zei dat als ik het zou vertellen, hij voor de trein zou springen. Dit dreigement maakte veel indruk op mij. Hij heeft daar misbruik van gemaakt.
Als bijlage 9 bij voormelde aangifte zijn 9 kopieën van screenshots gevoegd [3] van WhatsApp berichten afkomstig van verdachte en gericht aan aangeefster [slachtoffer 1] . Bedoelde screenshot houden het volgende in:
In het originele vonnis zitten 9 pagina’s met 9 kopieën van screenshots afkomstig uit de telefoon van [slachtoffer 1] .
De getuige [getuige 1] heeft ook een verklaring afgelegd [4] . Hij verklaart, zakelijk weergegeven, het volgende.
Ik heb in 2015 3 à 4 maanden een relatie gehad met [slachtoffer 1] . [verdachte] had [slachtoffer 1] in zijn macht en daarom had ze besloten niet meer verder met mij te gaan. Dit weet ik pas sinds augustus/september 2016. [slachtoffer 1] heeft me dat toen verteld. Ik kreeg in augustus/september 2016 opnieuw een relatie met [slachtoffer 1] . Die is eind juni 2017 gestopt. [slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan van verkrachting gepleegd door [verdachte] . Zij heeft dat tegen mij gezegd. Ze legde me toen uit waarom ze eerder onze relatie verbroken had. Toen ze 12 a 13 jaar oud was had [verdachte] haar 1 keer op de mond gekust. [verdachte] had tegen haar gezegd dat hij iets voor haar wilde terug doen omdat zij zoveel voor hem deed. Zij verzorgde namelijk zijn paarden 24/7.
[slachtoffer 1] heeft mij verteld dat [verdachte] haar dwong om seks te hebben ook meerdere malen na een rit. Na een rit zijn ze naar een huis toe gereden. Dat huis was van een vriend van [verdachte] . De rechtbank begrijpt de woning [naam 1] te [plaatsnaam 1] , gemeente Leudal. Hij had daar een sleutel van. Het huis stond leeg. Ze zijn naar binnen gegaan. [verdachte] heeft de deur op slot gedaan. [slachtoffer 1] vroeg om de sleutel, maar die kreeg ze niet. Er is een grote ruzie geweest om de sleutel. [verdachte] duwde haar op de bank en toen hebben ze seks gehad onder dwang van [verdachte] . Hij heeft haar gedwongen door dreigementen die hij zou doen naar haar toe of andere mensen die zij lief had of paarden en pony’s. Hij dreigde met woorden. Hij zei dat hij de pony’s zou verkopen of slachten die zij verzorgde, [verdachte] zich voor de trein zou gooien als de seks niet meer zou plaats vinden.
Op 1 november 2016 deed [verdachte] met zijn paard [paard 4] lopen en [slachtoffer 1] zou [paard 4] zijn. [slachtoffer 1] vertelde mij dat zij [paard 4] was geweest. [verdachte] heeft haar weggebracht. Ze hebben toen het vrachtautootje naar een loods gebracht in Leeuwen. [verdachte] heeft daarna de deuren van de loods op slot gedaan. De enige deur die open kon was de garagedeur die elektrische omhoog ging. Ze zei dat ze via die deur weg is gerend naar huis. In tweede instantie vertelde ze dat [verdachte] haar weer naar binnen had getrokken en zij weer seks hebben gehad. Ze heeft gezegd dat de seks onder dwang had plaatsgevonden, dat [verdachte] haar vast had gehouden zodat zij nergens heen kon. Zij wilde geen seks hebben met hem. Alles wat met seks te maken had, kwam vanuit [verdachte] . Ze zei dat hij haar seksueel had misbruikt. Ze zei dat het meerdere malen per week is gebeurd. Het misbruik heeft plaatsgevonden in de loods, een keer in het huis bij die vriend, een paar keer thuis bij [verdachte] als zijn vrouw weg was, dat was meerdere malen. De rechtbank begrijpt de woning van verdachte aan de [adres verdachte] . Het door [verdachte] gepleegde seksueel misbruik heeft plaats gevonden vanaf haar 12e tot haar 16/17e.
[slachtoffer 1] heeft tegen mij verteld dat wanneer ze samen op de bok zaten, hij met zijn handen onder het schootskleed ging en haar broek probeerde los te maken. [slachtoffer 1] wilde het liefste niet bij [verdachte] zijn. Ik zag dat ze [verdachte] soms wegduwde.
[slachtoffer 1] heeft een aantal Whatsapp berichten aan mij doorgestuurd. Ik heb deze bewaard. Dit zijn de gesprekken die ik weer aan [slachtoffer 1] heb teruggestuurd voor haar aangifte. [slachtoffer 1] heeft tegen mij gezegd dat [slachtoffer 2] ook hetzelfde heeft meegemaakt.
Een proces-verbaal van aangifte [5] , inhoudende de aangifte van [slachtoffer 2] . Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, het volgende in.
Ik wil aangifte doen van seksueel misbruik tegen [verdachte] . Ik ben in 2009 bij [verdachte] gekomen en heb hem gevraagd of ik zijn paarden mocht verzorgen. Dat waren twee Haflingers [paard 1] en [paard 2] . [paard 2] was drachtig van [paard 3] . Vanwege de paarden kwam ik dagelijks bij [verdachte] over de vloer. Toen ik [verdachte] leerde kennen adoreerde ik hem want ik was dankbaar dat ik de paarden mocht verzorgen. Ik zou alles voor de paarden doen. Ik vond hem een opa figuur. Ik werd daar opgevangen in het gezin. Ik werd op school gepest en bij [verdachte] en zijn gezin mocht ik gewoon zijn wie ik was.
In april 2009 ben ik de paarden gaan verzorgen. Ik was toen 15 jaar oud. [slachtoffer 1] heeft de paarden na mij verzorgd. In april 2012 hebben we elkaar gekruist. Nadat [verdachte] mij eruit heeft gezet met [paard 3] is [slachtoffer 1] gebleven.
Het zoenen is begonnen eind 2009. Dat was toen [paard 3] bij de [naam garage] stond nabij de buurtschap [naam 5] in de gemeente [plaatsnaam 2] . Het meeste is gebeurd in 2010 en 2011. Tot 4 juni 2011 daarna ben ik het gaan afhouden. Mijn broer was toen overleden en ik wilde niet dat mijn broer van boven mee keek. Na 4 juni 20111 is er nog wel wat voorgevallen op seksueel gebied.
In het najaar van 2009 heeft het seksueel misbruik de eerste keer plaatsgevonden. [paard 3] stond toen bij de [naam garage] . Het begon met zoenen en aanraken. Dat gebeurde dan tegen de muur van een schuurtje. Op enig moment stond ik met de rug tegen de muur. [verdachte] begon mij te betasten. Hij ging met zijn handen over mijn lijf en over mijn borsten. Daarna ook onder mijn trui. Dan ging hij onder mijn trui over mijn topje over mijn borsten, buik en rug. Ondertussen deed hij mij zoenen op mijn mond. Het stopte ineens. De andere keren als hij in mijn broek zat en dat ik aan zijn penis moest zitten, stopte het nadat hij klaarkwam.
De laatste keer was na het overlijden van mijn broer op 4 juni 2011 en voor kerst 2011.
De laatste keer was met tongzoenen en aanrakingen. Met aanrakingen bedoel ik dat [verdachte] onder mijn trui ging en mijn borsten aanraakte. Hij raakte ook mijn vagina aan over mijn broek. De ergste keer dat [verdachte] mij seksueel misbruikt heeft was in de loods na het wegbrengen van het vrachtwagentje. Nadat de vrachtwagen de loods binnen was gereden stapte [verdachte] uit de vrachtwagen en wachtte ik bij de grote elektrische poort. [verdachte] trok mij naar zich toe en begon me te zoenen en mijn bovenlijf aan te raken. Hij raakte mijn buik en rug aan. Hij ging over mijn billen strelen en over mijn vagina aan de buiten zijde van mijn broek. Hij maakte mijn speldje los van mijn broek. Hij begon mij over mijn vagina over mijn onderbroek te strelen. Hij streelde over mijn vagina, over mijn schaamlippen. Hij is in mijn onderbroek gegaan en streelde over mijn vagina en tussen mijn schaamlippen. Hij trok mijn broek en onderbroek omlaag tot aan mijn knieën. Dit omdat hij er niet goed bij kon. Hij ging met zijn vingers bij mij naar binnen, in mijn vagina. Ondertussen pakte hij mijn hand en bracht hij mijn hand naar zijn broek, naar zijn penis. Ik voelde dat zijn penis hard was. Ik moest bij hem zijn riem, knoop en rits losmaken. Ik moest met mijn hand in zijn broek en over zijn onderbroek aan zijn penis en ballen zitten. Ik moest aftrek bewegingen maken. Zijn ballen moet ik vasthouden. Hij stuurde mijn hand daarin. Ik voelde dat de onderbroek nat werd en dat hij klaar kwam. Hij ging met een a twee vingers in en uit mijn vagina. Het stopte als hij klaarkwam. Het gebeurde zo vaak dat ik voortaan wist wat ik moest doen als hij mijn hand naar zijn penis bracht. Uiteindelijk was het zo dat ik wist wat ik moest doen, dan was ik er het snelste van af. Ik vond deze keer echt de ergste keer. Ik had angst, angst om betrapt te worden, het idee dat het aan mij zou liggen, dat ik het uitgelokt zou hebben. Ik schaamde me enorm. Ik dacht dat het aan mij lag. Toen ik het hoorde van [slachtoffer 1] wist ik dat het niet aan mij lag maar aan hem. Gedurende de gehele periode heeft [verdachte] de volgende seksuele handelingen bij mij gedaan. Het begon met zoenen en aanrakingen over mijn hele lijf. Daarna ging hij tongzoenen. Hij ging na het aanraken onder mijn trui, onder mijn topje en onder mijn BH. Hij heeft mijn bovenkleding helemaal omhoog gedaan totdat mijn borsten bloot waren. Hij deed mijn borsten gestreeld en erin geknepen. Zijn mond ging naar de borsten en tepels. Hij ging strelen met zijn vingers over mijn broek en onderbroek aan mijn vagina. Hij heeft over mijn vagina gestreeld in mijn broek en hij ging met zijn vingers in mijn vagina. Ondertussen deed hij strelen over mijn billen. Dit was zowel over als onder mijn broek en onderbroek. Het is een keer voorgekomen dat hij mij op de grond heeft neergelegd op de grond voor de bank. Dit was in de woonkamer bij [verdachte] . Hij is toen bovenop mij gaan liggen. Daar deed hij mij zoenen en aanraken aan mijn vagina en moest ik zijn penis aanraken. Dit was allemaal over de kleding. Hij ging met zijn penis tegen mijn vagina heen en weer schuren, van voor naar achteren en van links naar rechts. Dat hij zover ging is vier à vijf keer gebeurd. Daar bedoel ik mee dat hij bij mij in de broek ging in en aan mijn vagina en dat ik aan zijn penis moest zitten. Hetzelfde, dat hij in en aan mijn vagina zat en ik aan zijn penis over de broek moest zitten, is ook in het hooistalletje gebeurd en in de gang in zijn woning. Dat voor de bank, dat hij op mij ging liggen in zijn woning is ook twee keer gebeurd. Die andere keren was het voornamelijk tongzoenen en strelen over de kleding, over mijn hele lijf. Dit was dan over mijn vagina en over zijn penis.
Het gebeurde vaker, de ene periode vaker dan de andere periode. Daarna hervatten we weer de normale dingen. Het gebeurde vaker in de zomer omdat ik minder kleding aan had en vaker en langer bij [verdachte] en [naam 6] in huis was.
In de zomerperiode gebeurde het minstens 1 à 2 keer per week dat hij bij mij in de broek ging gebeurde altijd in de loods bij [naam loods 2] . De rechtbank begrijpt - gezien de schets van aangeefster op pagina 89 - de loods van [naam loods 2] aan de [adres 2] te [plaatsnaam 2] . Een enkele keer bij hem op de gang als [naam 6] niet thuis was of in het hooistalletje.
Het seksueel misbruik vond plaats in de loods van [naam loods 2] , in de woning van [verdachte] tegen de muur in de gang, tegen de muur in de woonkamer, tegen de muur in de keuken, voor de bank in de woonkamer, in de garage en in de groen container buiten waar de koets in stond. En in de hooistal en nog een keer aan de buiten zijde van de stal aan de achterzijde.
In het najaar van 2010 zijn we gaan kijken naar het hoog water in Asselt. We reden met de auto van [verdachte] . Een grijze Ford Fiësta. Hij zette de auto stil en leunde over de pook naar mij. Hij begon mij te zoenen en te strelen. Hij maakte mijn broek open, Hij ging met zijn hand in mijn broek, Met zijn vingertoppen ging hij tussen mijn schaamlippen. Ik moest aan zijn penis zitten over zijn onderbroek. Het stopte omdat hij klaar kwam.
Eind 2010, begin 2011 gingen [verdachte] en ik naar [paard 3] toe. Onderweg vertelde ik hem dat ik het niet meer wilde dat hij aan mij zat. Ik heb gezegd dat ik gezonde normale relaties wilde hebben. [verdachte] zei toen dat als ik bij hem weg zou gaan hij voor de trein zou springen. Ik schrok hier heel erg van. Het laatste wat ik wil is de dood van iemand op mijn geweten hebben. [verdachte] heeft dit twee keer gezegd. Hij heeft het ook een keer later gezegd. [verdachte] heeft mij ook verteld dat hij tijdens een wandeling op het spoor had gestaan en overwoog om te blijven staan. Dit kwam bij mij behoorlijk binnen. Ik ging me schuldig voelen. Ik heb het aan niemand eerder verteld omdat ik me schaamde en dacht dat het aan mij lag.
De verdachte heeft ook een verklaring afgelegd [6] en, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard.
Het betasten van [slachtoffer 1] over de naakte borsten, alsmede de naakte vagina heeft in de ten laste gelegde periodes plaatsgevonden. Ook heb ik [slachtoffer 1] over haar benen gestreken en haar op de mond gezoend. Het zou ook kunnen dat ik haar getongzoend heb. Ik noemde [slachtoffer 1] in de Whatsapp-berichten [bijnaam slachtoffer 1] .
Het betasten van [slachtoffer 2] over de naakte borsten, alsmede de naakte vagina heeft in de ten laste gelegde periodes plaatsgevonden. Ook heb ik de billen van [slachtoffer 2] betast en haar op de mond gezoend. Het zou kunnen dat ik haar ook heb getongzoend.
[slachtoffer 2] vertelt in haar aangifte geen onwaarheden.
De frequentie waarmee het gebeurde bedroeg ongeveer 1 x per maand. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] hebben zich niet aan mij opgedrongen.
De verdachte heeft bij de politie ook een verklaring afgelegd [7] . Hij heeft toen, zakelijk weergegeven onder meer het volgende verklaard.
[slachtoffer 1] is zo’n 3 of 4 jaar geleden bij ons gekomen om de paarden te verzorgen. Ik heb haar leren kennen toen de pony [paard 3] werd geboren. Ik heb haar beter leren kennen toen ze bij mij de paarden verzorgde en ritten met mij maakte. De ritten met de koets vonden van april tot november plaats. [paard 2] was haar paard. Ze heeft de paarden verzorgd tot september 2016. [slachtoffer 1] heeft mij in die periode vaker afgetrokken. Het is gebeurd dat ik klaar kwam.
Betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefsters
Door de raadsman is aangevoerd dat de verdediging ter terechtzitting van 16 oktober 2017 de rechtbank heeft verzocht de beide aangeefsters te horen teneinde de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangeefsters te toetsen. Aangezien de verdediging geen gebruik heeft kunnen maken van het ondervragingsrecht, en het bewijs voor het feit/de feiten in beslissende mate steunt op de verklaringen van de aangeefsters, kunnen naar de mening van de raadsman de verklaringen van beide aangeefsters niet voor het bewijs gebezigd worden.
De rechtbank overweegt daaromtrent het volgende.
De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging tot het horen van beide aangeefsters afgewezen. Bij de afweging van belangen heeft de rechtbank de belangen van de beide slachtoffers laten prevaleren boven het belang van de verdachte, mede gelet op hetgeen de verdachte met betrekking tot de ten laste gelegde feiten heeft verklaard en hetgeen namens de slachtoffers naar voren is gebracht. Voormelde beslissing van de rechtbank behelst geen enkel waardeoordeel over de betrouwbaarheid van de verklaringen van beide aangeefsters. Anders dan de raadsman naar voren heeft gebracht betekent deze beslissing niet dat de verklaringen van beide aangeefsters niet voor het bewijs mogen worden gebezigd enkel en alleen omdat de verdediging geen gebruik heeft kunnen maken van het ondervragingsrecht. De rechtbank zal de verklaringen van beide aangeefsters bezigen tot bewijs.
Uit het dossier blijkt voorts dat zowel aangeefster [slachtoffer 2] als aangeefster [slachtoffer 1] langdurig en indringend door de gecertificeerde zedenrechercheurs zijn verhoord. Beide aangeefsters hebben op alle vragen, inclusief de controlevragen, gedetailleerd antwoord gegeven. Verdachte daarentegen heeft zich op veel vragen beroepen op zijn zwijgrecht en/of (onderdelen van) de verklaringen van beide aangeefsters betwist. De rechtbank heeft bovendien vastgesteld dat beide aangeefsters in hun verklaringen de precaire onderwerpen niet hebben aangedikt en/of afgezwakt en ook hun eigen aandeel daarin naar voren hebben gebracht. Veel van hetgeen de beide aangeefsters hebben verklaard met betrekking tot de door verdachte gepleegde seksuele handelingen vindt - naarmate het onderzoek vordert - uiteindelijk ook bevestiging in de (deels) bekennende verklaring van verdachte en andere bewijsmiddelen.
Uit de verklaringen van de slachtoffers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] blijkt voorts dat de modus operandi van verdachte met betrekking tot de seksuele handelingen gedurende de ten laste gelegde periodes nagenoeg steeds hetzelfde is geweest, wat niet alleen de gelijkluidendheid van de verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] verklaart, maar ook de bewijskracht van deze verklaringen doet toenemen. Ook het beeld dat verdachte steeds een stapje verder is gegaan in de seksuele handelingen is in de verklaringen van beide slachtoffers te zien.
Gelet op het vorenstaande komen de verklaringen van de beide aangeefster authentiek op de rechtbank over. Zij heeft dan ook geen enkele reden om aan de inhoud en/of betrouwbaarheid van deze verklaringen te twijfelen zodat deze tot het bewijs kunnen worden gebezigd.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1.
in de periode van 1 augustus 2012 tot en met 20 februari 2016 in Nederland, door feitelijkheden en bedreiging met feitelijkheden
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , bestaande die feitelijkheden en die bedreiging met die feitelijkheden hierin dat verdachte
- meermalen zijn vinger(s) in de vagina van die
[slachtoffer 1] heeft gebracht/geduwd en
- meermalen een deur en/of een ruimte heeft afgesloten en
- met zijn leeftijd een groot fysiek en psychisch overwicht had op een
minderjarig meisje en bewust was van dit leeftijdsverschil en
- die [slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd dat hij, verdachte, voor
een trein zou springen als die [slachtoffer 1] niet deed wat hij haar vroeg, althans woorden
van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie
waarin die [slachtoffer 1] ten opzichte van hem als stalhouder/manege-eigenaar
verkeerde en
- voor die [slachtoffer 1] een bedreigende/beangstigende situatie heeft doen
ontstaan;
2.
hij, in de periode van 21 februari 2016 tot en met 30 juni 2016 in Nederland, door feitelijkheden en bedreiging met feitlijkheden
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die
bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer 1] , bestaande die feitelijkheden en die
bedreiging met die feitelijkheden hierin dat verdachte
- meermalen, althans eenmaal zijn vinger(s) in de vagina van die
[slachtoffer 1] heeft gebracht/geduwd en
- meermalen een deur en/of een ruimte heeft afgesloten en
- met zijn leeftijd een groot fysiek en psychisch overwicht had op een meisje
van 16 jaar en bewust was van dit leeftijdsverschil en
- die [slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd dat hij, verdachte, voor
een trein zou springen als die [slachtoffer 1] niet deed wat hij haar vroeg, althans woorden
van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie
waarin die [slachtoffer 1] ten opzichte van hem als stalhouder/manege-eigenaar
verkeerde en
- voor die [slachtoffer 1] een bedreigende/beangstigende situatie heeft doen
ontstaan;
3.
hij, in de periode van 01 augustus 2012 tot en met 30 juni 2016 in Nederland, door feitelijkheden en bedreiging met andere feitelijkheden die [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en dulden van een of meer ontuchtige handelingen, hebbende verdachte meermalen
- de kleding van die [slachtoffer 1] uitgetrokken en
- de borsten en de benen en de schaamstreek - al dan niet
onder de kleding - van die [slachtoffer 1] betast en
- die [slachtoffer 1] op de mond gezoend en
- zijn, verdachtes, penis tegen het lichaam van die [slachtoffer 1]
geduwd/gewreven en
- zich door die [slachtoffer 1] laten aftrekken en
- meermalen een deur en/of een ruimte afgesloten en
- met zijn leeftijd een groot fysiek en psychisch overwicht gehad op een
minderjarig meisje, terwijl hij bewust was van dit leeftijdsverschil en
- die [slachtoffer 1] de woorden toegevoegd dat hij, verdachte, voor
een trein zou springen als die [slachtoffer 1] niet deed wat hij haar vroeg, althans woorden
van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- misbruik gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie
waarin die [slachtoffer 1] ten opzichte van hem als stalhouder/manege-eigenaar
verkeerde;
4.
hij, in de periode van 1 oktober 2009 tot en met 25 december 2011, in Nederland, door feitelijkheden en bedreiging met feitelijkheden
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die
bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , bestaande die feitelijkheden en die bedreiging met die feitelijkheden hierin dat verdachte
- meermalen zijn vinger(s) in de vagina van die
[slachtoffer 2] heeft gebracht/geduwd en
- meermalen, tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] heeft
gewreven en
- met zijn leeftijd een groot fysiek en psychisch overwicht had op een
minderjarig meisje en bewust was van dit leeftijdsverschil en
- die [slachtoffer 2] de woorden heeft toegevoegd dat hij, verdachte, voor
een trein zou springen en haar lievelingspaard zou verkopen als die [slachtoffer 2] niet deed wat hij haar vroeg, althans woorden
van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie
waarin die [slachtoffer 2] ten opzichte van hem als stalhouder/manege-eigenaar
verkeerde en
- voor die [slachtoffer 2] een bedreigende/beangstigende situatie heeft doen
ontstaan;
5.
hij, in de periode van 01 oktober 2009 tot en met 25 december 2011 in Nederland, door feitelijkheden en bedreiging met andere feitelijkheden [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en dulden van een of meer ontuchtige handelingen, hebbende verdachte meermalen
- de kleding van die [slachtoffer 2] uitgetrokken en
- de borsten en/of de billen en/of de schaamstreek - al dan niet
onder de kleding - van die [slachtoffer 2] betast en
- in de borsten van die [slachtoffer 2] geknepen en
- die [slachtoffer 2] op de mond gezoend en
- de borsten van die [slachtoffer 2] gekust en
- zijn, verdachtes, penis tegen het lichaam van die [slachtoffer 2]
geduwd/gewreven en
- zich door die [slachtoffer 2] laten aftrekken en
- met zijn leeftijd een groot fysiek en psychisch overwicht gehad op een
minderjarig meisje, terwijl hij bewust was van dit leeftijdsverschil en
- die [slachtoffer 2] de woorden toegevoegd dat hij, verdachte, voor een trein zou
springen en haar lievelingspaard zou verkopen, als die [slachtoffer 2]
niet deed wat hij haar vroeg, althans woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking en
- misbruik gemaakt van de afhankelijke en ondergeschikte positie
waarin die [slachtoffer 2] ten opzichte van hem als stalhouder/manege-eigenaar
verkeerde;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feit/en op:
Feit 1 primair: verkrachting, meermalen gepleegd;
Feit 2: verkrachting, meermalen gepleegd;
Feit 3 primair: feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd
Feit 4: verkrachting, meermalen gepleegd
Feit 5 primair: feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De GZ-psycholoog Dr. [naam 7] heeft over de geestvermogens van de verdachte op 17 oktober 2017 een rapport uitgebracht. De rechtbank komt op basis van de in dat rapport vervatte bevindingen niet tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit.
De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar met aftrek van de tijd door verdachte in voorarrest doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is van mening dat de door de officier van justitie gevorderde straf veel te hoog is en heeft de rechtbank verzocht de straf te matigen indien rechtbank tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten zou komen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich jarenlang schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van twee meisjes. Slachtoffer van deze feiten zijn [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Verdachte heeft zijn slachtoffers, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren hadden bereikt, jarenlang misbruikt door bij hen handelingen te verrichten die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van hun lichaam. Verdachte heeft hierdoor telkens een zeer grove inbreuk gemaakt op de geestelijke en lichamelijke integriteit van twee kwetsbare meisjes, waarbij verdachte niet geschroomd heeft ook misbruik te maken van de afhankelijke en ondergeschikte positie waarin deze meisjes ten opzichte van hem verkeerden en, voor wat betreft [slachtoffer 1] , ook meerdere malen bedreigende/beangstigende situaties heeft doen ontstaan. Mede door beide slachtoffers te dreigen met zelfmoord en het verkopen van de lievelingspaarden had verdachte de beide meisjes in zijn macht. Hierdoor kon hij voorkomen dat de slachtoffers de seksuele handelingen openbaar zouden maken en wist hij te bewerkstelligen dat zij bleven doen wat hij van hen verlangde waardoor het seksueel misbruik nog lange tijd heeft kunnen doorgaan.
Het is een feit van algemene bekendheid dat seksueel misbruik een grote negatieve impact heeft op een slachtoffer. Hoe ingrijpend en ontwrichtend deze traumatische gebeurtenissen voor [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn geweest en in de toekomst voor hen ook nog zal hebben blijkt uit de zich in het dossier bevindende schriftelijke slachtofferverklaringen. Door de gebeurtenissen heeft [slachtoffer 1] zich altijd angstig, schuldig, eenzaam en vies gevoeld. Zij kon bij niemand terecht om over haar ontberingen te praten, bang als zij was dat het aan haar lag, dat zij toch niet geloofd zou worden en dat, als zij niet zou toegeven, verdachte zelfmoord zou plegen of haar lievelingspaard zou verkopen/slachten. De omstandigheid dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heel vaak bij verdachte en zijn gezin kwamen en in een afhankelijke en ondergeschikte positie ten opzichte van hem verkeerden maakte hun situatie extra navrant.
Als gevolg van het gebeurde heeft [slachtoffer 1] een laag zelfbeeld overgehouden en voelt zij zich heel onzeker. Zij is bang dat zij en niet verdachte, zal worden aangesproken op wat er gebeurd is. Ook heeft zij haar emoties niet meer onder controle en kampt zij nog steeds met gevoelens van boosheid, machteloosheid, schuld, angst en schaamte. Om het gebeuren te verwerken heeft [slachtoffer 1] coachgesprekken gevoerd met een psychosociaal therapeut.
Het gebeuren heeft ook veel impact gehad op [slachtoffer 2] . De afgelopen jaren heeft ze veel nachtmerries gehad, soms wel 3 a 4 in één nacht. Vele nachten is ze huilend wakker geworden. Door het gebeuren heeft [slachtoffer 2] een minderwaardigheidscomplex en een negatief zelfbeeld ontwikkeld en heeft ze een zware depressieve periode achter de rug. In maart 2017 is ze gestart met EMDR-therapie bij een psychologe. Er waren zulke traumatische ervaringen dat haar lichaam bij bepaalde herinneringen verkrampte. Thans volgt zij een traject bij de psycholoog vanwege haar negatief zelfbeeld en het doorbreken van negatieve denkpatronen.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte louter uit persoonlijk gerief heeft gehandeld zonder zich te bekommeren om de ingrijpende nadelige en traumatische gevolgen van zijn jeugdige slachtoffers. De rechtbank rekent verdachte de bewezenverklaarde feiten dan ook erg aan
De verdachte heeft ter zitting een deels bekennende verklaring afgelegd en heeft geen verklaring willen of kunnen geven voor zijn strafbaar gedrag. Tijdens de behandeling van de zaak ter zitting is de rechtbank niet gebleken van een intrinsiek gevoelde inkeer bij verdachte zelf. Verdachte heeft aanvankelijk nog als ‘verweer’ gevoerd dat hij door de beide meisjes zou zijn verleid.
De GZ-psycholoog Jogems-Kosterman heeft bij verdachte een psychologisch onderzoek verricht. Uit dit onderzoek blijkt dat bij verdachte aanwijzingen worden gezien voor emotionele tekorten, die tot uitdrukking komen in narcistische trekken. Verdachte voldoet niet aan een persoonlijkheidsstoornis in descriptieve zin. Gezien het gebrekkige introspectief en reflectief vermogen bij verdachte is de verwachting van de psycholoog dat een inzicht gevende (psychotherapeutische ) behandeling weinig zal opleveren en het rendement van een dergelijke behandeling gering zal zijn.
De reclassering heeft de rechtbank geadviseerd een (deels) voorwaardelijke straf aan verdachte op te leggen met als bijzondere voorwaarden: meldplicht, ambulante behandeling in een forensisch psychiatrische polikliniek, contactverbod en het vermijden van contact met minderjarigen.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank mede gelet op de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 18 september 2017 waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld.
De rechtbank kan zich, alles overwegende, niet vinden in het advies van de reclassering. De rechtbank acht een voorwaardelijke straf, gelet op de bijzondere ernst van de onderhavige feiten, de bewezenverklaarde periode, de impact die verdachtes handelen voor de slachtoffers teweeg heeft gebracht en de straffen die door de rechtbank in het verleden in soortgelijke strafzaken heeft opgelegd allerminst passend en zal dan ook aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van vier jaar.
De rechtbank ziet aanleiding in verdachtes blanco strafblad en zijn gezondheidssituatie de door de officier van justitie gevorderde straf te matigen.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een schadevergoeding van € 20.732,59 en
€ 4,81 aan proceskosten voor de feiten 1, 2 en 3.
De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert een schadevergoeding van € 8.506,74 voor de feiten 4 en 5.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier heeft geconcludeerd tot toewijzing van de beide verzoeken tot schadevergoeding.
7.3
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] is de raadsman van mening dat er geen causaal verband bestaat tussen de geclaimde gederfde inkomsten ad € 474,25 en de onderhavige feiten, zodat in zoverre de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Bovendien is deze schadepost niet van eenvoudige aard en zou behandeling daarvan in deze strafprocedure te belastend zijn voor de rechtbank.
Met betrekking tot geclaimde immateriële schadevergoeding merkt de raadsman op dat de hoogte van de gevorderde immateriële schadevergoedingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 2] ( € 3.500,00) en [slachtoffer 1] ( € 20.000,00) niet met elkaar te rijmen zijn. De raadsman bepleit een flinke matiging van de door [slachtoffer 1] gevorderde immateriële schadevergoeding
De raadsman heeft ten aanzien van het verzoek tot schadevergoeding van [slachtoffer 2] primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de vordering in verband met de door de verdediging bepleite vrijspraak voor de onder 4 en 5 primair en subsidiair ten laste gelegde feiten.
De raadsman is subsidiair van mening dat, indien de rechtbank wel tot een bewezenverklaring mocht komen voor deze feiten, er geen causaal verband gelegd kan worden tussen het stoppen met werken van [slachtoffer 2] en de onderhavige feiten, zodat in zoverre de benadeelde partij [slachtoffer 2] voor wat betreft de geclaimde loonschade van € 1.6750,32 niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De raadsman is voorts van mening dat de behandeling van deze schadepost niet van eenvoudige aard is en behandeling daarvan een onevenredige belasting van het strafproces met zich zou brengen.
Met betrekking tot de post advocaatkosten ad € 2.500,00 is de raadsman van mening dat bij de berekening van de advocaatkosten uitgegaan dient te worden van het liquidatie tarief rechtbanken en gerechtshoven.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]:
[slachtoffer 1] heeft een vordering benadeelde partij ingediend met betrekking tot de als gevolg van het hiervoor onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
[slachtoffer 1] voornoemd heeft de materiële schade op € 732,59 en de immateriële schade op een bedrag van € 20.000,00 gesteld en wil die schades vergoed krijgen.
Ten laste van verdachte zijn de hiervoor onder 1 primair, 2 en 3 primair ten laste gelegde feiten bewezen. Het zijn strafbaar feiten en verdachte zal ter zake van die feit worden veroordeeld.
Met betrekking tot de toewijsbaarheid van de hoogte van het schadebedrag overweegt de rechtbank dat de materiële schade is opgebouwd uit de navolgende posten:
reiskosten € 258, 44
gederfde inkomsten € 474,15
totaal € 732,59
De gevorderde bedragen komen de rechtbank alleszins redelijk voor en komen voor vergoeding in aanmerking.
Met betrekking tot de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. Gelet op de aard van het bewezenverklaarde is het een ervaringsregel dat daardoor bij het slachtoffer immateriële schade wordt veroorzaakt. Het gevorderde bedrag komt de rechtbank te hoog voor. De vordering immateriële schade, die door de verdachte niet is weersproken, is naar het oordeel van de rechtbank dan ook deels voor toewijzing vatbaar. De rechtbank zal daarom niet de gehele vordering, doch een deel van de gevorderde immateriële schade toewijzen, welke schade naar redelijkheid en billijkheid wordt vastgesteld op € 10.000,00. Voor het overige wijst de rechtbank de vordering af. Het bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf 30 juni 2016 tot de dag der algehele voldoening.
Verdachte is naar burgerlijk recht aansprakelijk voor deze schades.
De rechtbank zal over de vordering van de benadeelde partij, overeenkomstig het hiervoren overwogene beslissen zoals hierna is vermeld, alsmede over de (proces) kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt, thans begroot op nihil.
De rechtbank zal tevens aan verdachte de verplichting opleggen aan de Staat een bedrag van € 10.732,59, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 88 dagen, te betalen ten behoeve van [slachtoffer 1] voornoemd, zoals hierna in het dictum vermeld.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2].
[slachtoffer 2] heeft een vordering benadeelde partij ingediend met betrekking tot de als gevolg van het hiervoor onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten.
[slachtoffer 2] voornoemd heeft de materiële schade op € 5.006,74 en de immateriële schade op een bedrag van € 3.500,00 gesteld en wil die schades vergoed krijgen.
Ten laste van verdachte zijn de hiervoor onder 4 en 5 primair ten laste gelegde feiten bewezen. Het zijn strafbaar feiten en verdachte zal ter zake van die feit worden veroordeeld.
Met betrekking tot de toewijsbaarheid van de hoogte van het schadebedrag overweegt de rechtbank dat de materiële schade is opgebouwd uit de navolgende posten:
eigen risico zorgverzekering 2017 en 2018 = 2 x € 385,00 = € 770,00
loonschade € 1.650,32
advocaatkosten € 2.500,00
reiskosten € 86,42
totaal € 5.006,74
De gevorderde bedragen komen de rechtbank alleszins redelijk voor en komen voor vergoeding in aanmerking. Het bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf 25 december 2011 tot de dag der algehele voldoening.
Met betrekking tot de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. Gelet op de aard van het bewezenverklaarde is het een ervaringsregel dat daardoor bij het slachtoffer immateriële schade wordt veroorzaakt. Het gevorderde bedrag ad € 3.500,00 komt de rechtbank alleszins redelijk voor. De vordering immateriële schade is naar het oordeel van de rechtbank dan ook voor toewijzing vatbaar.
Verdachte is naar burgerlijk recht aansprakelijk voor deze schades.
De rechtbank zal over de vordering van de benadeelde partij, overeenkomstig het hiervoren overwogene beslissen zoals hierna is vermeld, alsmede over de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt, thans begroot op nihil.
De rechtbank zal tevens aan verdachte de verplichting opleggen aan de Staat een bedrag van € 8.506,74, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 77 dagen, te betalen ten behoeve van [slachtoffer 2] voornoemd, zoals hierna in het dictum vermeld.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 24c, 36f, 57, 242, 246 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij(en) en schadevergoedingsmaatregel(en)
- gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 10.732,59;
- veroordeelt verdachte om tegen bewijs van betaling aan benadeelde partij [slachtoffer 1] te betalen een bedrag van € 10.732,59, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 30 juni 2016 tot de dag der algehele voldoening;
- wijst de vordering voor het overige af;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van € 10.732,59, subsidiair 88 dagen hechtenis, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer 1] , met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
- veroordeelt verdachte tevens tot betaling aan de Staat van de wettelijke rente over voormeld bedrag vanaf 30 juni 2016 tot de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 10.732,59, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 30 juni 2016 tot de dag der algehele voldoening ten behoeve van voornoemd slachtoffer daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- veroordeelt verdachte in de proceskosten ad € 4,81;
- wijst toe de vordering toe van de benadeelde partij [slachtoffer 2] , wonende te [plaatsnaam 2] , voor een bedrag van € 8.506,74;
- veroordeelt verdachte om tegen bewijs van betaling aan benadeelde partij [slachtoffer 2] , te betalen een bedrag van € 8.506,74, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 25 december 2011 tot de dag der algehele voldoening;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen een som geld ten bedrage van € 8.506,74, subsidiair 77 dagen hechtenis, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer 2] , met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
- veroordeelt verdachte tevens tot betaling aan de Staat van de wettelijke rente over voormeld bedrag vanaf 25 december 2011 tot de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 8.506,74, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 25 december 2011 tot de dag der algehele voldoening ten behoeve van voornoemd slachtoffer daarmede de verplichting van verdachte om dit bedrag aan voornoemde benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien dit bedrag door verdachte aan voornoemde benadeelde partij is betaald, daarmee de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat ten behoeve van voornoemd slachtoffer komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.H.A.F.M. Krol, voorzitter, mr. R.A.M.M. Gijselaers en mr. J.M.G. Gunsing, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.C.M. Müller, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 23 januari 2018.
Buiten staat
Mr. J.M.G. Gunsing is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2012 tot en met 20 februari
2016 in de gemeente [plaatsnaam 2] en/of in de gemeente Leudal,
in elk geval in Nederland,
door (een) feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met (een) feitelijkhe(i)d(en)
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die
bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer 1] , bestaande die feitelijkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met die feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- meermalen, althans eenmaal (onverhoeds) zijn vinger(s) in de vagina van die
[slachtoffer 1] heeft gebracht/geduwd en/of
- zijn penis (gedeeltelijk) in de vagina van die [slachtoffer 1] heeft
geduwd/gebracht en/of
- meermalen, althans eenmaal een deur en/of een ruimte heeft afgesloten en/of
- met zijn leeftijd een groot fysiek en psychisch overwicht had op een
minderjarig meisje en/of bewust was van dit leeftijdsverschil en/of
- die [slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd dat hij, verdachte, voor
een trein zou springen en/of een van de paarden naar de slachtbank zou
brengen, als die [slachtoffer 1] niet deed wat hij haar vroeg, althans woorden
van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie
waarin die [slachtoffer 1] ten opzichte van hem als stalhouder/manege-eigenaar
verkeerde en/of
- ( aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende/beangstigende situatie heeft doen
ontstaan;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2012 tot en met 20 februari
2016 in de gemeente [plaatsnaam 2] en/of in de gemeente Leudal,
althans in Nederland,
met [slachtoffer 1] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van
zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en)
heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal
- de kleding van die [slachtoffer 1] uitgetrokken en/of
- ( onverhoeds) de borsten en/of de benen en/of de schaamstreek - al dan niet
onder de kleding - van die [slachtoffer 1] betast en/of
- die [slachtoffer 1] op de mond gezoend en/of
- zijn, verdachtes, (naakte) penis tegen het lichaam van die [slachtoffer 1]
geduwd/gewreven en/of
- zijn penis (gedeeltelijk) in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht
en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht en/of
- zich door die [slachtoffer 1] laten aftrekken;
2.
hij, in of omstreeks de periode van 21 februari 2016 tot en met 30 juni 2016
in de gemeente [plaatsnaam 2] en/of in de gemeente Leudal,
in elk geval in Nederland,
door (een) feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met (een) feitelijkhe(i)d(en)
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die
bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer 1] , bestaande die feitelijkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met die feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- meermalen, althans eenmaal (onverhoeds) zijn vinger(s) in de vagina van die
[slachtoffer 1] heeft gebracht/geduwd en/of
- zijn penis (gedeeltelijk) in de vagina van die [slachtoffer 1] heeft
geduwd/gebracht en/of
- meermalen, althans eenmaal een deur en/of een ruimte heeft afgesloten en/of
- met zijn leeftijd een groot fysiek en psychisch overwicht had op een meisje
van 16 jaar en/of bewust was van dit leeftijdsverschil en/of
- die [slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd dat hij, verdachte, voor
een trein zou springen en/of een van de paarden naar de slachtbank zou
brengen, als die [slachtoffer 1] niet deed wat hij haar vroeg, althans woorden
van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie
waarin die [slachtoffer 1] ten opzichte van hem als stalhouder/manege-eigenaar
verkeerde en/of
- ( aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende/beangstigende situatie heeft doen
ontstaan;
3.
hij, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2012 tot en met 30 juni 2016
in de gemeente [plaatsnaam 2] en/of in de gemeente Leudal,
in elk geval in Nederland,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) die [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het
plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en),
hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal
- de kleding van die [slachtoffer 1] uitgetrokken en/of
- ( onverhoeds) de borsten en/of de benen en/of de schaamstreek - al dan niet
onder de kleding - van die [slachtoffer 1] betast en/of
- die [slachtoffer 1] op de mond gezoend en/of
- zijn, verdachtes, (naakte) penis tegen het lichaam van die [slachtoffer 1]
geduwd/gewreven en/of
- zich door die [slachtoffer 1] laten aftrekken en/of
- meermalen, althans eenmaal een deur en/of een ruimte afgesloten en/of
- met zijn leeftijd een groot fysiek en psychisch overwicht gehad op een
minderjarig meisje, terwijl hij bewust was van dit leeftijdsverschil en/of
- die [slachtoffer 1] de woorden toegevoegd dat hij, verdachte, voor
een trein zou springen en/of een van de paarden naar de slachtbank zou
brengen, als die [slachtoffer 1] niet deed wat hij haar vroeg, althans woorden
van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- misbruik gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie
waarin die [slachtoffer 1] ten opzichte van hem als stalhouder/manege-eigenaar
verkeerde;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2012 tot en met 20 februari
2016 in de gemeente [plaatsnaam 2] en/of in de gemeente Leudal,
in elk geval in Nederland,
met [slachtoffer 1] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had
bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd,
hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal
- de kleding van die [slachtoffer 1] uitgetrokken en/of
- ( onverhoeds) de borsten en/of de benen en/of de schaamstreek - al dan niet
onder de kleding - van die [slachtoffer 1] betast en/of
- die [slachtoffer 1] op de mond gezoend en/of
- zijn, verdachtes, (naakte) penis tegen het lichaam van die [slachtoffer 1]
geduwd/gewreven en/of
- zich door die [slachtoffer 1] laten aftrekken;
4.
hij, in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009 tot en met 25 december
2011, in de gemeente [plaatsnaam 2] en/of in de gemeente Leudal,
in elk geval in Nederland,
door (een) feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met (een) feitelijkhe(i)d(en)
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die
bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer 2] , bestaande die feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met die feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- meermalen, althans eenmaal (onverhoeds) zijn vinger(s) in de vagina van die
[slachtoffer 2] heeft gebracht/geduwd en/of
- meermalen, althans eenmaal tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] heeft
gewreven en/of
- met zijn leeftijd een groot fysiek en psychisch overwicht had op een
minderjarig meisje en/of bewust was van dit leeftijdsverschil en/of
- die [slachtoffer 2] de woorden heeft toegevoegd dat hij, verdachte, voor
een trein zou springen en/of haar lievelingspaard zou verkopen en/of laten
slachten, als die [slachtoffer 2] niet deed wat hij haar vroeg, althans woorden
van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie
waarin die [slachtoffer 2] ten opzichte van hem als stalhouder/manege-eigenaar
verkeerde en/of
- ( aldus) voor die [slachtoffer 2] een bedreigende/beangstigende situatie heeft doen
ontstaan;
5.
hij, in of omstreeks de periode van 01 oktober 2009 tot en met 25 december
2011 in de gemeente [plaatsnaam 2] en/of in de gemeente Leudal,
in elk geval in Nederland,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het
plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en),
hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal
- de kleding van die [slachtoffer 2] uitgetrokken en/of
- ( onverhoeds) de borsten en/of de billen en/of de schaamstreek - al dan niet
onder de kleding - van die [slachtoffer 2] betast en/of
- in de borsten van die [slachtoffer 2] geknepen en/of
- die [slachtoffer 2] op de mond gezoend en/of
- de borsten van die [slachtoffer 2] gekust en/of
- zijn, verdachtes, (naakte) penis tegen het lichaam van die [slachtoffer 2]
geduwd/gewreven en/of
- zich door die [slachtoffer 2] laten aftrekken en/of
- met zijn leeftijd een groot fysiek en psychisch overwicht gehad op een
minderjarig meisje, terwijl hij bewust was van dit leeftijdsverschil en/of
- die [slachtoffer 2] de woorden toegevoegd dat hij, verdachte, voor een trein zou
springen en/of haar lievelingspaard zou verkopen of slachten, als die [slachtoffer 2]
niet deed wat hij haar vroeg, althans woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking en/of
- misbruik gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie
waarin die [slachtoffer 2] ten opzichte van hem als stalhouder/manege-eigenaar
verkeerde;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij, op of omstreeks 01 oktober 2009 tot en met 04 juni 2011 in de gemeente
[plaatsnaam 2] en/of de in gemeente Leudal, in elk geval in Nederland,
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, een
persoon, [slachtoffer 2] , geboren op 05 juni 1993 waarvan verdachte wist of
redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog
niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen
of zodanige handelingen van verdachte te dulden,
immers heeft verdachte meermalen, althans eenmaal
- de kleding van die [slachtoffer 2] uitgetrokken en/of
- ( onverhoeds) de borsten en/of de billen en/of de schaamstreek - al dan niet
onder de kleding - van die [slachtoffer 2] betast en/of
- in de borsten van die [slachtoffer 2] geknepen en/of
- die [slachtoffer 2] op de mond gezoend en/of
- de borsten van die [slachtoffer 2] gekust en/of
- zijn, verdachtes, (naakte) penis tegen het lichaam van die [slachtoffer 2]
geduwd/gewreven en/of
- zich door die [slachtoffer 2] laten aftrekken en/of
- met zijn leeftijd een groot fysiek en psychisch overwicht gehad op een
minderjarig meisje, terwijl hij bewust was van dit leeftijdsverschil en/of
- misbruik gemaakt van de afhankelijke en/of ondergeschikte positie
waarin die [slachtoffer 2] ten opzichte van hem als stalhouder/manege-eigenaar
verkeerde;
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats [plaatsnaam 2]
Strafrecht
Parketnummer: 03/659249-17
Proces-verbaal van de openbare zitting van 23 januari 2018 in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] ,
gedetineerd in P.I. HvB Grave (Unit A + B) te Grave.
Raadsman is mr. J.W. Heemskerk, advocaat, kantoorhoudende te [plaatsnaam 2] .
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
, griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zittingzaal aanwezig. Ter terechtzitting van 9 januari 2018 heeft hij afstand gedaan van zijn recht in persoon bij de uitspraak aanwezig te zijn.
De rechter spreekt het vonnis uit.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de rechter en de griffier.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, Dienst Regionale Recherche Team Zeden, proces-verbaalnummer 2017020580, gesloten d.d. 19 september 2017, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 152.
2.Proces-verbaal van aangifte d.d. 69 tot en met 82.
3.Pagina 95 tot en met 103.
4.Proces-verbaal verhoor getuige d.d. 28 augustus 2017, pagina 1005 tot en met 110.
5.Proces-verbaal van aangifte d.d. 6 maart 2017, pagina 121 tot en met 132.
6.Proces-verbaal terechtzitting d.d. 9 januari 2018.
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 19 juli 2017, pagina 43 tot en met 47.