ECLI:NL:RBLIM:2018:6990

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 juli 2018
Publicatiedatum
20 juli 2018
Zaaknummer
6994722 AZ VERZ 18-55
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en geschil over LTI's tussen Medtronic en werknemer

In deze zaak verzoekt Medtronic, een wereldspeler in medische hulpmiddelen, om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer die als senior director customer care EMEA werkzaam is. Medtronic stelt dat de werknemer niet voldoet aan de verwachtingen omtrent zijn functioneren, ondanks dat de resultaten die hij boekt zeer goed zijn. De kantonrechter oordeelt dat de ongeschiktheid van de werknemer niet is komen vast te staan, omdat hij niet tijdig door Medtronic op de hoogte is gesteld van de vermeende ongeschiktheid en niet de kans heeft gekregen om zijn functioneren te verbeteren. De verzoeken van Medtronic om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op basis van disfunctioneren, een verstoorde arbeidsverhouding of andere gronden worden afgewezen. De kantonrechter concludeert dat er geen redelijke grond is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst en dat de werknemer recht heeft op zijn LTI's, aangezien de arbeidsovereenkomst niet is ontbonden. Medtronic wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 6994722 AZ VERZ 18-55
Beschikking van de kantonrechter van 20 juli 2018
MD
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
medtronic b.v.,
gevestigd te Heerlen,
verzoekende partij, tevens verwerende partij in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken,
gemachtigde mr. I. Swennen,
tegen:
[verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken],
wonend aan de [adres] ,
[woonplaats] ,
verwerende partij, tevens verzoekende partij in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken,
gemachtigde mr. G.P.F. van Duren.
Partijen zullen hierna Medtronic en [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] genoemd worden.

1.De procedure

In het verzoek en de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- het verbeterde verweerschrift, tevens houdende (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken, met producties;
- de aanvullende producties van Medtronic;
- de aanvullende producties van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] ;
- de mondelinge behandeling d.d. 12 juli 2018;
- de pleitnota van de gemachtigde van Medtronic.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling is gelijktijdig het door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] tegen Medtronic aanhangig gemaakte kort geding ex art. 254 Rv – waarin hij kort gezegd wedertewerkstelling in de functie van senior director customer care EMEA vordert – behandeld. Die zaak is hier geregistreerd onder zaaknummer 6966279 CV EXPL 18-3451. Alle ingediende stukken maken – met goedvinden van partijen – onderdeel uit van de verzoekschriftprocedure én het kort geding. Voor de beschrijving van de in de kortgedingprocedure ingediende stukken wordt verwezen naar rechtsoverweging 1.1. van het vonnis in kort geding van 20 juli 2018.
1.3.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

In het verzoek en de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken

2.1.
Medtronic is onderdeel van de wereldwijde Medtronic Groep, waarvan de moederonderneming in Minneapolis is gevestigd. Medtronic richt zich op de ontwikkeling en productie van medische hulpmiddelen voor implantatie en invasieve therapieën, waaronder pacemakers, defibrillatoren, stents en andere invasieve medische hulpmiddelen. Bij Medtronic werken meer dan 84.000 werknemers, waarvan 1.900 in Nederland. Voor iedereen die bij Medtronic werkzaam is, geldt een code of conduct.
2.2.
[verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] , geboren op [geboortedatum] , is op 1 september 2010 krachtens arbeidsovereenkomst bij Medtronic Trading NL B.V. in dienst getreden als customer service director.
2.3.
Met ingang van 1 oktober 2013 is [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] bij Medtronic werkzaam als senior director customer care EMEA (Europa, Midden-Oosten en Afrika), tegen een loon van laatstelijk € 14.523,46 bruto per maand, exclusief acht procent vakantiebijslag en emolumenten. [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] heeft op grond van het Medtronic Incentive Plan (MIP) elk fiscaal jaar (FY) recht op een MIP-bonus van 35% van zijn bruto jaarloon inclusief vakantiebijslag over dat betreffende fiscale jaar, indien en voor zover aan bepaalde voorwaarden zoals vermeld in het MIP wordt voldaan. Een fiscaal jaar loopt bij Medtronic van mei tot en met april. Over de fiscale jaren 2015 tot en met 2017 ontving [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] de volgende MIP-bonussen:
- FY 2015: € 55.133,29 bruto;
- FY 2016: € 60.009,02 bruto;
- FY 2017: € 51.356,71 bruto.
Daarnaast beschikt [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] over Stock options, Restricted Stock Units, Retention Bonus Award en Performance Cash Unit (tezamen aangeduid als ‘Long Term Incentives’, hierna LTI’s). Per aandelen(optie) bestaat een onderliggende individuele overeenkomst (‘agreement’), een prospectus en een ‘plan’ met voorwaarden.
2.4.
De senior director customer care EMEA dient strategisch en tactisch leiding te geven aan alle activiteiten op het gebied van customer care binnen de EMEA-regio en is verantwoordelijk voor meer dan 800 customer care medewerkers in die regio. De customer care directeuren uit de verschillende landen van de EMEA-regio’s rapporteren aan de Senior director customer care EMEA. Verder maakt de senior director customer care EMEA onderdeel uit van het Senior Leadership Team EMEA Customer Care & Supply Chain (SLT) dat gemiddeld een keer per maand bij elkaar komt voor een vergadering. De senior director customer care EMEA werkt regelmatig samen met een of meer SLT-leden aan specifieke thema’s en/of projecten.
2.5.
De senior director customer care EMEA rapporteert op zijn beurt aan de Vice President customer care & Supply Chain EMEA, een functie die wordt vervuld door [naam vice president] . In FY2014 rapporteerde [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] aan [naam] , maar in de fiscale jaren nadien rapporteerde hij aan [naam vice president] .
2.6.
[naam vice president] rapporteert op zijn beurt aan de Executive Vice President & Presidents EMEA, die voorzitter is van het ELT (European Leadership Team). Thans wordt die functie door [naam executive vice president] vervuld.
2.7.
Over FY 2014 heeft een functioneringsgesprek met [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] plaatsgevonden. Het verslag van dit gesprek is opgesteld door [naam] en is geaccordeerd door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] op 19 juni 2014. In dat verslag staat onder meer:
“As mentioned you need to think more about how to align a full organisation and get the work done through others. Also as you push your strategy for CS you need to figure how to manage the politics”.
2.8.
Over FY 2015 heeft eveneens een functioneringsgesprek plaatsgevonden. Dit verslag is geaccordeerd door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] op 22 juni 2015. In het verslag schrijft [naam vice president] voor wat betreft de integratie van Covidien [welk concern in 2015 door Medtronic Groep was overgenomen] binnen Medtronic:
“Really top job in being ready for day 1. You took on board the initiative to dive in here and found a good way to work with Covidien counterparts after some initial misunderstandings. On these you escalated well and the issues were cleared out and I am sure you see how small things can become big problems very easily. As you go forward I encourage you to work even harder to manage stakeholders as this will be critical to success”.
En op de laatste pagina van dat verslag schrijft [naam vice president] :
“You have the capabilities and competencies to grow to VP level. However we need to work on the your positioning and perception toward you as a person.
To achieve this career aspiration it is key that you start working on the development area’s mentioned. Basically this means that you should start working on pro-actively managing your environment.
Furthermore it is important to develop a more holistic and strategic vision around customer care. We need to position this regionally but maybe even globally.
Leadership means also to leverage and engage available resources outside your own function. Do this actively. It creates a far better perception and positions you as a ‘global’ leader.
We could consider some (external) coaching to support you on this”.
2.9.
Het functioneren van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] over FY 2016 is eveneens door [naam vice president] beoordeeld. Er is een functioneringsgesprek gevoerd, dat is vastgelegd en door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] is geaccordeerd op 4 augustus 2016. Onder de kop ‘manager evaluation’ van dat verslag schrijft [naam vice president] :
“Dear [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] ,
FY16 has been a great year for you. You integrated the LMDT and LCOV customer service teams, executed successfully integrations projects like D2W, successfully continued project Pearl, took a lead the way role in CGEN2 and all without any major impact for our patients and customers. Given the complex and challenging circumstances a great job.
You are driving passionately customer experience and play a leading role in bringing back the customer into everything we do. Your contribution to strategy development, value proposition development, E2E performance management is evident and key.
You put a great foundation in place that we can use to accelerate the realization of our ambition to do differently and become the industry standard in customer care.
I would like to invite you to further utilize our undisputed expertise and experience in making others better. Try to become a coach next to being a challenger. Try to work less in isolation. It will make you even better and more appreciated.
Your performance and results are magnificent in FY16 and you should be really proud on your achievements.
I’m happy to have you in my team and looking forward to our continues collaboration in FY17.
Best regards,
[naam vice president] .”
2.10.
Vanaf FY 2017 wordt er in het functioneringsverslag voor het eerst een onderscheid gemaakt tussen ‘how’ en ‘what’-goals. In het – door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] op 20 augustus 2017 geaccordeerde – verslag over dat fiscale jaar schrijft [naam vice president] onder meer:
“Dear [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] ,
Thank you for all your hard work in FY17. The year was not easy and has definitely be one of the most challenging in your career.
You did some heavy lifting to get the organisation back to normal after the CGEN go live.
You put also al lot of personal effort time and dedication in stabilizing the German OTC process. This was very demanding and resulted in some even personal sacrifices. Nevertheless you did it.
You are and remain a great Customer Care expert. Continue working on the How. It is not only the What but also the way you communicate. Try to engage and inspire more. The way you handle the ‘soft’ side is determining the perceived success of all your hard work. This remains critical for you success and career going forward.
You are a great guy with a lot of commitment. From time to time challenging to work with but I respect who you are and what you are doing.
FY18 brings a lot of excitement, challenges and opportunities, I’m looking forward to go for it, together with you!
Warm regards,
[naam vice president] .”
2.11.
Op 23 oktober 2017 heeft [naam vice president] met [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] een ‘goalsetting’ gesprek over de doelen voor FY 2018.
2.12.
In oktober 2017 stond Customer Care voor grote uitdagingen ten gevolge van SAP-uitval, de integratie van IT-systemen van Medtronic en Covidien en de nasleep van de orkaan in Puerto Rico. Om die uitdagingen het hoofd te kunnen bieden, is door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] voorgesteld om de customer care activiteiten van het Medtronic-onderdeel Diabetes onder te brengen bij een externe partij, Sitel. [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] heeft daartoe, samen met enkele teamleden, een voorstel opgesteld dat [naam vice president] ter goedkeuring zou voorleggen aan het ELT dat op
11 oktober 2017 gepland stond. Vanwege agendaproblemen is dit punt niet op de agenda gekomen.
2.13.
Tijdens de volgende ELT-vergadering die op 21 tot en met 23 november 2017 in Dubai plaatsvond, is het voorstel wederom niet op de agenda geplaatst. Vast staat wel dat [naam executive vice president] het voorstel om de customer care activiteiten van het Medtronic onderdeel Diabetes onder te brengen bij Sitel heeft goedgekeurd en dat [naam vice president] vond dat het ELT hiervan op de hoogte gesteld moest worden.
2.14.
Vervolgens hebben [naam vice president] en [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] afgesproken dat de regionale VP’s de overige leden van het ELT over die goedkeuring zouden infomeren. [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] heeft – nadat hij een concept e-mail met bijlage over de introductie van Sitel aan de regionale VP’s die betrokken waren eerst aan [naam vice president] had voorgelegd, waarop [naam vice president] per e-mail heeft geantwoord dat die e-mail ‘good stuff’ was – die e-mail met bijlage op 16 november 2017 om 12:28 doorgestuurd aan de betrokken regionale VP’s. Enkele regionale VP’s (waaronder in ieder geval voormalig Regional Vice President BCEGI [naam regional vice president] ) waren het niet eens met dit besluit en de manier waarop dat werd gecommuniceerd. [naam regional vice president] heeft dit per e-mail aan [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] [en de overige betrokken regionale VP’s) kenbaar gemaakt. [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] heeft op die e-mail van [naam regional vice president] gereageerd, waarop [naam regional vice president] weer heeft geantwoord. Vervolgens heeft [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] de mailwisseling doorgestuurd naar [naam vice president] met de vraag of [naam vice president] dit moest overnemen. [naam vice president] antwoordt op dat verzoek van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] op 16 november 2017 als volgt:
“Zou [naam business relationship manager] [business relationship manager] niet de BD’s [business directors] in country informeren? Allemaal niet lekker gelopen.
Anyway, ik zal kijken of ik strx nog en e-mail aan kan wijden. Zit in de US en zo in plane.
[naam vice president] ”.
2.15.
Op 12 december 2017 heeft [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] met [naam vice president] in een 1:1-gesprek de kwestie Sitel besproken.
2.16.
Op enig moment zijn alle customer care activiteiten van Medtronic vanuit verschillende landen verplaatst naar Warschau, waar de customer care activiteiten van Medtronic in één shared service center zijn gecentraliseerd. Medio 2017 blijken er problemen te zijn doordat een groot aantal posities binnen dat shared service center niet kan worden ingevuld. Op 20 december 2017 heeft [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] daarover een gesprek met onder meer de talent acquisition manager van Medtronic, [naam talent acquistion manager] , en diverse medewerkers van AMS (een externe partner van Medtronic in Warschau die de rekrutering van de customer service medewerkers voor haar rekening neemt) over deze problemen en mogelijke oplossingen daarvoor.
2.17.
Onder code-naam ‘Sierra’ is Medtronic bezig met een project waarvan Medtronic heeft verzocht om daar in deze beschikking niet verder over uit te wijden, aan welk verzoek de kantonrechter tegemoetkomt nu dat voor de hierna te volgen beoordeling niet nodig is. In het kader van dit ‘Sierra-project’ is een stuurgroep in het leven geroepen, waarin in ieder geval [naam vice president] en [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] zitting nemen. Het team doet het voorstel om met partij X [bij partijen genoegzaam bekend] in zee te gaan.
2.18.
Op 12 januari 2018 vindt er een vergadering in Geneve plaats. Tijdens die vergadering wordt door de VP’s besloten om met partij Y [en dus niet de door de stuurgroep voorgedragen partij X] in zee te gaan.
2.19.
Op 17 en 18 januari 2018 staat een vergadering gepland in Istanbul, waarbij ook [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] aanwezig zou zijn. Op 15 januari 2018 hebben [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] en [naam vice president] telefonisch met elkaar gesproken, waarbij [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] in ieder geval heeft aangegeven dat hij het gevoel had dat er ‘iets’ aan de hand was, omdat hij het gevoel had dat hij buiten bepaalde informatie werd gehouden. [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] heeft daarom aan [naam vice president] gevraagd of hij ‘gewoon’ naar Istanbul moest reizen om deel te nemen aan de vergadering. [naam vice president] heeft dat aan hem bevestigd en [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] heeft deelgenomen aan de vergadering in Istanbul. Die vergadering bestond uit een plenair deel en een deel waarin subsessies per team plaatsvonden. Aansluitend had het customer care team een kwartaal meeting. Het besluit om met partij Y in zee te gaan is in ieder geval tijdens de subsessie en/of de kwartaal meeting door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] aan de orde gesteld.
2.20.
Op 23 januari 2018 hebben [naam vice president] en [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] het al eerder geplande ‘career & development’ gesprek. Over hetgeen in dit gesprek exact aan de orde is gesteld lopen de meningen uiteen, een verslag van dit gesprek is niet opgemaakt.
2.21.
Op 19 februari 2018 heeft Medtronic (waarbij toen namens Medtronic ook [naam sr. employee relations manager] , sr. employee relations manager BCEGI, is aangeschoven) aan [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] kenbaar gemaakt dat Medtronic zich genoodzaakt ziet om zijn arbeidsovereenkomst te beëindigen. Aan [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] is in dat gesprek een ‘beëindigingsvoorstel’ gedaan. Ook werd [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] – met behoud van loon – met onmiddellijke ingang op non-actief gesteld.
2.22.
Bij brief van 26 februari 2018 heeft [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] aan Medtronic bericht niet akkoord te gaan met het voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. In die brief stelt hij zich verder beschikbaar om zijn werkzaamheden weer te hervatten.
2.23.
Nog diezelfde 26 februari 2018 heeft [naam vice president] de volgende e-mail binnen Medtronic verspreid zonder dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] is gekend en/of betrokken bij het opstellen van dit bericht. [naam vice president] schrijft:
“(…)
Today I would like to share with you that [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] , Sr. Director Customer Care EMEA, has decided to pursue career opportunities outside Medtronic. Over the past 7 years, the Customer Care organisation has transformed significantly under his leadership. His commitment and drive are exemplary, leading the organisation through challenging times for example during CGEN and the recent SAP outage.
Until a successor for [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] is announced, I will assume the ad-interim leadership.
Please join me in wishing [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] all the very best in his future endeavours.
Kind regards,
(…)”.
2.24.
Op 1 maart 2018 is een opvolger benoemd in de functie van senior director customer care EMEA, de functie die voordien door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] werd vervuld.
2.25.
Vervolgens hebben partijen getracht een minnelijke regeling te bereiken. Daar zijn zij niet in geslaagd.
2.26.
Op 11 juni 2018 heeft [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] Medtronic in kort geding gedagvaard. De zitting in die kortgedingprocedure was aanvankelijk op 21 juni 2018 gepland. Op 19 juni 2018 is ter griffie het onderhavige ontbindingsverzoek van Medtronic ontvangen, waarna – zoals hiervoor al onder het procesverloop is weergegeven – op 12 juli 2018 de gezamenlijke mondelinge behandeling van het verzoek en het kort geding heeft plaatsgevonden.

3.Het geschil

In het verzoek

3.1.
Medtronic verzoekt om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden op grond van het bepaalde in art. 7:671b lid 1, onderdeel a, in verbinding met art. 7:669 lid 1 en 3 BW, primair op de d-grond als bedoeld in dat artikel [disfunctioneren], subsidiair op de g-grond van dat artikel [verstoorde arbeidsverhouding] en meer subsidiair op andere gronden dan genoemd in dat artikel [de h-grond];
II. de arbeidsovereenkomst te ontbinden tegen de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd onder aftrek van de proceduretijd van de ontbindingsprocedure (art. 7:671b lid 8 sub a BW);
III. daarbij te bepalen dat aan [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] een transitievergoeding van € 54.157,-- [bruto] wordt toegekend;
IV. daarbij te bepalen dat Medtronic geen billijke vergoeding aan [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] verschuldigd is;
V. daarbij te bepalen dat de afwikkeling van de LTI’s van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] dient te gebeuren conform de toepasselijke Medtronic LTI-regels en dat de toepasselijkheid van deze regels zich niet uitsluitend beperkt tot de situatie waarin [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] zelf zijn arbeidsovereenkomst zou beëindigen;
VI. [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure en de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van de beschikking en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van de beschikking tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
Op het verweer van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] en de grondslagen van het verzoek van Medtronic wordt hierna bij de beoordeling nader ingegaan.
In de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken
3.3.
[verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] voert verweer en vraagt in zijn aangevulde verweer om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
a. primair het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af te wijzen;
b. subsidiair, indien de arbeidsovereenkomst tussen partijen wordt ontbonden Medtronic te veroordelen om aan hem een transitievergoeding te betalen van € 72.883,-- [bruto] en een billijke vergoeding van € 327.978,-- [bruto] minus het toegekende bedrag van de transitievergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de ontbindingsdatum;
c. eveneens subsidiair, namelijk indien de arbeidsovereenkomst tussen partijen wordt ontbonden, voor recht te verklaren dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] na ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder enige beperking gebruik kan maken van het recht op verzilvering van de aandelen(opties) en Medtronic te veroordelen om daar onvoorwaardelijk medewerking aan te verlenen;
d. meer subsidiair, in geval van afwijzing van het verzoek onder c., Medtronic te veroordelen om aan [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] de schade te vergoeden, nader op te maken bij staat, die hij lijdt door het verval van de aanspraak op verzilvering van de door Medtronic aan hem toegekende aandelen(opties) als gevolg van ontbinding van de arbeidsovereenkomst;
e. Medtronic te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op het verweer van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] en op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In het verzoek
Opzegverboden
4.1.
Er gelden geen bijzondere opzegverboden als bedoeld in art. 7:670 BW of met deze opzegverboden naar aard en strekking vergelijkbare opzegverboden in een ander wettelijk voorschrift.
4.2.
Hierna zal de kantonrechter beoordelen of één van de door Medtronic aan het verzoek tot ontbinding ten grondslag gelegde redenen toewijzing van dat verzoek rechtvaardigt.
D-grond? (disfunctioneren)
4.3.
Deze grond luidt: “de ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid, anders dan ten gevolge van ziekte of gebreken van de werknemer, mits de werkgever de werknemer hiervan tijdig in kennis heeft gesteld en hem in voldoende mate in de gelegenheid heeft gesteld zijn functioneren te verbeteren en de ongeschiktheid niet het gevolg is van onvoldoende zorg van de werkgever voor scholing van de werknemer of voor de arbeidsomstandigheden van de werknemer”.
‘How’: ongeschiktheid?
4.4.
In de kern komt het betoog van Medtronic erop neer dat de manier van leidinggeven door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] niet strookt met hetgeen Medtronic van een senior director customer care EMEA verwacht. [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] houdt te weinig rekening met de belangen van anderen en werkt onvoldoende samen met de stakeholders (en dan in het bijzonder: het ELT). Belangen en inzichten van het ELT, ‘peers’, zijn team en andere stakeholders worden onvoldoende meegewogen, aldus Medtronic. Ook de directe en dominante wijze van communiceren (‘bulldozergedrag’) wanneer hij door het ELT wordt aangesproken, maakt dat er geen
draagvlak meer binnen het ELT voor [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] is.
4.5.
De kantonrechter stelt voorop dat over de ‘what’ (de resultaten die [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] als senior director customer care EMEA heeft geboekt) geen discussie tussen partijen bestaat. De door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] bereikte resultaten waren zeer goed, dat blijkt wel uit de lovende verslagen van de functioneringsgesprekken.
4.6.
Uit de hiervoor onder de feiten geciteerde delen uit de verslagen van die functioneringsgesprekken, blijkt niet dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] zich aan ‘bulldozergedrag’ schuldig heeft gemaakt en/of te direct heeft gecommuniceerd. Ook anderszins kunnen in die functioneringsverslagen daar geen aanknopingspunten voor worden gevonden. Ter zitting is – met partijen – vastgesteld dat in het verslag over FY 2014 met geen woord wordt gerept over een zorgelijke ‘how’ en noodzaak tot verbetering van die ‘how’. Datzelfde geldt voor het verslag over FY 2016. Medtronic heeft bepleit dat uit FY 2015 (“as you go forward I encourage you to work even harder to manage stakeholders as this will be
criticalto success”) en FY 2017 (“this remains
criticalfor you success and career going forward”)
moet worden opgemaakt dat de ‘how’ wel degelijk zorgelijk is.
De kantonrechter volgt Medtronic daarin niet. De hier geciteerde passages zien louter op het mogelijkerwijs doorgroeien van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] naar een VP-functie. Daarvoor is vereist om de ‘how’ te verbeteren. Uit deze citaten volgt niet dat de ‘how’ ook moet verbeteren om de functie van senior director customer care EMEA succesvol te (blijven) vervullen. Ook als deze geciteerde passages in de juiste context worden geplaatst (dat wil zeggen: in samenhang met de gehele functioneringsverslagen waarvan hiervoor delen zijn geciteerd) blijkt dat de overall-beoordeling van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] – ook voor wat betreft de ‘how’ – heel positief is. De conclusie is dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] in de laatstelijk door hem uitgeoefende functie voldoende samenwerkt met zijn ‘stakeholders’ en dat geenszins is komen vast te staan dat hij ‘bulldozergedrag’ vertoont en op een te directe wijze communiceert.
4.7.
Ter onderbouwing van haar stellingen onder 4.4. heeft Medtronic verder nog drie concrete voorbeelden gegeven. Die drie voorbeelden worden hierna achtereenvolgens beoordeeld.
Sitel
4.8.
Medtronic verwijt [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] dat hij de ELT-stakeholders niet vooraf individueel heeft ingelicht over de keuze voor Sitel en het meenemen van hun feedback niet zelf heeft opgenomen. [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] sloeg opnieuw de noodzaak om de verschillende stakeholders te betrekken in de wind en liet dit gevoelige onderwerp en de uitleg richting de ELT-stakeholders over aan zijn team. Het had op de weg van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] gelegen om dit zelf op te pakken, aldus Medtronic.
4.9.
Niet is komen vast te staan dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] hiervan een verwijt kan worden gemaakt. Ter zitting heeft [naam vice president] desgevraagd erkend dat het op zijn weg lag om het voorstel om de activiteiten van het Medtronic-onderdeel Diabetes onder te brengen bij Sitel op de agenda van de ELT-vergaderingen te krijgen. [naam vice president] is daar tot tweemaal toe – op 11 oktober 2017 en op 21 tot en met 23 november 2017 – niet in geslaagd. Dat mag [naam vice president] zichzelf aanrekenen, zeker indien deze kwestie zo belangwekkend was als Medtronic de kantonrechter wil doen geloven. In ieder geval staat vast dat [naam vice president] en [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] daarna hebben afgesproken dat de regionale VP’s de overige leden van het ELT over de instemming van [naam executive vice president] met het voorstel zouden informeren. Uit de gemotiveerde reactie van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] is gebleken dat voor hem niet zonder meer duidelijk was dat het op zijn weg lag om de regionale VP’s daarover telefonisch in te lichten. En indien al juist, heeft [naam vice president] geen duidelijke termijn gegeven aan [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] waarbinnen hij dit moest oppakken. Dat sprake was van miscommunicatie (en dus niet: het niet onderkennen van de noodzaak door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] om de regionale VP’s zelf over dit kennelijk gevoelige onderwerp in te lichten), blijkt wel uit de e-mail van [naam vice president] van 16 november 2017 (zie rechtsoverweging 2.14.) waarin hij schrijft dat hij dacht dat de niet nader genoemde ‘ [naam business relationship manager] ’ de communicatie met de BD’s zou oppakken. Verder hecht de kantonrechter in dit verband waarde aan het feit dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] wel degelijk had voorvoeld dat deze kwestie gevoelig lag bij de regionale VP’s. Voordat hij de regionale VP’s immers per e-mail heeft ingelicht, heeft hij zijn concept-mail met bijlage toegezonden aan [naam vice president] , die vervolgens aangaf akkoord te zijn met de inhoud van die mail. Die aanpak getuigt juist van een goede sensiviteit over de gevoeligheid van dit onderwerp. Dat de regionale VP’s niet zijn voorgeïnformeerd, kan dus niet op het bordje van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] worden geschoven, aangezien niet is komen vast te staan dat [naam vice president] uitdrukkelijk met hem had afgesproken dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] dit op zich zou nemen.
[naam talent acquistion manager] (talent acquisition manager)
4.10.
Ter onderbouwing van het ‘bulldozergedrag’ van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] , verwijst Medtronic naar zijn dominante houding in een gesprek met [naam talent acquistion manager] op 20 december 2017. Door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] is onweersproken gesteld dat dit voorval nimmer aan hem is teruggekoppeld en dat er nooit een interne klacht door [naam talent acquistion manager] tegen hem is ingediend. Nu Medtronic dit onweersproken heeft gelaten, staat vast dat die terugkoppeling nooit aan [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] heeft plaatsgevonden en dat [naam talent acquistion manager] geen interne klacht (conform de voorgeschreven interne procedure) over het gedrag van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] op 20 december 2017 heeft ingediend. Pas bij het ontbindingsverzoek is de klacht van [naam talent acquistion manager] te berde gebracht. [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] heeft niet eerder dan bij verweerschrift zijn visie op dit gesprek kunnen geven. Van een goed werkgever mag worden gevergd dat zij wederhoor toepast alvorens zij een niet geverifieerde klacht gebruikt ter staving van haar ontbindingsverzoek. Ofschoon [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] zelf ook aangeeft dat het gesprek op 20 december 2017 ‘stevig’ was, betekent dit nog niet dat daarin de algemene omgangsnormen binnen Medtronic – vastgelegd in haar code of conduct – door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] zijn overschreden. Uit de verder onweersproken gelaten toelichting van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] , maakt de kantonrechter op dat [naam talent acquistion manager] van mening was dat er moest worden vastgehouden aan het model ASM, terwijl [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] van oordeel was dat een interne medewerker moest worden vrijgespeeld om de werving van kandidaten op te pakken. [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] heeft voldoende gemotiveerd gesteld dat, ondanks de aanpak die [naam talent acquistion manager] voorstond, men er maar niet in slaagde de personele bezetting van het shared service center op peil te krijgen, zodat er snel iets moest gebeuren om dit probleem op te lossen. De conclusie is dat niet is komen vast te staan dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] tijdens het gesprek met onder meer [naam talent acquistion manager] op
20 december 2017 ‘bulldozergedrag’ ten toon heeft gespreid en daarin grenzen heeft overschreden die binnen Medtronic algemeen gangbaar zijn.
‘Sierra-project’
4.11.
Ten derde heeft Medtronic het ‘Sierra-project’ aangehaald. Volgens haar heeft [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] expliciet aangegeven zich niet te conformeren aan het besluit van het ELT om met partij Y in zee te gaan, terwijl [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] zijn voorkeur voor partij X bleef uitdragen. Verder verwijt Medtronic [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] dat hij zich tegenover zijn team openlijk en in negatieve bewoordingen heeft uitgelaten over de keuze van het ELT om met partij Y in zee te gaan en over de gevolgen van het Sierra-project, terwijl hem geheimhouding was opgelegd.
4.12.
Met het verwijt dat Medtronic hier aan [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] maakt, gaat zij eraan voorbij dat van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] in zijn rol als senior director customer care EMEA én als lid van de stuurgroep die de aanbeveling heeft gedaan om met partij X in zee te gaan, juist een kritische grondhouding mag worden verwacht, waarbij bestaande bezwaren ook worden geuit. Als die kritische kanttekeningen vervolgens door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] worden geplaatst, kan aan iemand met de statuur van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] niet worden tegengeworpen dat hij die kritische geluiden laat horen. Ook hier geldt: dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] zich daarbij niet professioneel heeft opgesteld, is geenszins komen vast te staan. Ter zitting heeft [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] te kennen gegeven dat hij moeite had met de gemaakte keuze voor partij Y, maar dat hij zich uiteindelijk wél heeft geconformeerd aan het besluit van het ELT en dat besluit ook in Istanbul ten overstaan van zijn eigen team heeft verdedigd.
4.13.
Nu [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] betwist dat hem een geheimhouding plicht over het Sierra-project was opgelegd, had van Medtronic mogen worden gevergd om haar stelling nader te onderbouwen en te concretiseren. Dat heeft Medtronic evenwel nagelaten, zodat niet is komen vast te staan dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] over het Sierra-project geheimhouding had moeten betrachten. Iedere concretisering over wanneer en door wie die geheimhouding aan [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] zou zijn opgelegd, evenals de termijn waarover die beweerde geheimhouding zich uitstrekte, ontbreekt. [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] heeft er tevens op gewezen dat ook voormalig Regional Vice President BCEGI [naam regional vice president] in zijn team het Sierra-project heeft besproken. [naam vice president] heeft daarover ter zitting geantwoord dat hij niet weet of dit zo is omdat hij daar niet bij aanwezig was, maar dat is een onvoldoende betwisting. Dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] zich op negatieve en onprofessionele wijze ten overstaan van zijn eigen customer care team heeft uitgelaten over de keuze van de VP’s om met partij Y in zee te gaan is gemotiveerd door [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] betwist en daarom niet komen vast te staan.
4.14.
De conclusie uit het voorgaande is dat de ongeschiktheid van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] tot het verrichten van de bedongen arbeid niet is komen vast te staan.
Verbetertraject
4.15.
Ter zitting heeft Medtronic erkend dat er geen ‘klassiek’ verbetertraject heeft plaatsgevonden, maar dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] uit de vele 1:1 gesprekken met [naam vice president] en de andere signalen die hem bereikten, had moeten begrijpen dat de ‘how’ toch echt (snel) moest verbeteren. Vanwege de hoge functie van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] is het volgens Medtronic niet gebruikelijk dat een ‘klassiek’ verbetertraject wordt gevolgd.
4.16.
De kantonrechter volgt Medtronic hierin niet. Ook een werknemer met een hoge positie als [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] moet in de gelegenheid te worden gesteld om – wanneer een werkgever van mening is dat zijn functioneren verbetering behoeft (wat dus niet is komen vast te staan) – te verbeteren. Persoonlijke opvattingen van [naam vice president] over wat een werknemer uit niet schriftelijk vastgelegde signalen behoort te begrijpen – zelfs als deze opvattingen in kringen van het ELT breed zouden worden gedragen – ontslaan Medtronic niet van haar verplichting als werkgever om de volgens haar bestaande ongeschiktheid, als zij daarop vervolgens met succes een ontbindingsverzoek wil baseren, te objectiveren en aan de werknemer bijvoorbeeld een (begeleid) traject aan te bieden om die door haar vastgelegde onvoldoendes in zijn functioneren te verbeteren. Het feit dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] een zeer hoge functie bekleedt, doet aan de verplichtingen van Medtronic jegens hem niet af. Aan een directeur met een reguliere arbeidsovereenkomst komt “gewoon” ontslagbescherming toe, anders dan aan de statutair bestuurder, voor wie het ontbreken van die ontslagbescherming wordt gecompenseerd door bijvoorbeeld een
golden parachute. Dat voor [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] voorzieningen golden die rechtvaardigen hem in het ontslagrecht te behandelen als ware hij bestuurder, is gesteld noch gebleken.
4.17.
Het ‘career en development’ gesprek met [naam vice president] op 23 januari 2018 was bij uitstek de mogelijkheid geweest om gedetailleerd vast te leggen wat er in de ogen van Medtronic aan het functioneren van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] schortte om vervolgens een verbetertraject uit te stippelen. Dat is niet gebeurd. Op 19 februari 2018 is [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] op non-actief gesteld, op 26 februari 2018 stuurt [naam vice president] een e-mail rond (waar [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] niet in is gekend) waarin hij bericht dat de toekomst van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] buiten Medtronic ligt, op 1 maart 2018 is al een opvolger voor [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] benoemd en pas vier maanden na zijn non-actiefstelling wordt het onderhavige verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend. Deze handelswijze strookt niet met hetgeen van een goed werkgever mag worden verwacht.
4.18.
Omdat niet is gebleken dat [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] tijdig door Medtronic van de volgens Medtronic bestaande ongeschiktheid in kennis is gesteld en in de gelegenheid is gesteld om zijn functioneren te verbeteren, is deze grond ook om deze reden niet voldragen.
4.19.
Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor zover dat gebaseerd is op art. 7:669 lid 3, onderdeel d, BW wordt mitsdien afgewezen.
G-grond? (verstoorde arbeidsverhouding)
4.20.
Vervolgens dient te worden beoordeeld of sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding, die van dien aard is dat van de werkgever in redelijkheid niet langer te vergen is dat hij het dienstverband continueert (
Kamerstukken II2013/14, 33 818, nr. 3, p. 46). Als eerste moet de kantonrechter aan de hand van gesubstantieerde feiten en omstandigheden kunnen vaststellen dát er sprake van een duurzame en ernstige verstoring van de arbeidsverhouding en dat er geen objectiveerbare termen zijn om aan te nemen dat deze kan worden voortgezet. Daarna moet de kantonrechter blijken dat de werkgever zich reëel, redelijk en concreet heeft ingespannen om de (aangenomen) verstoring van de
arbeidsverhouding te herstellen en dat deze inspanning – de werknemer toerekenbaar – geen
resultaat opgeleverd heeft.
4.21.
Vooropgesteld wordt dat niet is komen vast te staan dát er sprake is van een ernstig en duurzame verstoorde arbeidsverhouding. Weliswaar erkent [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] dat de verhouding met [naam vice president] is verstoord, maar dat wil niet zeggen dat dit ook geldt voor andere hooggeplaatste VP’s en/of directors binnen Medtronic en dan meer in het bijzonder het ELT. Niet uit het oog moet worden verloren dat [naam vice president] degene is die input aan het ELT levert over het functioneren van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] . Als het ELT – op basis van die signalen van [naam vice president] – achteraf bezien onjuiste conclusies trekt over het functioneren van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] , leidt dat niet automatisch tot de slotsom dat er dus bij voorbaat geen draagvlak meer voor [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] binnen het ELT is.
4.22.
Daarnaast geldt dat door het niet opzetten van een verbetertraject en door in het gesprek met [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] op 19 februari 2018 – in elk geval in de, door het ontbreken van schriftelijk kritiek op zijn functioneren begrijpelijke, beleving van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] – plotsklaps aan te sturen op een einde van de arbeidsovereenkomst, die (veronderstelde) verstoring in overwegende mate zelf door Medtronic is veroorzaakt. Niet gesteld noch gebleken is dat Medtronic concrete inspanningen heeft verricht om de – in haar beleving bestaande – verstoring van de arbeidsverhouding op te lossen. Sterker nog: door in het gesprek van
19 februari 2018 meteen aan te sturen op een einde van het dienstverband, heeft Medtronic voor [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] die mogelijkheid afgesloten. Illustratief in dit verband is dat
alleovergelegde verklaringen waaruit het tekortschieten van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] zou moeten blijken na het gesprek op 19 februari 2018 zijn opgesteld. En de voornaamste verklaring waarop Medtronic zich in dit geschil telkenmale beroept is de verklaring van één persoon: [naam vice president] . Een directeur die door de jaren heen zo’n uitmuntende resultaten als [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] heeft geboekt, had meer krediet verdiend dan Medtronic in deze procedure en de periode daaraan voorafgaand ten toon heeft gespreid.
4.23.
Uit het vorenstaande volgt dat er ook geen redelijke grond is voor ontbinding
van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in art. 7:669 lid 3, onderdeel g, BW is.
H-grond? (restgrond)
4.24.
Dit is de zogenoemde restgrond: andere dan de onder
atot en met
gin art. 7:669 lid 3 BW opgenomen gronden die zodanig zijn dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. In eerste instantie legde de regering deze bepaling zeer beperkt uit door te verwijzen naar de in de Beleidsregels Ontslagtaak UWV genoemde gronden zoals detentie, illegaliteit van de werknemer en het niet beschikken over een tewerkstellingsvergunning. Ook de verwijzing naar het in de
Kamerstukken II, 2013/2014, 33818, 7, p. 130 door de regering genoemde voorbeeld voor deze restgrond (de manager met wie verschil van mening bestaat over het te voeren beleid) kan Medtronic niet baten. Deze vergelijking gaat namelijk hier niet op. De regering heeft immers tevens benadrukt dat de h-grond niet dient te worden gebruikt voor het repareren van een op één van de benoemde gronden onvoldoend onderbouwd ontslag. Deze h-grond kan op dit moment dus niet ertoe leiden dat verschillende andere gronden, die – gelijk hiervoor geoordeeld – op zich onvoldoende redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst opleveren, dit samengeteld wél doen (
Handelingen I, 2013/13, 33818, 32, p. 10).
4.25.
De h-grond levert dus evenmin een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst ex art. 7:669 lid 3 BW op.
Slotsom
4.26.
Er is géén redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in art. 7:671 b lid 1, onderdeel a, in verbinding met art. 7:669 lid 1 en 3 onderdelen d, g en h BW. Het verzoek wordt derhalve afgewezen. Nu de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet wordt ontbonden, behoeft ook de vraag of [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] recht heeft op uitbetaling van de verschillende LTI’s thans geen beoordeling.
In de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken
4.27.
De voorwaarde waaronder deze verzoeken zijn gedaan, namelijk dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen wordt ontbonden, is niet vervuld zodat aan beoordeling niet wordt toegekomen.
In het verzoek en de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken
Proceskosten
4.28.
Medtronic dient als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Vanwege de gelijktijdige behandeling met het kort geding waarin [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] eveneens in het gelijk is gesteld, worden de kosten in de verzoekschriftprocedure aan de zijde van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] tot op heden begroot op € 400,00 aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter:
In het verzoek en de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken
5.1.
wijst het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af;
5.2.
wijst het meer of anders verzochte eveneens af;
5.3.
veroordeelt Medtronic tot betaling van de kosten van deze verzoekschriftprocedure aan de zijde van [verweerder, tevens verzoeker in de (deels voorwaardelijke) tegenverzoeken] gerezen, tot op heden begroot op € 400,00, en verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E. Elzinga en is in het openbaar uitgesproken.