Subsidiair onder III. en IV. vordert [eisende partij] [woonplaats gedaagde partij] te veroordelen zijn werkzaamheden ten behoeve van [bedrijfsnaam nieuwe werkgever gedaagde partij, 2e locatie] BV te staken en de verbeurde boetes te betalen.
Allereerst dient te worden vastgesteld of [woonplaats gedaagde partij] heeft gehandeld in strijd met het non-concurrentiebeding en of boetes zijn verbeurd.
Ter onderbouwing van haar stelling dat gedaagde heeft gehandeld in strijd met het non-concurrentiebeding brengt [eisende partij] een onderzoeksrapport van RBZ Recherche in het geding.
Uit het rapport kan worden afgeleid dat sprake is geweest van dertien observaties op dertien verschillende dagen. Observaties die telkens 1 tot 2 uur hebben geduurd en die op verschillende tijdstippen zijn uitgevoerd. Tijdens alle observaties is [woonplaats gedaagde partij] gezien ten bedrijve van [bedrijfsnaam nieuwe werkgever gedaagde partij, 2e locatie] BV.
Het verweer dat [woonplaats gedaagde partij] enkel zijn auto bij [bedrijfsnaam nieuwe werkgever gedaagde partij, 2e locatie] BV parkeert wordt verworpen. Zoals gesteld hebben de observaties telkens 1 tot 2 uur geduurd op variërende tijdstippen op een dag. Van enkel parkeren kan dan ook geen sprake zijn.
Ook het verweer dat [woonplaats gedaagde partij] gedurende zijn aanwezigheid op de locatie Veldhoven, enkel voorbereidende werkzaamheden verrichtte voor zijn projecten/opdrachten van [bedrijfsnaam nieuwe werkgever gedaagde partij] BV wordt verworpen. Dit is niet nader onderbouwd en voorts niet controleerbaar. [woonplaats gedaagde partij] heeft werkzaamheden verricht ten kantore van [bedrijfsnaam nieuwe werkgever gedaagde partij, 2e locatie] BV. Naar het oordeel van de kantonrechter staat daarmee vooralsnog genoegzaam vast dat [woonplaats gedaagde partij] heeft gehandeld in strijd met het non-concurrentiebeding; hij heeft werkzaamheden verricht binnen een straal van 80 kilometer rond [vestigingsplaats eisende partij] bij een concurrent.
De kantonrechter heeft thans geen redenen te twijfelen aan de bevindingen in het onderzoeksrapport. De door [woonplaats gedaagde partij] in het geding gebrachte uitdraaien van Google Maps sec, zeggen naar het oordeel van de kantonrechter (nog) niets. Deze zijn kennelijk manipuleerbaar, terwijl de stellingen van [woonplaats gedaagde partij] dat hij zich elders bevond niet anderszins zijn onderbouwd door bijvoorbeeld dag- en/of weekstaten, urenverantwoordingslijsten of iets dergelijks. Voorshands is de kantonrechter van oordeel dat het onderzoeksrapport aantoont dat [woonplaats gedaagde partij] het non-concurrentiebeding heeft overtreden.
Bij veroordeling in kort geding tot betaling van een geldsom dienen feiten en omstandigheden te worden aangewezen die meebrengen dat de voorziening uit hoofde van onverwijlde spoed is geboden. Nu de verbeurde boetes dienen als prikkel om tot staking van overtreding van het concurrentieverbod te komen, acht de kantonrechter de benodigde onverwijlde spoed aanwezig, zodat tot veroordeling van een geldsom kan worden overgegaan. Het handelen in strijd met het non-concurrentiebeding heeft in ieder geval dertien dagen geduurd. [woonplaats gedaagde partij] heeft daarmee een boete verbeurd van € 5.600,00, welk bedrag vermeerderd met de gevorderde rente, aan [eisende partij] zal worden toegewezen. Voor toewijzing van een hoger bedrag aan boetes, voor zover dit al is gevorderd, acht de kantonrechter vooralsnog geen redenen aanwezig.