ECLI:NL:RBLIM:2018:7094
Rechtbank Limburg
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke handhavingszaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 27 juli 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding. Verzoeker had eerder aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal verzocht om handhavend op te treden tegen illegale permanente bewoning van een kantoorgebouw. Dit verzoek werd afgewezen, waarna verzoeker bezwaar maakte. Het college verklaarde het bezwaar ongegrond bij besluit van 8 februari 2018. Verzoeker heeft vervolgens beroep ingesteld, maar trok dit beroep in op 2 juli 2018, met het verzoek om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank oordeelde dat het verzoek om proceskostenvergoeding moest worden afgewezen. De rechtbank baseerde zich op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, die de voorwaarden voor proceskostenvergoedingen regelen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een tegenmoetkoming van het bestuursorgaan aan verzoeker, omdat het bestuursorgaan niet had gehandeld in de beroepsprocedure. De beëindiging van de illegale bewoning was het gevolg van vrijwillige actie van de eigenaar van het pand, en niet van handhavend optreden door verweerder.
De rechtbank wees het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat niet voldaan was aan de wettelijke vereisten voor toekenning. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden op de hoogte gesteld van de beslissing.