Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het exploot van de dagvaarding van 17 november 2017,
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 3,
- het tussenvonnis van 4 april 2018, waarbij een comparitie van partijen is bevolen,
- de akte overlegging producties ten behoeve van de comparitie van partijen van Relined, met producties E1 tot en met E31,
- de akte overlegging producties ten behoeve van de comparitie van partijen van Weller, met producties 4 tot en met 6,
- het proces-verbaal van comparitie van 14 mei 2018.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“dat aansprakelijkheid voor onrechtmatig handelen van een niet ondergeschikte opdrachtnemer alleen bestaat indien het gaat om werkzaamheden die een opdrachtgever ter uitoefening van zijn bedrijf door die opdrachtnemer doet verrichten. Aansprakelijkheid kan niet worden aangenomen indien de benadeelde de dader en het bedrijf van diens opdrachtgever niet als een zekere eenheid kan beschouwen. De schade behoort dan niet tot de risicosfeer van de opdrachtgever.”