ECLI:NL:RBLIM:2018:7175

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 juli 2018
Publicatiedatum
25 juli 2018
Zaaknummer
C/03/244965 / HA ZA 18-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van Weller Vastgoed Ontwikkeling B.V. voor schade aan glasvezelkabel van Relined B.V. na graafwerkzaamheden

In deze zaak vordert Relined B.V. dat Weller Vastgoed Ontwikkeling B.V. aansprakelijk wordt gesteld voor schade aan een glasvezelkabel die is ontstaan tijdens graafwerkzaamheden uitgevoerd door een onderaannemer. De rechtbank Limburg heeft op 11 juli 2018 vonnis gewezen in deze civiele zaak, waarin de aansprakelijkheid van Weller wordt onderzocht op basis van de artikelen 6:171 en 6:162 van het Burgerlijk Wetboek, evenals de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten 2008 (WION 2008).

Relined stelt dat Weller als grondroerder verantwoordelijk is voor de schade, omdat zij niet voldoende onderzoek heeft gedaan naar de ligging van de kabels en niet de nodige zorgvuldigheid heeft betracht tijdens de graafwerkzaamheden. Weller betwist deze aansprakelijkheid en stelt dat zij niet de uitvoerende partij was, maar slechts opdrachtgever aan de hoofdaannemer Jongen. De rechtbank oordeelt dat Weller niet als grondroerder kan worden aangemerkt, omdat de feitelijke werkzaamheden door een derde partij zijn uitgevoerd.

De rechtbank concludeert dat Weller niet aansprakelijk is op grond van de WION 2008, omdat zij niet de grondroerder was en ook niet onrechtmatig heeft gehandeld. De vordering van Relined wordt afgewezen, en Relined wordt veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van opdrachtgevers en grondroerders in het kader van graafwerkzaamheden en de zorgvuldigheid die daarbij in acht moet worden genomen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/244965 / HA ZA 18-18
Vonnis van 11 juli 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RELINED B.V.,
gevestigd te Vianen,
eiseres,
advocaat mr. F.J. van Velsen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WELLER VASTGOED ONTWIKKELING B.V.,
gevestigd te Heerlen,
gedaagde,
advocaat mr. M.C.G. Nijssen.
Partijen zullen hierna Relined en Weller genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van de dagvaarding van 17 november 2017,
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 3,
  • het tussenvonnis van 4 april 2018, waarbij een comparitie van partijen is bevolen,
  • de akte overlegging producties ten behoeve van de comparitie van partijen van Relined, met producties E1 tot en met E31,
  • de akte overlegging producties ten behoeve van de comparitie van partijen van Weller, met producties 4 tot en met 6,
  • het proces-verbaal van comparitie van 14 mei 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Relined is eigenaar en beheerder van glasvezelnetwerken door heel Nederland, waaronder dat nabij het treinstation in Heerlen.
2.2.
Op 23 april 2015 zijn er werkzaamheden uitgevoerd in Heerlen ter hoogte van Stationsplein nr. 3. Daarbij is schade toegebracht aan het netwerk, te weten aan de glasvezelkabel met toebehoren.
2.3.
Volker Staal en Funderingen B.V. (hierna: Volker Staal), een onderaannemer van Aannemersbedrijf Jongen B.V. (hierna: Jongen), heeft de feitelijke werkzaamheden uitgevoerd als gevolg waarvan de glasvezelkabel is geraakt en de schade is ontstaan. Jongen heeft met Weller een aannemingsovereenkomst gesloten om de “bouwkuip Zuid”, een onderdeel van het project Maankwartier, te ontgraven en de daarmee samenhangende werkzaamheden te verrichten.
2.4.
Het toegewezen kabelbed ligt geheel op gemeentegrond. De plaats waar de glasvezelkabel is geraakt ligt volgens de tekening van Relined in het kader van de Klic-melding buiten het bouwterrein van de bouwkuip Zuid in gemeentegrond.
2.5.
De glasvezelkabel is hersteld door een noodtracé aan te leggen op 60 centimeter diepte langs de nabijgelegen gasleiding. Daarbij zijn kosten gemaakt ad € 5.158,21 ex btw. Definitieve reparatie heeft nog niet plaatsgevonden. Daartoe zijn op voorhand kosten begroot.
2.6.
Weller is ook na herhaald verzoek niet overgegaan tot betaling van welk bedrag dan ook ter vergoeding van de door Relined geleden schade.

3.Het geschil

3.1.
Relined vordert dat Weller bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld tegen kwijting aan eiseres te voldoen de somma van € 32.734,95 vermeerderd met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf de dag van dagvaarding tot aan die van de algehele betaling, met veroordeling van Weller in de kosten van het geding.
3.2.
Relined legt aan de vordering ten grondslag dat Weller als grondroerder, althans als degene onder wiens verantwoordelijkheid de schade toebrengende graafwerkzaamheden plaatsvonden, de onderzoeksplicht naar de ligging van kabels niet zorgvuldig heeft uitgevoerd en voorafgaand aan de werkzaamheden onvoldoende maatregelen heeft genomen om te bewerkstelligen dat geen schade zou ontstaan door die werkzaamheden. Weller heeft volgens Relined aldus gehandeld in strijd met de in het maatschappelijk verkeer betamelijke zorgvuldigheid, hetgeen onrechtmatig is (artikel 6:162 BW). In dit verband wordt gewezen op (artikel 2 van) de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten 2008 (hierna: WION 2008).
Relined stelt onder verwijzing naar haar productie E27 en E1 (en productie 3 bij antwoord) dat Weller wijzigingen heeft aangebracht aan de inrit en dat door werkzaamheden in verband met die wijziging het glasvezelnetwerk is geraakt. Of de beschadigde glasvezelkabel al dan niet buiten het werkterrein ligt, is niet relevant in verband met de zogenoemde anderhalvemeter-regel, zoals deze volgt uit de CROW richtlijn.
De schade aan het glasvezelnetwerk is het gevolg van het handelen van Weller en als redelijk te verwachten gevolg ook aan Weller toe te rekenen. De vordering strekt tot vergoeding van schade uit onrechtmatige daad, waarbij door Relined om abstracte begroting van de schade wordt verzocht. De objectieve reparatiekosten blijken uit de kosten van herstel door bekwame reparateurs. Daarnaast zijn er kosten voor vaststelling van de schade en de aansprakelijkheid, alsmede kosten van administratieve afhandeling (artikel 6:96 lid 2 sub b en c BW). Productie E13 geeft de opbouw van de schade weer.
3.3.
Weller voert verweer. Gesteld wordt dat Weller in haar hoedanigheid als ontwikkelaar met Jongen een aannemingsovereenkomst heeft gesloten, dat Jongen de hoofdaannemer is en dat Weller niet grondroerder is in de zin van de WION 2008. Weller en de aan haar gelieerde rechtspersoon Stichting Weller Wonen (100% aandeelhouder van de Weller holding) voeren geen aannemings- of bouwbedrijf, maar houden zich bezig met volkshuisvesting (Stichting Weller Wonen) en met administratie, begeleiding, beheer, exploitatie van en handelen en beleggen in registergoederen alsmede het ontwikkelen van bouwprojecten (Weller).
Weller stelt voorts dat het wijzigen van de vorm van de inrit niet te relateren is aan het raken van de glasvezelkabel. Blijkens de tekening ter beschikking gesteld door Relined bij de klic-melding ligt de kabel buiten het werkterrein. De bewering van de heer [naam] (hierna: [naam] ), zoals weergegeven in productie E27, is onjuist.
Indien wordt geoordeeld dat Weller aansprakelijkheid is, wordt ingestemd met abstracte begroting van de schade. Weller stelt evenwel dat de (geschatte) schadeposten onvoldoende zijn onderbouwd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Centraal staat de vraag of Weller als grondroerder of als opdrachtgever aansprakelijk is voor de graafschade aan de glasvezelleiding van Relined wegens onzorgvuldig handelen.
Is Weller grondroerder in de zin van artikel 1 WION 2008?
4.2.
Op de grondroerder rusten op grond van artikel 2 lid 2 en 3 WION 2008 twee hoofdverplichtingen: 1) het verrichten van onderzoek naar de precieze ligging van kabels en leidingen vóór aanvang van de werkzaamheden, en, in het verlengde van deze onderzoekplicht, 2) het op zorgvuldige wijze verrichten van graafwerkzaamheden.
De uitvoering van de graafwerkzaamheden moet zo plaatsvinden dat redelijkerwijs geen schade toegebracht wordt aan kabels en leidingen. Er gelden hoge eisen aan de uitvoering van het graafwerk, omdat de grondroerder, op basis van de onderzoekplicht, geacht wordt (geobjectiveerde) wetenschap te hebben van de aanwezigheid en de ligging van kabels en leidingen.
4.3.
Onder grondroerder wordt in artikel 1 lid 1 sub g WION 2008 verstaan degene onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden worden verricht.
4.4.
Tussen partijen is niet in geding dat Weller niet de feitelijke graafwerkzaamheden heeft uitgevoerd, maar Volker Staal. Niet in geding is dat niet Weller maar Jongen aan Volker Staal opdracht heeft geven tot het uitvoeren van de feitelijke werkzaamheden. Onbetwist is dat Jongen de uitvoerend hoofdaannemer van op grond van een aannemingsovereenkomst aan het werk is.
Relined heeft de stelling van Weller dat zij geen bouwbedrijf/aannemingsbedrijf voert, maar een onderneming in vastgoedontwikkeling en vastgoedbeheer drijft, niet betwist. Ook heeft Relined niet weersproken dat Jongen, als aannemer, dus niet ter uitoefening van het bedrijf van Weller werkzaamheden verrichtte.
4.5.
De opdrachtgever, in de zin van artikel 2 lid 1 WION 2008, geeft opdracht tot het uitvoeren van een werk waarbij graafwerkzaamheden worden verricht. De rollen van opdrachtgever en grondroerder vallen dus niet per se samen.
4.6.
Weller is niet de grondroerder in de zin van de WION 2008. Weller is (slechts) de opdrachtgever in de zin van de WION in de contractuele relatie met Jongen, de grondroerder.
Is Weller als opdrachtgever aansprakelijk op grond van artikel 6:171 BW?
4.7.
In het algemeen geldt dat de opdrachtgever – Weller – jegens derden – Relined –(risico)aansprakelijk is voor fouten van niet-ondergeschikten – Jongen – die in zijn opdracht én ter uitvoering van zijn bedrijf werkzaamheden verricht (artikel 6:171 BW). De opdrachtgever kan hierdoor zelfstandig worden aangesproken ook al heeft hij aan zijn informatieplicht jegens de grondroerder (ex artikel 2 lid 1 WION 2008) voldaan. De Hoge Raad heeft evenwel geoordeeld dat de reikwijdte van deze risicoaansprakelijkheid beperkt moet worden uitgelegd (Delfland/Stoeterij, Hoge Raad 21 december 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD7395):
“dat aansprakelijkheid voor onrechtmatig handelen van een niet ondergeschikte opdrachtnemer alleen bestaat indien het gaat om werkzaamheden die een opdrachtgever ter uitoefening van zijn bedrijf door die opdrachtnemer doet verrichten. Aansprakelijkheid kan niet worden aangenomen indien de benadeelde de dader en het bedrijf van diens opdrachtgever niet als een zekere eenheid kan beschouwen. De schade behoort dan niet tot de risicosfeer van de opdrachtgever.
4.8.
Aansprakelijkheid van Weller op grond van artikel 6:162 BW in verbinding met artikel 6:171 BW is dan ook niet aan de orde.
Is Weller als opdrachtgever zelfstandig op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk?
4.9.
Artikel 2 lid 12 WION 2008 bepaalt dat de opdrachtgever er zorg voor draagt dat de graafwerkzaamheden waartoe hij opdracht geeft, op zorgvuldige wijze kunnen worden verricht.
4.10.
Relined heeft in dit kader (enkel) opgemerkt dat het er niet aan af doet dat een derde, te weten (het bedrijf van) [naam] , in opdracht van Weller de kabels en leidingen in kaart heeft gebracht en deze werkzaamheden had afgerond op het moment dat de schade toebrengende graafwerkzaamheden plaatsvonden.
Relined heeft, naar de rechtbank begrijpt ter nadere onderbouwing van dit punt, verschillende pagina’s uit de CROW richtlijn 250 (Richtlijn zorgvuldig graafproces) als productie in geding gebracht. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, blijft onduidelijk welke conclusie over Weller als WION 2008-opdrachtgever Relined daaruit trekt.
4.11.
Relined heeft niet weersproken dat een Klic-melding is gedaan en dat uit de door Relined ter beschikking gestelde tekening blijkt dat de glasvezelkabel buiten het werkterrein ligt. Relined heeft daarover (slechts) opgemerkt dat op grond van de CROW richtlijn 250 een marge van anderhalvemeter in acht moet worden genomen.
De richtlijnen inzake de veiligheidsmarge uit de CROW richtlijn 250 (pagina’s 42-44, 54) regarderen Weller als opdrachtgever niet, omdat die aan de grondroerder zijn gericht.
4.12.
Relined heeft dus niet, althans niet concreet onderbouwd gesteld dat Weller als opdrachtgever in de zin van artikel 2 lid 1 WION 2008 onzorgvuldig heeft gehandeld, als bedoeld in dat lid. Dat Weller in strijd heeft gehandeld met de in het maatschappelijk verkeer betamelijke zorgvuldigheid (artikel 6:162 BW) is dan ook niet vast komen te staan.
Conclusie
4.13.
De vordering van Relined moet worden afgewezen.
Proceskosten
4.14.
Relined zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. Deze worden aan de zijde van Weller begroot op € 3.314,00 (€ 1.924,00 griffierecht en € 1.390,00 salaris advocaat, te weten 2 punten tarief III à € 695,00).
De gevorderde nakosten zullen op de hierna in het dictum weergegeven wijze worden toegewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt Relined in de kosten van het geding aan de zijde van Weller begroot op € 3.314,00, vermeerderd met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Relined niet binnen twee weken na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.3.
verklaart dit vonnis wat de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J.H. Hoofs en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: EvB