Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
eiser, nader te noemen de man,
advocaat mr. I. Wudka, gevestigd te Maastricht;
gedaagde, nader te noemen de vrouw,
advocaat mr. Y.G.M.J. Breukers, gevestigd te Roermond.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 2 augustus 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een man en een vrouw, die voormalige echtgenoten zijn. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. I. Wudka, vorderde nakoming van de omgangsregeling met hun minderjarige dochter, die bij de vrouw woont. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. Y.G.M.J. Breukers, had op advies van Veilig Thuis de omgang stopgezet vanwege zorgen over de veiligheid van de dochter, die het Syndroom van Down heeft. De man stelde dat hij in een Kafkaiaanse situatie was beland, omdat hij zich moest verdedigen tegen vage beschuldigingen zonder concrete aanwijzingen.
De rechtbank oordeelde dat de omgang tussen de man en de dochter jarenlang zonder problemen had plaatsgevonden en dat er geen actuele zorgen waren die de omgang konden rechtvaardigen. De voorzieningenrechter vond het onbegrijpelijk dat Veilig Thuis de omgang had stopgezet zonder duidelijke en concrete informatie. De vrouw had zich verscholen achter het advies van Veilig Thuis, terwijl het onderzoek naar de zorgen rondom de dochter nog gaande was en geen aanwijzingen gaf dat de man een gevaar vormde.
De voorzieningenrechter besloot de vordering van de man tot nakoming van de omgangsregeling toe te wijzen, maar wees de vordering om een dwangsom te verbinden af, omdat de vrouw had aangegeven het vonnis te zullen respecteren. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd openbaar uitgesproken en schriftelijk vastgelegd op 7 augustus 2018.