Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het deskundigenbericht van 30 mei 2017
- de conclusies na deskundigenbericht van 13 december 2017.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een echtscheiding tussen twee partijen, waarbij de verdeling van goederen aan de orde is. De rechtbank heeft op 24 januari 2018 een eindvonnis uitgesproken in de procedure met zaaknummer C/03/217768/HA ZA 16-132. De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.F. Cohen, en de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.M.O. Puddu, hebben hun geschil over de verdeling van de gezamenlijke bezittingen aan de rechtbank voorgelegd. De rechtbank heeft in eerdere tussenvonnissen al enkele beslissingen genomen, maar de verdeling van de Mercedes was nog niet definitief vastgesteld. Een deskundige is ingeschakeld om de waarde van de Mercedes te taxeren, welke is vastgesteld op € 3.000,-. Deze waarde is door beide partijen niet betwist. De rechtbank heeft besloten de Mercedes toe te delen aan de gedaagde in conventie, met de verplichting om de helft van de waarde aan de eiseres te betalen.
Daarnaast heeft de rechtbank de verdeling van andere bezittingen, zoals een Suzuki Alto en verzekeringspenningen, behandeld. De rechtbank heeft bepaald dat de partijen ieder hun eigen proceskosten dragen, en dat de kosten voor de deskundige door hen gezamenlijk moeten worden betaald. De rechtbank heeft ook de wettelijke rente toegewezen vanaf de datum van de verdeling. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. G.M. Drenth in het openbaar.