In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee buren over de eigendom van een strook grond. De eisende partij, die sinds 2015 eigenaar is van een perceel, vordert de gedaagde partij, die sinds 2003 eigenaar is van een aangrenzend perceel, te veroordelen tot het verwijderen van een erfafscheiding die volgens hen op hun perceel staat. De gedaagde partij beroept zich op verkrijgende verjaring, stellende dat zij en haar rechtsvoorgangers altijd het bezit van de grond hebben gehad. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de erfgrens bij de bouw van de woningen in 1990 verkeerd is geplaatst en dat de gedaagde partij te goeder trouw het bezit van de grond heeft gehad. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde partij door verjaring eigenaar is geworden van de grond, en wijst de vorderingen van de eisende partij af. De gedaagde partij krijgt een verklaring voor recht dat zij eigenaar is geworden van de grond door verjaring, en de eisende partij wordt veroordeeld in de proceskosten.