Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
LOMITEL ZUID B.V.,
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding d.d. 30 oktober 2019
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie
- de nadere producties van de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
- de mondelinge behandeling ter zitting van 11 november 2019.
2.De feiten
Er is sprake van een zodanige medische ontwikkeling dat het opportuun is om de reintegratie in de eigen functie gestalte te kunnen geven. Concreet houdt dit dan in dat dhr. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] naast het lopende reintegratietraject gericht op ander werk ook met eigen werkzaamheden kan starten. (…)
Conform mijn onderzoek heden kan ik geen specifieke arbeidsrelevante beperkingen meer vaststellen. Gezien voorgaande acht ik betrokkene in staat om in volle omvang eigen werk uit te voeren, doch is een tijdelijke periode (max 6 weken) te overwegen tijdens dewelke betrokkene in volle omvang eigen werk verricht (max 6 weken) terwijl hij nog niet hersteld gemeld wordt (ook gezien de lange duur van het verzuim tot nu toe). Anderzijds zijn er nu ook nog klachten (die weliswaar m.i. geen reden zijn voor ongeschiktheid) die voortkomen uit een probleemsituatie tussen werknemer en werkgever.”
Op dit moment ontbreekt het me nog aan medische informatie van de behandelaar om een onderbouwd advies te kunnen geven tav hersteldmelding of niet (rappel is reeds verstuurd, zelf heb ik verschillende malen getracht om hem te spreken, doch dit bleek niet mogelijk. Ik zal deze week nog pogingen ondernemen en na contact betrokkene en werkgever inlichten.”
Ik volg patiënt na artroscopische decompressie van de rechterschouder in maart 20128, ongeveer 1 jaar geleden.
Ik acht klant geschikt voor de maatgevende arbeid in de volle omvang omdat de belasting in de functie de belastbaarheid niet overschrijdt; ook niet ten aanzien van frequent reiken. Dat betekent dat u geschikt bent voor uw eigen werk.”
Beslissing op uw aanvraag
3.De vorderingen en de verweren
4.De beoordeling
bij voorraadte treffen. Daarmee is niet te verenigen dat de uitvoerbaarheid van een toegewezen voorziening wordt geschorst.