Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het op 7 oktober 2019 ter griffie ontvangen verzoekschrift
- het op 18 oktober 2019 ter griffie ontvangen verweerschrift van diezelfde datum
- de brief d.d. 21 oktober 2019 van de zijde van [verzoeker] inhoudende een wijziging van zijn verzoek
- de mondelinge behandeling ter zitting van 29 oktober 2019.
2.De feiten
Vanmorgen is geconstateerd dat u in strijd met deze gedragscode heeft gehandeld door verdovende middelen te gebruiken tijdens de werktijd. Vanwege het door u getoonde volstrekt onaanvaardbare gedrag, bestaande uit het gebruiken van verdovende middelen tijdens werktijd en het aldus in strijd handelen met deze gedragscode, heb ik u mondeling op staande voet ontslagen (zoals bedoeld in artikel 7:678 8W). Dit ontslag bevestig ik u thans schriftelijk. Voor zover u meerdere keren verdovende middelen zou hebben gebruikt tijdens werktijd merk ik hierbij op dat iedere keer afzonderlijk dat u zulks heeft gedaan en aldus in strijd heeft gehandeld met de gedragscode, alsmede deze voorvallen in onderlinge samenhang beschouwd, aangemerkt kunnen worden als een dringende reden voor ontslag op staande voet.”
3.Het verzoek
Het onder I Primair verzochte wenst verzoeker in te trekken (kort samengevat: vernietiging van de opzegging en herstel van de arbeidsrelatie);
wegens het ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever ex art. 7:671c BW.”
4.De beoordeling
kanintrekken omdat dat ontslag een eenzijdige rechtshandeling is die slechts met toestemming van [verzoeker] kan worden ingetrokken, en die toestemming – zo begrijpt de kantonrechter [verzoeker] – niet is gegeven. De kantonrechter deelt deze opvatting van [verzoeker] . Nu [verzoeker] dit (echter) gepaard heeft laten gaan met een intrekking van het verzoek om die opzegging te vernietigen, dient de conclusie te luiden dat de arbeidsovereenkomst door de onverwijlde opzegging op 3 september 2019 rechtsgeldig tot een einde is gekomen. Om die reden kan aan het meer subsidiaire verzoek zoals weergegeven onder 3.3. niet worden toegekomen omdat er geen arbeidsovereenkomst meer is die ontbonden kan worden. Dat verzoek wordt dus afgewezen.