Uitspraak
1.De procedure
5en 6
2.De feiten
5maart 2017 van € 8.096,41 en op 19 maart 2017 van € 13.014,78. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de declaraties van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot een bedrag van€ 21.307,19 ondanks sommatie onbetaald gelaten. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft ter verzekering van verhaal van haar vordering beslag doen leggen op een onroerende zaak die aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in mede-eigendom toebehoort.
3.Het geschil
4.De beoordeling In conventie
bij de overeenkomst,volgt echter niet uit het geleverde en kan ook niet volgen uit het aangeboden bewijs. Het volgt niet uit de verklaring van de psychiater van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (productie 5), die slechts bevestigt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toetertijd niet in staat was zich een rea listisch beeld van zijn situatie te vormen en zeer beïnvloedbaar was. Het tegendeel volgt uit het feit dat de overeenkomst op elke pagina, ook die waarop het uurtarief en de bijkomende kosten zijn vermeld, door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is geparafeerd en aan het slot is ondertekend. Voor een ge slaagd beroep op misbruik van omstandigheden is vereist dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wist of moest be grijpen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] door zijn abnormale geestestoestand werd bewogen tot het aangaan van de overeenkomst, die hij anders niet zou zijn aangegaan. Dat deze situatie zich zou hebben voorgedaan, volgt nergens uit. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] behoefde zich door niets te laten weerhouden van het sluiten van de overeenkomst. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is advocaat en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] had dringende behoefte aan rechtsbijstand. Ter zake hebben partijen een overeenkomst gesloten die in zo'n situatie gebruikelijk is en waarin geen onredelijk beding valt te ontdekken. Ook niet in het uurtarief. Als al juist is dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veronderstelde dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar diensten zou verlenen voor een 'prix d' ami' van € 100 per uur, is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in gebreke gebleven om te bewijzen (of aan te bie den dat doen) dat deze veronderstelling werd gerechtvaardigd door enige uitlating van [naam advocaat 1] . Zodanige uitlating is niet begrepen in de mail van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 8 november 2019 (productie 1), waarin sprake is van matiging van de (eind)declaratie, niet van het uurtarief.
==€ 375 + 6 %
==€ 397,50 + 21% = € 480,98 in mindering brengen. ·
5tot en met 8 maart 2018, toen [naam advocaat 1] met vakantie was en [naam advocaat 2] de zitting heeft waargenomen waar het bezwaarschrift tegen de opge legde beperkingen gedurende de voorlopige hechtenis werd behandeld, 18 uur voor bestude-