ECLI:NL:RBLIM:2019:11820

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 juni 2019
Publicatiedatum
16 juni 2021
Zaaknummer
7561074 CV EXPL 19-1270
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.P. van Unen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde nota advocaat en verweer op basis van misbruik van omstandigheden

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft de kantonrechter op 26 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap (eiseres in conventie) en een gedaagde (gedaagde in conventie) over een onbetaalde nota voor juridische bijstand. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 21.307,19, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, terwijl de gedaagde verweer voerde en stelde dat de overeenkomst van opdracht niet tot stand was gekomen of vernietigd diende te worden wegens misbruik van omstandigheden. De gedaagde betoogde dat hij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst niet in staat was om een redelijke waardering van de belangen te maken, omdat hij onder druk stond door een strafrechtelijke verdenking. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst tot stand was gekomen en dat de gedaagde zijn verplichtingen tot betaling diende na te komen, met uitzondering van een aantal declaraties die als onredelijk werden beschouwd. Uiteindelijk werd de vordering in conventie gedeeltelijk toegewezen, en de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 14.513,21, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering in reconventie van de gedaagde werd afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd.

Uitspraak

VONNIS
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht Burgerlijk recht
Zaaknummer: 7561074 CV EXPL 19-1270
Vonnis van de kantonrechter van 26 juni 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
kantoor houdend [adres 1] , [vestigingsplaats]
eiseres in conventie, verweerster in reconventie
verder te noemen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
gemachtigde [naam advocaat 1]
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
wonend [adres 2] , [woonplaats]
gedaagde in conventie, eiser in reconventie
verder te noemen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
gemachtigde mr. M.H.J.M. Stassen.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure tot 30 januari 2019 blijkt uit het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van die datum, waarbij de zaak is verwezen naar de rechtbank Limburg, locatie Maastricht, kamer voor kantonzaken. Het procesverloop daarna blijkt uit:
- het exploot van oproeping van 19 februari 2019 om voor deze rechter voort te procederen
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties 8 en 9
- de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bevolen
- de brief van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met producties (doorgenummerd)
5en 6
- het proces-verbaal van de zitting op 21 mei 2019.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op of omstreeks 3 september 2017 telefonisch het bericht ontvangen dat hij werd verdacht van moord en dat op die datum een doorzoeking van zijn woning zou plaatsvinden. Hij is toen spoorslags naar huis gereden en heeft een bekende van hem, als advocaat verbonden aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [naam advocaat 2] , gebeld. In overleg met hem is besloten dat de eveneens aan het kantoor verbonden [naam advocaat 1] bij de huiszoeking aanwezig zou zijn en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (verder) zou bijstaan.
2.2
Op dezelfde dag of daags daarna hebben partijen ten kantore van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een overeenkomst van opdracht ondertekend (productie 1 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ). Daarin is een uur­ tarief van € 250 te vermeerderen met 6% kantoorkosten en met 21% btw overeengekomen, in rekening te brengen in tijdseenheden van 6 minuten en te betalen op declaratiebasis, telkens binnen 14 dagen na de factuurdatum.
2.3
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft na de genoemde huiszoeking de rechtsbijstand aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voort­ gezet en daarvoor declaraties met een specificatie van de bestede tijd gestuurd op
5maart 2017 van € 8.096,41 en op 19 maart 2017 van € 13.014,78. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de declaraties van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot een bedrag van€ 21.307,19 ondanks sommatie onbetaald gelaten. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft ter verzekering van verhaal van haar vordering beslag doen leggen op een onroerende zaak die aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in mede-eigendom toebehoort.

3.Het geschil

3.1
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert de veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling van genoemde
€ 21.307,19 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van verzuim, met
€ 3.196,27 aan krachtens de algemene voorwaarden van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verschuldigde buiten­ gerechtelijke incassokosten en met de kosten van de gelegde beslagen, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten.
3.2
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer. Hij stelt, kort gezegd, dat de schriftelijke overeenkomst van opdracht niet met zijn werkelijke wil overeenstemt omdat deze is aangegaan terwijl zijn geestelijke vermogens (tijdelijk) zodanig waren gestoord dat hij niet in staat was tot een re­ delijke waardering van de betrokken belangen, althans onder misbruik van omstandigheden door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veronderstelde dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hem zou bijstaan voor een vriend­ schappelijk tarief van€ 100 per uur. De overeenkomst is niet tot stand gekomen althans dient te worden vernietigd of te worden gewijzigd, aldus dat het uurtarief€ 100 bedraagt. Subsidiair betwist [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het waarheidsgehalte en de redelijkheid van het aantal uren dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt aan de zaak hebben besteed en in rekening heeft gebracht.
3.3
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert in reconventie de veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om binnen 14 dagen na de betekening van het vonnis het beslag op te heffen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100 per dag dat niet aan de veroordeling wordt voldaan, met veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten.

4.De beoordeling In conventie

4.1
Het beroep van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op het in werkelijkheid ontbreken van zijn in de schriftelijke overeenkomst vastgelegde wil en zijn beroep op misbruik van omstandigheden zijn beide gebaseerd op de stelling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ten tijde van het sluiten van de overeenkomst ernstig was aangeslagen door de strafrechtelijke vervolging. Zodanig dat sprake was van een tijdelijke stoornis die een redelijke waardering van de betrokken belangen belette. De bewijslast daar­ van rust niet op hem, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , omdat de rechtshandeling voor hem zonder meer nadelig was. Dit laatste valt niet in te zien. Vast staat immers dat de advocaat die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is op­ gevolgd (ongeveer) hetzelfde uurtarief in rekening brengt als [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Dat uurtarief is niet onredelijk, want gebruikelijk. Waaruit het nadeel van de overeenkomst met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zou (hebben) bestaan, heeft hij niet duidelijk gemaakt. De bewijslast van de juistheid
van zijn stelling rust op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.1.1
Ongetwijfeld was [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zeer aangeslagen door de verdenking. Dat zijn geestver­ mogens (tijdelijk) zodanig waren gestoord dat hij niet in staat was tot een redelijke waarde­ ring van zijn belang
bij de overeenkomst,volgt echter niet uit het geleverde en kan ook niet volgen uit het aangeboden bewijs. Het volgt niet uit de verklaring van de psychiater van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (productie 5), die slechts bevestigt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toetertijd niet in staat was zich een rea­ listisch beeld van zijn situatie te vormen en zeer beïnvloedbaar was. Het tegendeel volgt uit het feit dat de overeenkomst op elke pagina, ook die waarop het uurtarief en de bijkomende kosten zijn vermeld, door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is geparafeerd en aan het slot is ondertekend. Voor een ge­ slaagd beroep op misbruik van omstandigheden is vereist dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wist of moest be­ grijpen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] door zijn abnormale geestestoestand werd bewogen tot het aangaan van de overeenkomst, die hij anders niet zou zijn aangegaan. Dat deze situatie zich zou hebben voorgedaan, volgt nergens uit. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] behoefde zich door niets te laten weerhouden van het sluiten van de overeenkomst. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is advocaat en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] had dringende behoefte aan rechtsbijstand. Ter zake hebben partijen een overeenkomst gesloten die in zo'n situatie gebruikelijk is en waarin geen onredelijk beding valt te ontdekken. Ook niet in het uurtarief. Als al juist is dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veronderstelde dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar diensten zou verlenen voor een 'prix d' ami' van € 100 per uur, is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in gebreke gebleven om te bewijzen (of aan te bie­ den dat doen) dat deze veronderstelling werd gerechtvaardigd door enige uitlating van [naam advocaat 1] . Zodanige uitlating is niet begrepen in de mail van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 8 november 2019 (productie 1), waarin sprake is van matiging van de (eind)declaratie, niet van het uurtarief.
4.2
De overeenkomst is dus tot stand gekomen en in stand gebleven. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is zijn verplichting tot het verlenen van rechtsbijstand aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nagekomen, zodat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in begin­ sel zijn verplichting tot betaling dient na te komen. Dit laatste is anders voor zover [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tijd in rekening zou hebben gebracht die [naam advocaat 1] of [naam advocaat 2] niet werkelijk heeft besteed, die onnodig was of die disproportioneel was. Daarover het volgende, waarbij als uitgangspunt geldt dat op de advocaat wiens cliënt de declaratie gemotiveerd betwist de verplichting rust om ten minste aannemelijk te maken dat de in rekening gebrach­ te tijd werkelijk in die omvang aan de zaak is besteed, dat dit voor een zorgvuldige behande­ ling van de zaak noodzakelijk was, en dat niet met minder tijd dezelfde kwaliteit van rechts­ bijstand had kunnen worden geleverd. Het is voor de advocaat immers betrekkelijk eenvou­ dig om, bijvoorbeeld, gedocumenteerd aannemelijk te maken hoe lang een zitting of een bezoek aan het Huis van Bewaring geduurd heeft. Dat heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] nagelaten, zoals hij ook heeft nagelaten inzage te verschaffen in de aan zijn bij de declaraties gevoegde uren­ specificaties ten grondslag liggende (handgeschreven of in een tijdschrijfsysteem geregis­ treerde) aantekeningen.
4.2.1
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft voor de zitting inbewaringstelling op 23 februari 2018 3,25 uur berekend. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft deze hooguit een uur geduurd. Zonder nadere toelichting, die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet heeft verstrekt, is onwaarschijnlijk dat zo'n zitting, zelfs inclusief wacht- en
reistijd, zo veel tijd vergt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geniet het voordeel van de twijfel en de kantonrechter zal op de declaratie 1,5 uur x € 250
==€ 375 + 6 %
==€ 397,50 + 21% = € 480,98 in mindering brengen. ·
4.2.2
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft van
5tot en met 8 maart 2018, toen [naam advocaat 1] met vakantie was en [naam advocaat 2] de zitting heeft waargenomen waar het bezwaarschrift tegen de opge­ legde beperkingen gedurende de voorlopige hechtenis werd behandeld, 18 uur voor bestude-
ring dossier berekend. Gelet op de waarneming van de zitting waarbij slechts een deelbelang
aan de orde was, verre van de zaak in volle omvang, is dat disproportioneel. De kantonrech­ ter zal op de declaratie 9 uur x € 250 = € 2.250 + 6 % = € 2.385 + 21% = € 2.885,85 in min­ dering brengen.
4.2.3
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 2 maart 2018 in detentie in Sittard bezocht en daarvoor vier uur berekend. Zonder nadere toelichting, die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet heeft verstrekt, is onwaar­ schijnlijk dat zo'n bezoek, zelfs inclusief wacht- en reistijd, zo veel tijd zou kunnen en mo­ gen kosten.De kantonrechter zal op de declaratie 2 uur x € 250 = € 500 + 6 % = € 530 + 21%
= € 541,30 in mindering brengen.
4.2.4
Op 9 maart 2018 werd [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in vrijheid gesteld. Op 10 en 11 maart 2018 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] 9 uren voor bestudering van het dossier in rekening gebracht. Volgens de verkla­ ring van [naam advocaat 1] was dit noodzakelijk omdat het OM direct hoger beroep had aange­ kondigd; volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] werd pas enkele dagen later hoger beroep aangekondigd en in­ gesteld, en werd dit op 31 mei ter zitting behandeld (met een andere advocaat). Het had zowel praktisch als bewijsrechtelijk op de weg van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gelegen om ten minste aan­ nemelijk te maken dat het noodzakelijk was om direct na de invrijheidstelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] andermaal uitgebreid het dossier te bestuderen en dat heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] nagelaten. De kantonrechter zal op de declaratie 9 uur x € 250 = € 2.250 + 6 % = € 2.385 + 21% = € 2.885,85 in mindering brengen.
4.2.5
De verdere tijdbesteding van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voor zover [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daar bezwaren tegen heeft, is zozeer verweven met de wijze van praktijkvoering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en de complexi­ teit van de strafzaak dat deze zich, zelfs met bewijslevering, niet leent voor toetsing op nood­ zaak en redelijkheid.
4.3
Op de declaraties strekt dus in mindering(€ 480,98 + € 2.885,85 + € 541,30 +
€ 2.885,85 =) € 6.793,98. Aan hoofdsom wordt toegewezen (€ 21.307,19 - € 6.793,98 =)
€ 14.513,21, te vermeerderen met de wettelijke rente als gevorderd.
4.4
Ongeacht een andersluidend beding in haar algemene voorwaarden heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] slechts recht op vergoeding van buitengerechtelijke kosten wanneer aan de vereisten van art. 6:96 Rv is voldaan, en tot het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten be­ paalde bedrag. Het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat hij nooit de in art. 6:96 lid 6 bedoelde 'veertien­ dagenbrief heeft ontvangen, heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet weerlegd. De brief van 3 april 2018 vol­ doet niet aan deze vereisten omdat niet de gelegenheid wordt geboden tot betaling binnen 14 dagen na kennisname en het bij gebreke van betaling binnen die termijn verschuldigde be­ drag niet wordt genoemd. De vordering wordt op dit onderdeel afgewezen.
4.5
Hiermee zijn beide partijen over en weer op enkele punten in het ongelijk gesteld. De kantonrechter zal daarom de proceskosten - de kosten van de beslaglegging daaronder begre­ pen - geheel compenseren, aldus dat elk de eigen kosten draagt.
In reconventie
4.6
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft met recht beslag doen leggen, nu de vordering in conventie deels wordt toegewezen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft geen gronden aangevoerd waarop zou kunnen worden geoor­ deeld dat het beslag moet worden opgeheven.
4.7
De vordering in reconventie wordt afgewezen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , tot de uitspraak van dit von­ nis begroot op€ 360 aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter,
in conventie:
5.1
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] € 14.513,21 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum dat het verzuim is ingetreden, en verklaart dit vonnis op dit onderdeel uitvoerbaar bij voorraad;
5.2
wijst het meer of anders gevorderde af;
5.3
compenseert de proceskosten;
in reconventie:
5.4
wijst de vordering af;
5.5
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling van de proceskosten van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , begroot op
€ 360.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.P. van Unen en is in het openbaar uitgesproken.