Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
- de huurovereenkomst tussen partijen te ontbinden en gedaagden te veroordelen om de woning en de garagebox binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en onder afgifte van de sleutels te vrije beschikking van Weller Wonen te stellen;
- gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.360,69 (zijnde € 1.540,- aan achterstallige huurpenningen tot en met september 2018 en € 470,69 aan buitengerechtelijke kosten inclusief btw, minus een betaling van gedaagden van € 650,-), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 september 2018 (dag van dagvaarden) tot aan de dag van algehele betaling;
- gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 379,12 voor de woning en € 12,60 voor de garagebox voor iedere maand (een ingegane maand daarbij gerekend voor een hele maand) vanaf 1 oktober 2018 dat zij de woning respectievelijk de garagebox in gebruik hebben tot aan het tijdstip van ontruiming;
- gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure.
4.De beoordeling
- salaris gemachtigde: €
360,00(2 x tarief € 180,00)
5.De beslissing
- € 2.275,92 aan achterstallige huurpenningen tot en met december 2018 en de buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 september 2018 (dag van dagvaarden) tot aan de dag van algehele betaling;