ECLI:NL:RBLIM:2019:2386

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 februari 2019
Publicatiedatum
14 maart 2019
Zaaknummer
C.03 / 230334 / HAZA 17-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugvordering van eigendommen door Stichting L.O.E.S.

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 20 februari 2019, heeft de stichting L.O.E.S. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij met betrekking tot de terugvordering van eigendommen. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 18 juli 2018, waarin de rechtbank partijen bewijs heeft opgedragen van hun stellingen. De advocaat van L.O.E.S. heeft zich echter onttrokken aan de zaak, en er is geen nieuwe advocaat aangesteld, waardoor L.O.E.S. geen proceshandelingen meer kon verrichten. De gedaagde partij heeft afgezien van bewijslevering, wat betekent dat de stellingen waarvoor bewijs was opgedragen niet zijn komen vast te staan. Hierdoor zijn de daarop gebaseerde vorderingen en verweren afgewezen.

De rechtbank heeft in haar vonnis geoordeeld dat de vordering van L.O.E.S. gedeeltelijk wordt toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de caravan van het type Hobby 520 TQM Classic in eigendom toebehoort aan L.O.E.S. en heeft de gedaagde partij veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis zijn medewerking te verlenen aan de teruglevering van deze caravan. Daarnaast zijn er goederen vastgesteld die in eigendom toebehoren aan L.O.E.S., en de gedaagde partij is veroordeeld om deze goederen terug te leveren.

De rechtbank heeft ook de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. F.C. Alink-Steinberg en is openbaar gemaakt op 20 februari 2019.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/230334 / HA ZA 17-18
Vonnis van 20 februari 2019
in de zaak van
de stichting
STICHTING L.O.E.S.,
gevestigd te Echt,
eiseres,
advocaat mr. A.M.T. Snijders te Roermond,
tegen
[gedaagde partij],
wonende te [woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde,
advocaat voorheen mr. H.H.G. Theunissen te Roermond.
Partijen zullen hierna L.O.E.S. en [gedaagde partij] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 18 juli 2018
  • de onttrekking door mr. A.M.T. Snijders als advocaat van L.O.E.S
  • het verzoek zijdens [gedaagde partij] om vonnis te bepalen
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij tussenvonnis van 18 juli 2018 heeft de rechtbank partijen bewijs opgedragen van (enkele van) hun stellingen. De advocaat van L.O.E.S. heeft zich aan de zaak onttrokken en voor L.O.E.S. heeft zich geen nieuwe advocaat gesteld, zodat L.O.E.S. geen proceshandelingen meer kan verrichten. [gedaagde partij] heeft afgezien van bewijslevering.
2.2.
Het feit dat aan beide zijden geen bewijslevering plaatsvindt, betekent dat de stellingen waarvoor bewijs is opgedragen niet zijn komen vast te staan, zodat de daarop gebaseerde vorderingen/verweren zullen worden afgewezen/gepasseerd.
2.3.
De slotsom is als volgt.
  • De vordering onder a zal worden toegewezen zoals de rechtbank heeft overwogen in haar tussenvonnis onder overweging 4.1.
  • De vordering onder b zal worden toegewezen voor zover het betreft de goederen zoals opgenomen in de eerste gearceerde kolom van de als productie 3 bij akte van 2 mei 2018 zijdens L.O.E.S. overgelegde lijst. [gedaagde partij] betwist immers niet dat deze objecten aan L.O.E.S. in eigendom toebehoren dan wel behoorden.
  • De vordering onder c is ingetrokken en behoeft dus geen beslissing.
  • De vordering onder d zal worden toegewezen voor wat betreft de caravan en voor zover het betreft de op voormelde lijst geel en groen gearceerde goederen en de roodgearceerde tv onder nummer 15. De rechtbank zal de termijn voor levering bepalen op twee weken na betekening van het vonnis. Voor het overige wordt deze vordering afgewezen omdat L.O.E.S. niet het bewijs heeft geleverd dat de overige goederen zich bij [gedaagde partij] bevinden. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt zoals hierna is bepaald.
2.4.
Nu L.O.E.S. gedeeltelijk in het gelijk en gedeeltelijk in het ongelijk wordt gesteld, zal de rechtbank de proceskosten tussen hen compenseren in die zin dat ieder van hen de eigen kosten draagt. De rechtbank zal om die reden ook de beslagkosten (gevorderd onder e) bij helfte tussen partijen verdelen.
2.5.
In rechtsoverweging 4.7. van het tussenvonnis is reeds beslist dat het gevorderde onder f zal worden afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart voor recht dat de caravan van het type Hobby 520 TQM Classic
met het kenteken [kenteken caravan] in eigendom toebehoort aan L.O.E.S.;
3.2.
veroordeelt [gedaagde partij] om, binnen twee weken na betekening van dit vonnis, zijn volledige medewerking te verlenen aan het terugleveren van deze caravan, specifiek door daartoe alle handelingen te verrichten welke nodig zijn om de caravan in te schrijven in de registers van de RDW op naam van L.O.E.S. dan wel een nader door L.O.E.S. aan te wijzen persoon, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,00 per dag voor elke dag dan wel een gedeelte van een dag waarmee [gedaagde partij] in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen, totdat een maximum van € 5.000,00 is bereikt;
3.3.
verklaart voor recht dat de goederen die staan vermeld in de eerste kolom van de als bijlage 3 bij nadere antwoordakte van [gedaagde partij] overgelegde lijst, die aan dit vonnis is gehecht, in eigendom toebehoren aan L.O.E.S.;
3.4.
veroordeelt [gedaagde partij] om, binnen twee weken na betekening van dit vonnis, de goederen die geel en groen zijn gearceerd op de lijst zoals hierboven vermeld alsmede de roodgearceerde tv opgenomen onder nummer 15 aan L.O.E.S. terug te leveren;
3.5.
veroordeelt [gedaagde partij] in de kosten van het conservatoire beslag tot een bedrag van € 521,18 (helft kosten deurwaarder), € 309,50 (helft griffierecht beslag) en de helft van kosten van de gerechtelijke bewaring ad € 0,62 inclusief btw per dag, ingaande 29 november 2016 (dag beslaglegging) tot aan de dag dat alle zaken zoals hierboven vermeld aan L.O.E.S. zijn geleverd;
3.6.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.7.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.C. Alink-Steinberg en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2019. [1]

Voetnoten

1.type: