ECLI:NL:RBLIM:2019:2495
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken tot lichte vereffening en uitbetaling batig saldo in erfrechtelijke procedure
In deze beschikking van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 18 maart 2019, is een verzoek behandeld van een notaris die twee verzoeken indiende met betrekking tot de vereffening van een nalatenschap. De verzoeker vroeg toestemming voor het toepassen van de lichte vereffening en voor het uitbetalen van het batige saldo aan de erfgenamen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erfgenamen de nalatenschap bij akte van 12 april 2018 beneficiair hebben aanvaard. Dit betekent dat de erfgenamen als vereffenaars moeten optreden en de nalatenschap overeenkomstig de wettelijke bepalingen dienen te vereffenen.
De rechtbank oordeelt dat de verzoeken ontberen een wettelijke grondslag. De kantonrechter wijst erop dat de beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap inhoudt dat de erfgenamen als vereffenaars moeten optreden en dat zij een boedelbeschrijving moeten opmaken. Aangezien de boedelbeschrijving pas op 28 februari 2019 is ontvangen, is de vereffening niet met bekwame spoed uitgevoerd. Bovendien is er geen vereffenaar benoemd door de rechtbank, wat betekent dat er sprake is van een lichte vereffening. De rechtbank concludeert dat de schuldeisers van de nalatenschap zijn voldaan en dat de vereffening is voltooid. Daarom kan het verzoek tot lichte vereffening niet worden toegewezen.
Daarnaast ontbeert het verzoek tot uitbetaling van de erfdelen aan de erfgenamen ook een wettelijke grondslag. Na de betaling van de schuldeisers is de vereffening voltooid en volgt de verdeling van het batige saldo onder de erfgenamen. De kantonrechter wijst beide verzoeken af, zonder mondelinge behandeling, omdat hij niet tot een ander oordeel zou kunnen komen. De beschikking is gegeven door mr. R.P.J. Quaedackers en is in het openbaar uitgesproken.