2.1.Voor alle duidelijkheid gaat de rechtbank uit van de volgende (gewijzigde) eis:
dat het de rechtbank moge behagen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht dat eiseres aanspraak kan maken op de helft van de waarde van de Romeinse buste en dat zij eigenaresse is van het Romeinse zwaard, van de uilenspiegel, de sluitsteen en de kleine steen, welke vijf objecten op productie 1.1 t/m 1.5 bij dagvaarding staan afgebeeld;
2. gedaagde primair wat betreft de marmeren buste te veroordelen tot betaling van de helft van de prijs van de marmeren buste van € 12.500,- die op productie 1.1 bij dagvaarding staat afgebeeld;
Subsidiair wat betreft de marmeren buste gedaagde te veroordelen tot betaling van de helft van de waarde van de marmeren buste, vast te stellen door een deskundige dan wel nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
3. gedaagde te veroordelen tot afgifte van het zwaard, de uilenspiegel, de sluitsteen en de kleine steen die op productie 1.2, 1.3, 1.4 en 1.5 bij dagvaarding staan afgebeeld;
Subsidiair gedaagde te veroordelen tot betaling van de waarden van het zwaard van
€ 8.000,-, de uilenspiegel van € 14.000,-, de sluitsteen van € 2.500,- en de kleine steen van
€ 400,-;
Meer subsidiair gedaagde te veroordelen tot betaling van de waarden van de bovenstaande objecten, vast te stellen door een deskundige dan wel nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
Nog meer subsidiair ingeval van verkoop van deze objecten of als gedaagde stelt deze objecten niet meer in zijn bezit te hebben, gedaagde te veroordelen tot het openleggen van de boeken en bescheiden van gedaagde’s bedrijfsadministratie m.b.t. de verblijfplaatsen, de inkoop- en verkoopwaarden en de data en/of opbrengsten van deze objecten met veroordeling van gedaagde tot betaling van de bij verkoop behaalde winst;
4. gedaagde te veroordelen in de kosten van beslaglegging van € 1.417,90 en in de overige kosten van dit geding.