Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.de inmiddels overleden [gedaagde sub 1] ,voor zijn overlijden wonend te [woonplaats 2] ,
[gedaagde sub 2],
wonend te [woonplaats 3] ,
3.[gedaagde sub 3] ,
[gedaagde sub 4],
beiden wonend te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
- de brief van 18 juni 2018 waarin mr. Decupere de kantonrechter heeft geïnformeerd over het overlijden van [gedaagde sub 1]
- de brief van 25 oktober 2018 waarin mr. Decupere de kantonrechter verzoekt [gedaagde sub 1] niet meer als formele procespartij in deze procedure aan te merken en/of te vermelden
- het deskundigenrapport van 17 november 2018
- de conclusies na deskundigenbericht van [gedaagden sub 3 en 4] en [gedaagden sub 1 en 2]
- de conclusie na deskundigenbericht tevens akte vermeerdering van eis van [eiser]
- de antwoordaktes vermeerdering van eis van [gedaagden sub 3 en 4] en [gedaagden sub 1 en 2] .
2.De verdere beoordeling
“Nu gedaagde sub 1a is overleden, en dus geen partij (meer) is in deze procedure, van welk feit uw rechtbank ook genoegzaam in kennis is gesteld, concludeert ondergetekende bij deze enkel namens gedaagde sub 1b (…).”
- [eiser] : 50%
- [gedaagden sub 1 en 2] : 31,5%
- [gedaagden sub 3 en 4] : 18,5%.
voorafeen vergoeding te betalen aan een andere mede-eigenaar voor nog uit te voeren werkzaamheden aan een gemeenschappelijk eigendom. Mede-eigenaren/deelgenoten zijn gezamenlijk draagplichtig voor de herstelkosten. Uitgangspunt is dat alles gebeurt door de gezamenlijke deelgenoten (artikel 3:170 BW). Voor zover het herstel geen uitstel kan lijden en er daarom door één van de deelgenoten kosten
zijn gemaakt, kunnen de andere deelgenoten op terugbetaling van hun deel worden aangesproken. Hiervan kan slechts sprake zijn indien er reëel gevaar is voor ernstige schade, en een beslissing van de rechter dus niet kan worden afgewacht. In alle andere gevallen zal voorafgaand aan de werkzaamheden een gang naar de rechter nodig zijn, bijvoorbeeld door te vorderen dat de mede-eigenaar bepaalde werkzaamheden moeten gehengen en gedogen of te verzoeken een beheersregeling als bedoeld in artikel 3:168 lid 2 BW vast te stellen. Partijen zullen dus gezamenlijk moeten beslissen hoe de muur moet worden hersteld en opdracht moeten geven tot herstel. Zij moeten vervolgens naar rato van hun aandeel bijdragen aan de kosten hiervan. De vordering onder 2. zal dus worden afgewezen.