ECLI:NL:RBLIM:2019:3107

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 april 2019
Publicatiedatum
4 april 2019
Zaaknummer
03/661126-16
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van opzettelijk bewerken en voorhanden hebben van een grote hoeveelheid hennep

Op 3 april 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van opzettelijk bewerken en voorhanden hebben van een grote hoeveelheid hennep. De zaak werd behandeld in de meervoudige kamer, waarbij de verdachte niet zelf aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde raadsman. De rechtbank heeft op verzoek van de raadsman om getuigen te horen bij de rechter-commissaris afwijzend beslist, wat leidde tot de neergelegde verdediging door de raadsman. De officier van justitie heeft zijn standpunt kenbaar gemaakt en de rechtbank heeft de zaak verder behandeld.

De tenlastelegging hield in dat de verdachte op grote schaal hennep heeft bewerkt en aanwezig heeft gehad. De rechtbank heeft op basis van verschillende bewijsmiddelen, waaronder processen-verbaal van de politie en verklaringen van getuigen, vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij een hennepknipperij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 15 mei 2015 in Lottum, gemeente Horst aan de Maas, samen met anderen opzettelijk hennep heeft bewerkt en aanwezig heeft gehad. De verdachte heeft een faciliterende rol vervuld door zijn garage te verhuren voor deze activiteiten.

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en heeft hem een taakstraf van 120 uren opgelegd, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, evenals met de persoon van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/661126-16
Tegenspraak (gemachtigde raadsman)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 3 april 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] ,
wonende te [adres verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. M.P.J.C. Heuvelmans, advocaat kantoorhoudende te Venlo.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is behandeld op de zitting van 20 maart 2019. De verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman.
De raadsman heeft bij brief d.d. 8 maart 2019 verzocht 5 getuigen te horen bij de rechter-commissaris. Nadat de raadsman bedoeld verzoek ter terechtzitting nader heeft toegelicht, heeft de rechtbank op vorenbedoeld verzoek afwijzend beslist. De raadsman heeft daarop de verdediging neergelegd omdat hij zich niet kon verenigen met de door de rechtbank genomen beslissing. De rechtbank heeft de zaak verder zonder advocaat behandeld. De officier van justitie heeft zijn standpunt kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
al dan niet in vereniging op grote schaal hennep heeft bewerkt en aanwezig heeft gehad en, geheel subsidiair, hij daarbij behulpzaam is geweest.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen op grond van de processen-verbaal van bevindingen van politie, de verklaring van verdachte, afgelegd bij de politie en de verklaringen van [naam 1] en de knipsters [naam 2] ,
[naam 3] , [naam 4] en [naam 5] .
3.2
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank zal op basis van de hierna opgenomen bewijsmiddelen komen tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit.
De verbalisanten [naam 6] en [naam 7] hebben gerelateerd [2] , zakelijk weergegeven, dat verbalisant [naam 6] op 15 mei 2015 via de mail een MMA melding heeft ontvangen met de tekst:.
“In de schuurtjes achter de woning aan de [adres 1] wordt
op vrijdagavond 15 mei 2015 hennep geknipt. De schuurtjes liggen langs het spoor.
Er wordt geknipt door Polen die gebracht worden met een busje.”
Uit onderzoek is gebleken dat op de [adres 1] , [naam 8] , geboren op [geboortedatum] te Horst, stond ingeschreven. De verbalisanten [naam 6] en [naam 7] zijn vervolgens met een aantal andere collega’s op 15 mei 2015 naar het adres [adres 1] gegaan. Ter plaatse roken zij een zeer sterke en penetrante henneplucht. Door verbalisant [naam 6] werd gevoeld dat de deur van de garage op slot was. Beide verbalisanten roken een zeer sterke henneplucht die kennelijk afkomstig was uit de garage. Door verbalisant [naam 6] werd gezien dat verdachte [verdachte] , in de nabij gelegen woning stond. Op het moment dat duidelijk was, wat er in de garage was aangetroffen, is verdachte [verdachte] aangehouden op verdenking van overtreding van de Opiumwet
Verbalisanten [naam 6] en [naam 7] hebben gezien dat de deur van de garage van binnenuit geopend werd door verdachte [naam 1] . In de garage zagen de verbalisanten een groep mensen in een kring zitten en roken zij een zeer sterke henneplucht. De vloer lag bezaaid met henneptakken, Alle aanwezigen hadden een schaar en een henneptak dan wel henneptoppen in de hand op het moment dat de verbalisanten de loods betraden. Het was meteen duidelijk dat de aanwezigen doende waren met het knippen van hennep. Aan iedereen werd meteen medegedeeld dat zij waren aangehouden op verdenking van overtreding van de Opiumwet.
Uit nader onderzoek bleek dat op 15 mei 2015 voor de garage een zwarte Ford Mondeo station wagon stond voorzien van kenteken [nummer] . Door de achterruit werd gezien dat in het laadgedeelte van de auto een grote tas lag en dat er in die tas handschoenen zaten en dat daar naast een zilverkleurige zak lag. Het was verbalisant [naam 6] ambtshalve bekend dat dit soort zakken gebruikt worden bij de verpakking van hennep. Het voertuig bleek op naam van verdachte [naam 1] te staan. Nadat verbalisant [naam 6] de sleutel van [naam 1] had gekregen, werd het voertuig geopend en roken de verbalisanten meteen een zeer sterke hennepgeur. Verbalisant [naam 6] zag dat de zak in de achterbak van de auto geopend was en dat er in de zilverkleurige zak henneptoppen zaten.
Aan de zijkant van de garage stonden 6 grijze olievaten. Deze vaten roken zeer sterk naar hennep. In enkele vaten lagen delen van hennepplanten.
Uit onderzoek in de garage bleek het volgende:
16 lege vuilniszakken (in de zakken zaten hennepresten en roken zeer sterk naar
hennep). Dit zijn dezelfde zakken als die waarin het knipafval werd aangetroffen;
- op diverse plaatsen in de garage stonden kleine doosjes met net geknipte
henneptoppen;
  • diverse tassen gevuld met geknipte henneptoppen.
  • 14 knipscharen waarmee hennep geknipt werd;
  • 2 weegschalen. Op 1 van de weegschalen stond een zilvergrijs kleurige zak. Deze
zak stond open. In de zak zaten geknipte henneptoppen. De verbalisanten zagen dat dit dezelfde zak was als die ze aantroffen in de Ford Mondeo.
3 vuilniszakken vol met knipafval.
Verdachte [naam 1] heeft verklaard [3] , zakelijk weergegeven, dat hij op 15 mei 2015 op het adres [adres 1] wiet aan het knippen was en dat hij daar met zijn auto, een Ford Mondeo, naartoe is gereden. Zijn taak was het om daar te knippen en zakken klaar te zetten.
Voorts heeft verdachte [naam 1] verklaard, zakelijk weergegeven, dat [verdachte] de verhuurder was van de garage en dat de huur van de garage inclusief knippers was. De knippers zaten te wachten totdat hij (de rechtbank begrijpt: [naam 1] ) kwam. Van het bedrag van € 4.920,00 dat in zijn auto is aangetroffen moest de huur en de mensen worden betaald. [4]
Verdachte [naam 2] heeft verklaard [5] , zakelijk weergegeven, dat de man op de haar getoonde foto nummer 3 (foto van [naam 8] ) dezelfde man is die haar op vrijdag 15 mei 2015 van de verzamelplek naar de loods heeft gebracht. Deze man stond wel eens aan de buitendeur van de loods en heeft met de man, afgebeeld op de haar getoonde foto met nummer 1 ( [naam 1] ) gesproken.
Verdachte [naam 9] heeft verklaard [6] , zakelijk weergegeven, dat zij de man, afgebeeld op de haar getoonde foto nummer 3 (foto van [verdachte] ), in de loods heeft gezien en dat deze man praatte met de man die zij als haar baas had aangewezen (de rechtbank begrijpt: [naam 1] ). Deze man heeft gezien dat er in de loods door ongeveer 12 mensen hennep geknipt werd en dat deze hennep in plastic zakken werd opgeslagen. Ze heeft deze man ook in de woning, gelegen rechts naast de loods, gezien toen zij in de woning naar het toilet ging.
Verdachte [naam 3] heeft verklaard [7] , zakelijk weergegeven, dat de man, afgebeeld op de haar getoonde foto nummer 3 (foto van [verdachte] ) ook de man is geweest die op 15 mei 2015 twee Poolse mannen naar binnen (de rechtbank begrijpt: de loods behorende bij het pand [adres 1] ) heeft gebracht.
Verdachte [naam 10] heeft verklaard [8] , zakelijk weergegeven, dat de man afgebeeld op de haar getoonde foto nummer 3 (foto van [verdachte] ) de man is geweest die zij in de loods (de rechtbank begrijpt: de loods bij het pand [adres 1] ) gezien heeft. Deze man bracht de sleutel van het toilet en heeft de sleutel aan de twee mannen (de rechtbank begrijpt: aan [naam 1] en [naam 11] ) gegeven en heeft ook met deze mannen gesproken.
Verdachte [verdachte] heeft zelf verklaard [9] , zakelijk weergegeven, dat hij zijn garage aan de [adres 1] sinds half april 2015 verhuurd heeft aan [naam 1] voor
€ 500,00 per week.
De rechtbank acht, gelet op het hiervoor opgesomde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, de verklaring van verdachte afgelegd bij de politie, inhoudende dat hij zijn garage voor €500,00 per week aan [naam 1] heeft verhuurd voor het strippen van koperkabels niet aannemelijk. De rechtbank acht daarentegen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen een hennepknipperij heeft geëxploiteerd en het litigieuze strafbare feit heeft medegepleegd.
3.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
op 15 mei 2015 te Lottum, gemeente Horst aan de Maas, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft bewerkt en opzettelijk aanwezig heeft gehad een grote hoeveelheid hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert he volgende strafbare feit op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet
gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel,
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een taakstraf voor de duur van 180 uur, subsidiair 90 dagen en 1 maand gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft samen met anderen zich schuldig gemaakt aan het bewerken van een grote hoeveelheid hennep. Bij het bewerken van de hennep heeft verdachte een wezenlijke en faciliterende rol vervuld door zijn garage inclusief knippers te verhuren en de knippers naar de garage te vervoeren. Verdachte heeft dit strafbare feit mede gepleegd puur uit geldelijk gewin.
Het betreft een ernstig feit. Ook softdrugs leveren in verband met het hoge THC gehalte in hennep gevaren op voor de gezondheid van gebruikers. Bovendien wordt met de productie en handel van drugs in het criminele circuit heel veel geld verdiend terwijl de Nederlandse samenleving hier veel overlast, hinder en schade van ondervindt en voor de kosten moet opdraaien.
De rechtbank stelt vast dat verdachte blijkens een uittreksel uit zijn justitiële documentatie d.d. 29 januari 2019 niet eerder met politie of justitie in aanmerking is gekomen voor overtreding van de Opiumwet.
Het bewezenverklaarde feit rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank, mede gelet op de aangetroffen hoeveelheid henneptoppen en de straffen die doorgaans door deze rechtbank in het verleden in soortgelijke zaken zijn opgelegd, het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.
Op grond van de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM, ziet de rechtbank aanleiding hiervan af te wijken en een strafvermindering toe te passen. De rechtbank zal verdachte veroordelen tot een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis en 1 maand gevangenisstraf voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met de juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan voormelde straffen.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 47 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3, 11 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het primair ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor het primaire feit tot een
  • bepaalt dat de straf
- zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit;
  • veroordeelt de verdachte voor het feit tot een
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 dagen;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze taakstraf in mindering zal worden gebracht, naar rato van twee uren per dag;
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J.M.A. van Atteveld, voorzitter, mr. J.B.J. Driessen en mr. C.C.W.M. Aretz, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.C.M. Müller, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 3 april 2019.
Buiten staat
Mr. C.C.W.M. Aretz is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 15 mei 2015 te Lottum, gemeente Horst aan de Maas, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft
geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk
aanwezig heeft gehad (in een pand aan de Houthuizerweg en/of in een auto die
aan die weg geparkeerd stond) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 45,6
kilogram hennep, althans een grote hoeveelheid hennep, in elk geval een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde
hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
[naam 12] , [naam 1] , [naam 13] , [naam 14] , [naam 2] , [naam 15]
, [naam 16] , [naam 11] , [naam 17] , [naam 3]
, [naam 4] , [naam 5] , [naam 18] , [naam 19] , [naam 20]
en/of een of meer onbekend gebleven personen, op of omstreeks 15
mei 2015 te Lottum, gemeente Horst aan de Maas, met elkaar, althans één van
hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of
verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad in een pand aan
de Houthuizerweg en/of in een auto die aan die weg geparkeerd stond (een)
hoeveelheid/hoeveelheden van (in totaal) ongeveer 45,6 kilogram hennep,
althans een grote hoeveelheid hennep, in elk geval (telkens) een hoeveelheid
van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op of
omstreeks 15 mei 2015 te Lottum, gemeente Horst aan de Maas, in elk geval in
Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is
geweest, door aan (een of meer) voornoemd(e) perso(o)n(en), althans een of
meer onbekend gebleven persoon/personen, voornoemd pand voor het knippen van
(de toppen van de) hennepplanten ter beschikking te stellen;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Noord- en Midden-Limburg, Basisteam Horst/Peel en Maas, proces-verbaalnummer PL2353-2015090466, gesloten d.d. 22 juli 2015, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 492.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 mei 2015, pagina 459 tot en met 461 van het onder 1 doorgenummerd proces-verbaal.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 16 mei 2015, pagina 129 en 132 van het onder 1 genummerd proces-verbaal.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 mei 2015, pagina 134 en 135 van het onder 1 genummerd proces-verbaal.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 mei 2015, pagina 210 van het onder 1 genummerd proces-verbaal.
6.Proces-verbaal van verhoor van verdachte , d.d. 17 mei 2015, pagina 367 van het onder 1 genummerd proces-verbaal.
7.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 17 mei 2015, pagina 341van het onder 1 genummerd proces-verbaal.
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 mei 2015, pagina 387 van het onder 1 genummerd proces-verbaal.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.127 mei 2015, pagina 84 van het onder 1 genummerd proces-verbaal.