ECLI:NL:RBLIM:2019:3319
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinderalimentatie met terugwerkende kracht in een echtscheidingszaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 10 april 2019 een beschikking gegeven over de wijziging van de kinderalimentatie. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.J.J. Trooster, verzocht om wijziging van de eerder vastgestelde kinderbijdrage van € 345,- per maand per kind, die in 2013 was vastgesteld. De man stelde dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden, waaronder zijn ontslag op staande voet in januari 2013 en de psychische problemen die hem verhinderden om eerder een verzoek in te dienen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.F.A. Bronneberg, verweerde zich tegen het verzoek en stelde dat de man onvoldoende had onderbouwd waarom de alimentatie moest worden verlaagd.
De rechtbank oordeelde dat er inderdaad relevante wijzigingen van omstandigheden waren, zoals het huwelijk van de vrouw met een stiefouder, die ook onderhoudsplichtig is voor de kinderen. De rechtbank besloot echter dat de man zijn verzoek om wijziging van de alimentatie met terugwerkende kracht tot oktober 2012 onvoldoende had onderbouwd. Wel werd de kinderbijdrage met terugwerkende kracht gewijzigd naar € 179,- per kind per maand, met ingang van 1 oktober 2014, de maand volgend op het huwelijk van de vrouw. De rechtbank verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad en compenseerde de proceskosten tussen partijen.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van verzoeken tot wijziging van alimentatie en de noodzaak om voldoende bewijs te leveren voor claims van gewijzigde omstandigheden. De rechtbank wees erop dat de man niet voldoende had aangetoond dat zijn psychische toestand hem verhinderde om eerder een verzoek in te dienen, en dat de vrouw niet had voldaan aan haar informatieplicht over haar huwelijk.