ECLI:NL:RBLIM:2019:3650

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 maart 2019
Publicatiedatum
18 april 2019
Zaaknummer
C/03/249336 / FA RK 18-1542
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van beschikking inzake ouderlijke verantwoordelijkheid en contactregeling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 31 januari 2019 een beschikking gegeven in een familiekwestie met betrekking tot de ouderlijke verantwoordelijkheid van de vader en de contactregeling met de kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Westerveld, had een verzoek ingediend, terwijl de vader, vertegenwoordigd door mr. E.A.M. Ramakers, als wederpartij optrad. De rechtbank constateerde dat de beschikking een kennelijke schrijffout bevatte, waarbij het jaartal '2018' abusievelijk was vermeld in plaats van '2019'. Dit werd hersteld op 8 maart 2019, waarbij de rechtbank de beschikking verbeterde conform artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank oordeelde dat de grove veronachtzaamheid van de vader bij het vervullen van zijn ouderlijke verantwoordelijkheden niet voldoende was om de door de moeder verzochte contactregeling te rechtvaardigen. Ondanks de aanwezigheid van ontzeggingsgronden werd het verzoek van de vader tot het opleggen van een contactverbod afgewezen. De zaak benadrukt het belang van een juist moederbeeld voor de kinderen en de verantwoordelijkheden van beide ouders in de opvoeding.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum verbetering: 8 maart 2019
VERBETERING VAN EEN BESCHIKKING
bijlage bij de beschikking van 31 januari 2019,
gegeven in
zaaknummer: C/03/249336 / FA RK 18-1542
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken.
In voormeld zaaknummer is op 31 januari 2019 een beschikking gegeven en uitgesproken inzake:
[verzoekster],
verzoekster, verder te noemen: de moeder,
wonend te [woonplaats 1],
advocaat: mr. M. Westerveld, kantoorhoudend te Amsterdam,
en:
[verweerder],
wederpartij, verder te noemen: de vader,
wonend te [woonplaats 2], [gemeente],
advocaat: mr. E.A.M. Ramakers, kantoorhoudend te Maastricht.

1.Overwegingen

Uit het bepaalde in artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder te noemen Rv) volgt dat de rechter te allen tijde, op verzoek van een partij of ambtshalve, een kennelijke rekenfout, schrijffout of een andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent, verbetert. Hierbij is van belang dat zowel voor partijen als voor derden helder is dat sprake is van een vergissing.
Gebleken is dat de tussen partijen gegeven beschikking van 31 januari 2019 een kennelijke, voor partijen kenbare en voor eenvoudig herstel vatbare verschrijving bevat, aangezien zowel in de kop van de beschikking alsmede onderaan het dictum per abuis het jaartal ‘2018’ is vermeld in plaats van ‘2019’. Aangezien sprake is van een kennelijke schrijffout die zich voor eenvoudig herstel leent, zal de rechtbank op grond van voornoemd artikel 31 Rv overgaan tot verbetering van die beschikking als nader in het dictum bepaald.

2.Beslissing

De rechtbank:
verbetert voormelde beschikking van 31 januari 2019, gegeven onder zaaknummer C/03/249336 / FA RK 18-1542, in dier voege dat daar waar in de kop van de beschikking en in het dictum is vermeld dat deze beschikking is uitgesproken op 31 januari 2018, dit wordt gewijzigd in: 31 januari 2019.
De beschikking van 31 januari 2019 is hersteld door mr. M.A.M. van Uum, rechter.
De herstelbeschikking is door mr. M.A.M. van Uum, rechter uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 maart 2019 in tegenwoordigheid van mr. C.C.H.A. Holthuijsen-van der Kop, griffier.