ECLI:NL:RBLIM:2019:4130
Rechtbank Limburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over ontruiming en proceskostencompensatie
In deze zaak heeft [opposante] verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht, waarin zij was veroordeeld tot ontruiming van haar woning. De vordering tot ontruiming was ingesteld door Woningstichting Meerssen, die zich baseerde op meldingen van overlast door omwonenden. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 april 2019 heeft de kantonrechter de gestelde overlast, waaronder vervuiling en verstopping van de hemelwaterafvoer, als onvoldoende beoordeeld om de ontruiming te rechtvaardigen. Het verzet van [opposante] slaagde, waardoor de voorwaardelijke reconventionele vordering niet verder werd beoordeeld.
De kantonrechter oordeelde dat Woningstichting Meerssen geen andere keuze had dan tot dagvaarding over te gaan, gezien het gebrek aan reactie van [opposante] op eerdere brieven. Daarom werden de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Tevens heeft [opposante] toegezegd om in de toekomst tijdig te reageren op correspondentie van Woningstichting Meerssen en overleg te voeren over het herstel van de waterafvoer. Het verstekvonnis van 15 maart 2019 werd vernietigd en de vordering van Woningstichting Meerssen werd afgewezen.