Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met bijgevoegde producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met bijgevoegde producties 1 tot en met 5,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek met bijgevoegde producties 6 en 7.
2.De feiten
Voor ons bedrijf (..) zijn wij op zoek naar een opslagloods. (..) zouden wij graag wat meer informatie over uw loodsen willen hebben.
de rechtbank begrijpt: van de stelcon platen) is niet van Frisomat afkomstig.
de rechtbank leest: 9 maart 2012) werd de omgevingsvergunning door Kobelco ontvangen (productie 8 bij dagvaarding).
3.Het geschil
de rechtbank begrijpt: van de bodemgesteldheid) eenvoudig hadden kunnen worden voorkomen. Voorts is Frisomat aansprakelijk voor de gevolgen dan wel gebreken die zich hebben geopenbaard in het rapport van EFPC van 21 december 2017. Dit gebrek valt immers ook onder de werkingssfeer van artikel 7:759 BW, aldus Kobelco. Bij herstel van de gebreken dient dit aspect te worden meegenomen. Naast de vordering tot nakoming heeft Kobelco schadevergoeding gevorderd. Door de gebreken van de hal/loods is gevolgschade ontstaan. Dit bedraagt tot en met week 47 van het jaar 2017 een bedrag van € 11.222,11. Deze schade wordt groter naar mate de tijd verstrijkt. Verder vordert Kobelco een vergoeding ter hoogte van € 3.140,00 exclusief btw voor de door haar opgestelde deskundigenberichten. De door haar advocaat in rekening gebrachte kosten ter hoogte van € 4.809,40 vordert zij als zuivere vermogensschade. Tevens vordert Kobelco een bedrag ter hoogte van € 6.450,00, zijnde de kosten die gepaard gaan met de afbraak en de verplaatsing van de in de hal/loods aanwezige magazijnstellingen. Subsidiair beroept Kobelco zich ten aanzien van de vermogensschade op artikel 6:80 BW en meer subsidiair op artikel 6:81 BW jo artikel 6:82 BW jo artikel 6:83 sub c BW.