ECLI:NL:RBLIM:2019:4940

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 mei 2019
Publicatiedatum
27 mei 2019
Zaaknummer
19/451
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op beroep verschoningsrecht in strafzaak met meerdere moorden

In de strafzaak tegen de verdachte, die wordt verdacht van het doden van drie personen, heeft de rechter-commissaris op 22 mei 2019 een beslissing genomen over een beroep op het verschoningsrecht van de geneesheer-directeur van Stichting Mondriaan. De officier van justitie had eerder camerabeelden gevorderd van de verdachte, die op 7 mei 2019 was opgenomen in Mondriaan. De rechter-commissaris oordeelde dat de camerabeelden in beginsel onder het verschoningsrecht vallen, maar dat er bijzondere omstandigheden waren die dit recht moesten doorkruisen. De rechter-commissaris stelde vast dat er geen getuigen waren die de verdachte bij de moorden hadden gezien en dat forensisch onderzoek van groot belang was. De beelden waren cruciaal om te bepalen in welke staat de verdachte zich bevond bij zijn aanmelding en ontsnapping uit Mondriaan. De rechter-commissaris concludeerde dat het belang van de waarheidsvinding zwaarder woog dan het verschoningsrecht, vooral omdat de verdachte's hulpverlening inmiddels algemeen bekend was. De officier van justitie kreeg de opdracht om de beelden te verkrijgen en te zorgen dat andere personen onherkenbaar werden gemaakt. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen een klaagschrift worden ingediend bij de rechtbank Limburg.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

rechter-commissaris in strafzaken
Zittingsplaats Roermond
rc-nummer : 19/451
datum : 22 mei 2019

Beslissing op beroep verschoningsrecht

In de strafzaak tegen de verdachte:
naam : [verdachte]
voornamen : [verdachte]
geboren op : [geboortegegevens verdachte]

Procedure

Op 9 mei 2019 heeft de officier van justitie op grond van artikel 126nf Sv van Stichting Mondriaan (verder te noemen: Mondriaan) de afgifte gevorderd van alle opgenomen camerabeelden van de periode van 7 mei 2019 van 12:00 uur tot en met woensdag 8 mei 2019 te 05:30 van afdeling [naam 1] . De officier heeft daartoe bij beslissing van 9 mei 2019 machtiging van de rechter-commissaris ontvangen.
Op 16 mei 2019 heeft de officier van justitie op grond van artikel 126nf Sv van Mondriaan de afgifte gevorderd van alle opgenomen camerabeelden van de periode van 8 mei 2019 van 05:30 uur tot en met 08:30 van afdeling [naam 1] . De officier heeft daartoe bij beslissing van 15 mei 2019 machtiging van de rechter-commissaris ontvangen.
Door Mondriaan is op 17 mei 2019 een aantal gesloten enveloppen overhandigd aan de politie met de mededeling dat deze stukken aan de rechter-commissaris dienden te worden overhandigd. Nu daarbij op dat moment niet is aangegeven dat er mogelijk een beroep zou worden gedaan op een verschoningsrecht heeft de rechter-commissaris de officier van justitie toestemming gegeven onderzoek te verrichten aan de afgegeven camerabeelden.
Op 17 mei 2019 omstreeks 13.00 uur heeft de rechter-commissaris van mr. Riemens, de raadsman van Mondriaan en van de geneesheer-directeur van Mondriaan, [naam 2] , bericht ontvangen dat de geneesheer-directeur een beroep zou doen op zijn verschoningsrecht. Na daartoe door de rechter-commissaris in de gelegenheid te zijn gesteld heeft de geneesheer-directeur op 20 mei 2019 schriftelijk te kennen gegeven zich ten aanzien van de gevorderde en overgedragen camerabeelden te beroepen op zijn verschoningsrecht.

Feiten

[verdachte] wordt ervan verdacht op 4 mei 2019 mevrouw [slachtoffer 1] van het leven te hebben beroofd en op 7 mei 2019 mevrouw [slachtoffer 2] en de heer [slachtoffer 3] van het leven te hebben beroofd.
Op 7 mei 2019 omstreeks 17.15 uur heeft [verdachte] zich gemeld bij Mondriaan gelegen aan de [adres] te Maastricht.
Op 7 mei 2019 omstreeks 21.15 uur bleek dat [verdachte] niet meer bij Mondriaan aanwezig was: hij was door stapeling van aantal stoelen in de binnentuin over de muur geklommen.
Op mei 7 mei 2019 omstreeks 23.30 uur is [verdachte] door zijn ouders teruggebracht naar Mondriaan.
Op 8 mei 2019 omstreeks 9.00 uur bleek dat [verdachte] wederom kans had gezien om Mondriaan te verlaten. Op 8 mei 2019 omstreeks 9.30 uur is hierover door Mondriaan contact opgenomen met de officier van justitie mr. Overmeer. Aan de officier van justitie werd bericht dat [verdachte] op 7 mei 2019 vrijwillig was opgenomen in Mondriaan waarbij door de betrokken psychiater is aangegeven dat [verdachte] bij aanmelding bloed op zijn kleding had en dat [verdachte] vertelde dat hij een aantal uren op de Brunssumerheide had gezworven. Dit zou de psychiater geen goed gevoel hebben gegeven.
De geneesheer-directeur, [naam 2] , is op 9 mei 2019 als getuige door te politie gehoord. [naam 2] verklaarde dat [verdachte] bij aanmelding bloed op handen en kleding had en hij in de buurt van de moorden zou zijn geweest. [verdachte] is op een gesloten afdeling geplaatst omdat hij bloed op zijn handen had en er twee moorden waren gepleegd. Verder zou erover gesproken zijn dat [verdachte] met een mes liep. Meer bijzonderheden kon daarover door [naam 2] niet worden gegeven. Omdat Mondriaan wilde voorkomen dat er meer slachtoffers zouden vallen is op 8 mei 2019 omstreeks 9.30 uur contact opgenomen met de officier van justitie.
Later die dag is [verdachte] door de politie aangehouden.

Beoordeling

De rechter-commissaris stelt voorop dat, tot op dit moment, geen getuigen zijn gevonden die feitelijk hebben gezien dat [verdachte] de slachtoffers van het leven heeft beroofd. Technisch en forensisch onderzoek is daarom van groot belang in deze zaak waarbij drie mensen op gewelddadige wijze van het leven zijn beroofd. De gevorderde en afgegeven camerabeelden zijn van groot belang om vast te stellen in welke kleding verdachte zich op 7 mei 2019 omstreeks 17.15 uur heeft gemeld bij Mondriaan en in welke staat deze kleding was. Voorts is van belang om vast te stellen welke spullen [verdachte] bij zich had.
Ook van belang is in welke kleding hij werd teruggebracht omstreeks 23.30 uur die avond en welke kleding [verdachte] aan had toen hij ten tweede male Mondriaan kon ontvluchten op 8 mei 2019. Er bestaat geen andere mogelijkheid om achter deze belangrijke gegevens te komen, nu de kleren van [verdachte] zijn gewassen.
Met de geneesheer-directeur is de rechter-commissaris van oordeel dat de camerabeelden in beginsel vallen onder het verschoningsrecht. De vraag is of in casu sprake is van bijzondere omstandigheden die maken dat het verschoningsrecht moet worden doorkruist en dat het belang van de waarheidsvinding moet prevaleren. Naar het oordeel van de rechter-commissaris is daarvan sprake.
Het verschoningsrecht heeft onder meer als taak ervoor te zorgen dat mensen zich vrij en zonder angst tot een hulpverlener kunnen wenden. Van [verdachte] is inmiddels via de diverse media bekend dat hij hulp heeft gezocht bij Mondriaan, dat hij daar was opgenomen en dat hij is ontvlucht. Dat [verdachte] zich tot hulpverlening heeft gewend is dus algemeen bekend en dat feit behoeft geen bescherming meer. Beelden van mogelijk andere patiënten zijn voor het onderhavige onderzoek niet van belang en zullen dan ook niet worden geopenbaard. De rechter-commissaris zal de officier van justitie opdragen om beelden waarop [verdachte] niet te zien is niet toe te voegen aan het dossier. Voor zover de beelden zullen worden toegevoegd aan het dossier zal de officier van justitie de opdracht krijgen om andere personen dan [verdachte] onherkenbaar te maken.
De benodigde informatie kan tot op dit moment niet op andere, minder ingrijpende manier verkregen worden. Verdachte ontkent en direct betrokkenen lijken niet erg bereid om te verklaren. Uit het proces-verbaal van politie blijkt dat de medewerkers van Mondriaan geen (verdere) verklaring bij de politie willen afleggen. De rechter-commissaris zou de medewerkers kunnen dagvaarden om als getuigen te worden gehoord maar het ligt in de lijn van de verwachting dat ook daarbij een beroep op het verschoningsrecht wordt gegaan. Daarnaast zou het exploreren van deze mogelijkheid voor het onderzoek onaanvaardbaar tijdsverlies opleveren. Gebleken is dat sporen mogelijk al vernietigd zijn.
De rechter-commissaris is dan ook van oordeel dat in het onderzoek naar de gewelddadige dood van drie mensen, vanwege het belang van de benodigde informatie en nu er geen andere manieren zijn om achter deze informatie te komen, vanwege het feit dat inmiddels algemeen bekend is dat [verdachte] zich tot Mondriaan heeft gewend kort nadat de dodingen hadden plaatsgevonden en vanwege de zeer beperkte inbreuk die mogelijk zou kunnen worden gemaakt, het beroep op het verschoningsrecht door de geneesheer-directeur dient te wijken voor het belang van de waarheidsvinding.

Beslissing

De rechter-commissaris is van oordeel dat het beroep op het verschoningsrecht door de geneesheer-directeur dient te wijken voor het belang van de waarheidsvinding.
mr. M.J.M. Goessen
Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen na betekening door de belanghebbende een klaagschrift worden ingediend bij de rechtbank Limburg.