Weller heeft bij e-mail van 5 augustus 2016 onder andere aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geschreven:
Gisteren, 4 augustus 2016, hebben wij bij jouw in Maastricht een gesprek gehad (…).
Aan de orde is de huurovereenkomst inzake de door jouw gehuurde unit iSC (…).
Partijen zijn overeengekomen dat de unit formeel aan jouw is opgeleverd per 21 juni 2016. Ten aanzien van de daadwerkelijke exploitatie heb je aangegeven enkele bedenkingen te hebben.
Weller heeft bij e-mail van 5 september 2016 onder andere aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geschreven:
Weller is van mening dat de huurovereenkomst inzake unit iSC bindend is. Graag willen we zien dat de daarin opgenomen exploitatieplicht door u wordt nagekomen. Ondanks het feit dat het plein gereed is en Maankwartier Noord is voltooid en er dus feitelijk geen obstakels meer op de weg liggen om de ruimte in gebruik te nemen, wil Weller desalniettemin nog een allerlaatste keer coulant zijn en de reeds verstreken huurvrije periode zoals opgenomen in de huurovereenkomst verlengen tot uiterlijk 1 juli 2017. De voorwaarde is wel dat u de meest snelle opening nastreeft, althans uiterlijk 1 november 2016 open gaat. (…).
Hieraan voorafgaand, bij brief van 15 maart 2016, had Weller reeds aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geschreven:
Oplevering unit iSC
Deze unit is in principe gereed voor oplevering. Op 5 februari 2016 (zie bijlage) hebben wij u een brief gestuurd met het verzoek om voor 1 maart 2016 een inrichtingstekening te sturen. Tot op heden hebben wij deze niet ontvangen. Met klem verzoeken wij u per ommegaande, althans voor 1 april 2016 een indelingstekening aan Weller te overhandigen. Indien u dit nalaat zullen wij per 1 april 2016 de unit in de huidige staat aan u opleveren en zal de huurovereenkomst vanaf die datum in werking treden (…).
Vast staat voorts dat Weller reeds op 8 april 2016 de sleutels van Unit iSC aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft overhandigd; de verklaringen van Weller dienaangaande onder andere ter comparitie door de betrokken adviseur heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onvoldoende gemotiveerd betwist.
Bij gebreke van enige (uit de processtukken blijkende) reactie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op deze berichten van Weller (waarvan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de ontvangst niet heeft betwist), laat staan een reactie waarin hij zich op het standpunt stelde dat van oplevering geen sprake kon zijn omdat de bedrijfsruimte of (het gedeelte van) het Maankwartier (waarin deze is gelegen) nog niet gebruiksklaar was, moet de oplevering geacht worden te hebben plaatsgevonden op 21 juni 2016. De e-mail van Weller van 15 maart 2016 is te beschouwen als een mededeling als bedoeld in artikel 4.4 van de huurovereenkomst.
Een aanwijzing te meer dat Unit iSC in elk geval op die datum gebruiksklaar was, is gelegen in het feit dat partijen in de huurovereenkomst van 9 november 2016 met betrekking tot
Unit iSA (nader) zijn overeengekomen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] Unit iSC uiterlijk op 1 november 2017 open zal stellen voor gebruik/exploitatie, bij gebreke waarvan hij aan Weller een boete verbeurt van € 500,- per dag. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft kennelijk, dat is althans niet in de huurovereenkomst voor Unit iSA terechtgekomen, geen enkel voorbehoud gemaakt ten aanzien van zijn verplichting om Unit iSC uiterlijk op 1 november 2017 in gebruik te nemen en te gaan exploiteren. Ook niet het voorbehoud dat nog geen oplevering zou hebben plaatsgevonden of dat - zoals [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het in de conclusie van antwoord noemt -
het gehele Maankwartier één grote stoffige en vieze bouwput was welke niet dan wel nauwelijks toegankelijk was voor publiek.
Het ontbreken van een (door hem ondertekend) proces-verbaal van oplevering als bedoeld in artikel 4.5 van de huurovereenkomst, waarop [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich beroept voor zijn stelling dat geen oplevering van Unit iSC heeft plaatsgevonden, leidt niet tot een ander oordeel. Het opmaken van zo’n proces-verbaal is geen constitutief vereiste voor de oplevering en voor het daardoor ingaan van de verplichting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om de bedrijfsruimte in gebruik te nemen (te gaan exploiteren) en de huurprijs te gaan betalen. Partijen kunnen ook zonder proces-verbaal overeenkomen dat oplevering geacht wordt te hebben plaatsgevonden, en kennelijk hebben zij dat gedaan. Overigens, voor zover het niet tot een formele oplevering met een daarvan opgemaakt proces-verbaal is gekomen, lijkt dat met name te zijn veroorzaakt door het feit dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ondanks aandringen van de zijde van Weller in gebreke bleef om inrichtingstekeningen op te sturen.