ECLI:NL:RBLIM:2019:5321

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 juni 2019
Publicatiedatum
7 juni 2019
Zaaknummer
7761020 CV 19-3487
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot inzage in administratieve bescheiden in kort geding met betrekking tot arbeidsovereenkomst en vermeende onrechtmatige betalingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 7 juni 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap ADVIESGROEP B.V. (eiseres) en een werkneemster (gedaagde). Eiseres vorderde inzage in administratieve bescheiden van gedaagde, die zij nodig achtte om onrechtmatige betalingen aan gedaagde aan te tonen. Gedaagde was sinds april 2013 in dienst van eiseres en had toegang tot de financiële administratie van de onderneming. Eiseres stelde dat gedaagde zonder recht of titel bedragen had opgenomen van de bankrekeningen van eiseres en dat er geen corresponderende facturen voorhanden waren. Eiseres had conservatoir beslag gelegd op de gegevensdragers van gedaagde en had eerder een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, dat op 10 mei 2019 was toegewezen.

De kantonrechter oordeelde dat eiseres een rechtmatig belang had bij de gevraagde inzage, omdat de vordering betrekking had op bescheiden die relevant waren voor de rechtsbetrekking tussen partijen. De rechter wees erop dat de vordering niet kon worden gekwalificeerd als een fishing expedition, omdat de inzage beperkt zou blijven tot documenten die relevant waren voor de gestelde onrechtmatige betalingen. De rechter gaf gedaagde de opdracht om te gedogen dat een deskundige de in beslag genomen bescheiden zou onderzoeken en te bepalen welke documenten aan eiseres ter inzage konden worden verstrekt. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 922,83 werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 7761020 \ CV EXPL 19-3487
Vonnis van de kantonrechter in kort geding van 7 juni 2019
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam eiseres] ADVIESGROEP B.V.,
gevestigd en kantoor houdend te Sint-Odiliënberg, gemeente Roerdalen,
eiseres,
gemachtigde mr. S.G.J. Habets,
tegen:
[gedaagde],
wonend te [woonplaats] , [adres] ,
gedaagde,
gemachtigde mr. R.M.J.K.M. Teeuwen.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 53 producties
  • de brief van eiseres met productie 54, ter griffie ontvangen op 21 mei 2019
  • het verweerschrift met 20 producties, ter griffie ontvangen op 24 mei 2019
  • het proces-verbaal van de zitting.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Gedaagde was sinds april 2013 als werkneemster in dienst van eiseres. Vanaf het najaar van 2015 behoorde tot het takenpakket van gedaagde werkzaamheden ten behoeve van de boekhouding en de financiële en personele administratie van de door eiseres gedreven onderneming. In dat kader had gedaagde onder meer de beschikking over de bankpassen en pin- en/of toegangscodes voor de banken bij wie eiseres bankiert.
2.2.
De heer [naam directeur] , verder: ‘ [naam directeur] ’, is grootaandeelhouder van eiseres en als directeur werkzaam binnen de door haar gedreven onderneming. [naam directeur] is in november 2017 wegens ziekte uitgevallen. Gedaagde is opdracht gegeven, althans verzocht, de financiële transacties binnen de onderneming te (blijven) verrichten.
2.3.
In het najaar van 2018 heeft [naam directeur] zijn werkzaamheden hervat. Op 1 februari 2019 heeft gedaagde zich ziek gemeld. Op verzoek van [naam directeur] heeft gedaagde in februari 2019 aan hem de inlogcodes, bankpassen, wachtwoorden behorende bij de bankrelaties van eiseres verstrekt. Ook heeft zij door haar tot dat moment gehouden afschriften van dossiers van eiseres afgegeven.
2.4.
Naar aanleiding van daartoe verkregen verloven en onder daarbij gestelde voorwaarden heeft eiseres op 16 april 2019 conservatoir beslag gelegd op de (privé) gegevensdragers van gedaagde en op 18 april 2019 conservatoir derdenbeslag gelegd op de tegoeden op de bankrekeningen van gedaagde.
2.5.
Op 16 april 2019 heeft eiseres bij deze rechtbank een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen haar als werkgever en gedaagde als werkneemster ingediend. Bij beschikking van 10 mei 2019 is voormelde arbeidsovereenkomst zonder toekenning van een vergoeding aan gedaagde ontbonden.

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert - verkort weergegeven - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Gedaagde te bevelen om te gehengen en te gedogen dat [naam] van Digi Iuris de in beslag genomen administratieve bescheiden van gedaagde zal onderzoeken en bepalen van welke bescheiden inzage en/of afgifte van een kopie of uittreksel dient te worden gegeven aan eiseres,
2. Gedaagde te bevelen te gehengen en te gedogen dat eiseres inzage neemt en kopie en/of uittreksel ontvangt van door [naam] na onderzoek aangewezen bescheiden teneinde deze verder te onderzoeken en/of te laten onderzoeken,
3. Gedaagde te veroordelen in de proceskosten met inbegrip van de kosten van [naam] voornoemd.
3.2.
Eiseres stelt daartoe - verkort weergegeven - het volgende.
Na de ziekmelding van gedaagde heeft eiseres aan de hand van bankafschriften geconstateerd dat er tal van boekingen ten laste van de bankrekeningen van eiseres hebben plaatsgevonden die niet gerelateerd kunnen worden aan de bedrijfsvoering van de onderneming. Van deze dubieuze afschrijvingen zijn in de administratie van eiseres vrijwel geen corresponderende facturen voorhanden. Het gaat daarbij onder meer om:
a. a) overboekingen van bankrekeningen van eiseres naar de privérekening van gedaagde:
€ 1.500,00 vanaf de rekening bij Rabobank en € 14.994,76 en € 500 vanaf de rekening bij ING Bank,
b) een groot aantal contante geldopnames tot een totaalbedrag van € 28.220,00,
c) een groot aantal pinbetalingen bij tankstations tot een totaalbedrag van € 2.444,81,
d) betalingen ten behoeve van hotelboekingen,
e) pinbetalingen bij gelegenheid van uitstapjes naar Hasselt, Arnhem en Amsterdam,
f) een betaling aan Media Markt ten behoeve van de aanschaf van twee telefoons met toebehoren voor een bedrag van totaal € 1.554,83,
g) afschrijvingen met een onbegrijpelijke of vreemde omschrijving,
h) betalingen ten behoeve van vakanties (€ 417,60, 206,70, € 202,35, € 446,15, € 2.216,80).
Een overzicht van de dubieuze boekingen en opnames met de daarbij vermelde be- of omschrijving is overgelegd als productie 14A (Rabobank) en 14B (ING Bank).
Eiseres gaat ervan uit dat gedaagde zonder recht of titel bedragen heeft opgenomen en overgeboekt ten laste van de bankrekeningen van eiseres, met dien verstande dat deze opnames en boekingen betrekking hadden op uitgaven die geen verband houden met de bedrijfsvoering van eiseres. De thans ingestelde vordering heeft tot doel eiseres verdere aanknopingspunten te bieden voor het bewijs van deze stelling. Aannemelijk is dat de administratie van gedaagde informatie bevat over het privékarakter van de ten laste van eiseres gedane uitgaven. Het kan daarbij onder meer gaan om e-mailbevestigingen van geplaatste boekingen of informatie over webaccounts die gebruikt zijn om te boeken.
De selectie van de onderdelen van de administratie die ingezien en in afschrift verstrekt mogen worden, dient allereerst plaats te vinden aan de hand van de lijst die bij productie 53 is overlegd [zijnde (een deel van) de lijsten die als productie 14A en 14B zijn overgelegd, toevoeging kantonrechter]. Het gaat in de eerste plaats om de documenten (waaronder ook e-mails, foto’s, whatsappberichten, sms-berichten etc.) die gevonden worden middels een zoekopdracht aan de hand van een combinatie van (een) woord(en) en/of (een deel van een) cijferreeks(en) en/of datum en/of bedrag dat/die voorkomt of voorkomen in een bij een transactie genoemde om- of beschrijving. Daarnaast zal het documenten betreffen die worden gevonden middels een zoekopdracht aan de hand van de bankrekeningnummers van eiseres. Verder zal het moeten gaan om documenten die betrekking hebben op uitgaven ten laste van eiseres die worden gedaan in de privésfeer en die (naar de kantonrechter begrijpt) betrekking hebben op de twee telefoons die gedaagde kocht. Een en ander is nader uitgewerkt in het plan van aanpak dat als productie 53 is overgelegd.
Eiseres heeft gedaagde verzocht om op vrijwillige basis inzage te verlenen en afgifte of kopieën te verstrekken. Gedaagde heeft daarop gemeld dat, indien specifiek worden aangegeven waarnaar gezocht wordt, zij kan overwegen om in die specifieke onderdelen vrijwillige inzage te verschaffen. Dat volstaat echter niet, aangezien gedaagde dan alsnog bewijsmateriaal achter zou kunnen houden.
Eiseres heeft spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening. Zij wenst het onderzoek namelijk voortvarend voort te zetten, aangezien gedaagde in de tussentijd andere bewijsmiddelen kan (laten) vernietigen of wegmaken.
3.3.
Gedaagde voert verweer en voert - verkort weergegeven - het volgende aan.
De gedane boekingen zijn alle verricht in het kader van de normale bedrijfsvoering. Voor de details van dit verweer wordt met name verwezen naar het verweerschrift in de ontbindingsprocedure. Bovendien waren medewerkers [naam medewerker 1] en [naam medewerker 2] net zoveel als gedaagde verantwoordelijk voor de financiële gang van zaken. Ook zij hadden toegang tot de financiële administratie en de bankpassen en zij verrichtten ook betalingen.
De vordering van eiseres kan bovendien enkel slagen indien deze betrekking heeft op ‘bepaalde bescheiden’. Eiseres kan niet volstaan met het opvoeren van iedere bankbetaling die zij kon vinden zonder aannemelijk te maken dat gedaagde de betreffende betaling heeft gedaan of dat deze dubieus zou zijn. Een dergelijke ruime zoekopdracht leidt tot een fishing expedition terwijl eiseres voor ieder opgevraagd stuk een rechtmatig belang voor inzage moet aantonen. Bovendien zou met toewijzing van de vordering ernstig inbreuk worden gemaakt op de privacy van gedaagde. Verder is relevant dat gedaagde, in reactie op het verzoek om vrijwillige vrijgave van de bewijsmiddelen, heeft meegedeeld dat zij bereid is te overwegen om bepaalde bescheiden vrij te geven als specifiek worden aangegeven waar eiseres op doelt.
4. De beoordeling
4.1.
Gedaagde heeft het door eiseres gestelde spoedeisend belang bij de vorderingen van eiseres onweersproken gelaten. De kantonrechter acht dat belang, gelet op de door eiseres gegeven toelichting, aanwezig, zodat aan de inhoudelijke behandeling van de vorderingen wordt toegekomen.
4.2.
De vordering van eiseres is (klaarblijkelijk) gegrond op het bepaalde in artikel 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Voor toewijzing van de vordering is noodzakelijk dat eiseres een rechtmatig belang heeft bij inzage, uittreksel of afschrift, dat de vordering betrekking heeft op bepaalde bescheiden en dat deze bescheiden betrekking hebben op een rechtsbetrekking waarbij eiseres partij is. Op deze drie voorwaarden zal hierna worden ingegaan.
4.3.
De aan gedaagde verweten gedragingen hebben plaatsgevonden in de periode dat zij met eiseres een arbeidsovereenkomst had en het haar gemaakte verwijt heeft (kennelijk ook) betrekking op het door gedaagde verzaken van haar verplichtingen als werkneemster. Dit betekent dat alleen al om die reden, de vordering ziet op de bescheiden die betrekking hebben op een
rechtsbetrekkingwaarbij eiseres partij is.
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat eiseres in voldoende mate aannemelijk heeft gemaakt dat gedaagde verschillende betalingen ten laste van eiseres heeft doen verrichten zonder dat daarvoor een rechtvaardiging bestond, terwijl die betalingen ten gunste van gedaagde hebben gestrekt. Daarbij gaat het in ieder geval om de navolgende gevallen (voor wat betreft het standpunt van gedaagde is steeds geput uit het verweerschrift in de ontbindingsprocedure).
- Overboekingen van € 1.500,00 en € 500,00 ten gunste van de privérekening van gedaagde:
Volgens gedaagde had dit te maken met reparatiekosten voor haar privéauto, terwijl eiseres betwist dat zij ooit heeft ingestemd met het ten laste van haar brengen van dergelijke kosten en daar ook geen reden toe was. Gedaagde heeft geen nadere toelichting gegeven.
- Tankkosten van in totaal € 2.444,81.
Tegen de stelling van gedaagde dat zij mocht tanken op kosten van eiseres in verband met kilometers die zij maakte voor het doen van boodschappen en het bezoeken van bijeenkomsten, heeft eiseres uitvoering verweer gevoerd. Eiseres wijst erop dat gedaagde een vaste reiskostenvergoeding ontving en dat zakelijk gereden extra kilometers konden worden bijgehouden en achteraf werden vergoed. Gedaagde is hier niet meer op ingegaan.
- Contante opnames:
Gedaagde beweert dat er contant geld werd opgenomen ten behoeve van het doen van boodschappen voor eiseres. Eiseres heeft erop gewezen dat gedaagde beschikte over een bankpas, zodat onduidelijk blijft waarom er contant geld zou worden opgenomen. Ter zake van een opname van € 1.000,00 in Zaanstreek heeft gedaagde gesteld dat dit te maken had met de aanschaf van spandoeken en bij gelegenheid van een zakelijk bezoek in Den Haag. Eiseres heeft erop gewezen dat de kosten van deze doeken al via een sponsorbijdrage waren betaald, dat de kosten ervan bovendien slechts € 127,05 bedroegen en dat Zaanstreek circa 75 km van Den Haag verwijderd is. Gedaagde is hier niet meer op ingegaan.
- Hoteloverboekingen:
Gedaagde beweert dat een overnachting in Veenendaal is geboekt in verband met een klantfeest. Eiseres heeft gesteld dat daarvoor geen toestemming is verleend, het klantfeest is gehouden op een plaats op 23 km afstand van het geboekte hotel en dat gedaagde een wellness suite voor twee personen heeft geboekt en werknemer [naam medewerker 1] (tevens haar partner) heeft meegenomen. Ten aanzien van een overnachting in Arnhem heeft eiseres er (aanvullend) op gewezen dat de zakelijke bijeenkomst die gedaagde opvoert als reden voor de overnachting, heeft geduurd van 10:00 uur tot 12:00 uur ’s-middags. Op een en ander is gedaagde niet meer ingegaan.
- Aanschaf telefoons (€ 1.554,83):
Niet in geschil is dat eiseres niet is gekend in de aanschaf van deze telefoons voor gedaagde en werknemer [naam medewerker 1] en daarvoor dus ook geen toestemming heeft gegeven.
Gedaagde is hierop niet meer ingegaan.
-Betalingen ten behoeve van vakanties:
Gedaagde heeft gesteld dat eiseres heeft ingestemd met het betalen van vakanties en reizen, hetgeen door eiseres uitdrukkelijk is betwist en waaromtrent gedaagde geen verdere onderbouwing heeft verstrekt.
- Overboeking € 14,994,76
Eiseres heeft onweersproken gesteld dat een opdracht is verstrekt tot overboeking van dit bedrag naar de privérekening van gedaagde en dat de bankrekening van eiseres voor dit bedrag is gecrediteerd (en heeft ten bewijze daarvan een bankafschrift overgelegd). Gedaagde heeft ontkend dit bedrag te hebben ontvangen en daartoe een bankafschrift overgelegd. Eiseres heeft erop gewezen dit afschrift kennelijk is gemanipuleerd omdat de daarop (wel) zichtbare boekingen niet rijmen met het vermelde begin- en eindsaldo. Daaraan is ter zitting toegevoegd dat een boeking en creditering ten laste van een rekening alleen wordt doorgevoerd als de daarbij opgegeven combinatie van begunstigde en rekeningnummer bij de ‘ontvangende bank’ ook als zodanig geregistreerd is, wat een overboeking per vergissing uitsluit.
Met uitzondering van deze laatste boeking is niet in geschil dat voormelde betalingen alle zijn verricht door gedaagde. Alleen al om die reden is de stelling van gedaagde dat ook anderen betalingn verrichtten, niet relevant. Ten aanzien van de laatst besproken betaling heeft gedaagde iedere betrokkenheid ontkend, maar die ontkenning acht de kantonrechter, in het licht van de bekende feiten, ongeloofwaardig.
4.5.
Onder verwijzing naar het onder 4.4. overwogene oordeelt de kantonrechter dat eiseres een
rechtmatig belangheeft bij inzage in, afschrift van en/of uittreksel van de bescheiden uit de administratie van gedaagde teneinde het al dan niet rechtmatige karakter van het handelen van gedaagde en de omvang van eventueel onrechtmatig handelen nader te onderzoeken. Gelet op de ernst van de verdenking moet het belang van eiseres hierbij zwaarder wegen dan het belang van gedaagde bij het niet verlenen van inzage, afschrift en/of uittreksel. Bovendien is het daarom passend dat eiseres de gelegenheid krijgt andere boekingen te onderzoeken dan die hiervoor vermeld, ook die ten aanzien waarvan gedaagde niet erkend ze te hebben gedaan. Eiseres heeft zich in haar vordering beperkt tot de boekingen die in productie 53 zijn vermeld en genoegzaam toegelicht waarom die boekingen tot nader onderzoek nopen (zie 3.2. hiervoor). Middels het eveneens in productie 53 vermelde plan van aanpak wordt bovendien gegarandeerd dat het onderzoek zich beperkt tot documenten waarmee een vermoedelijke link tot de boekingen bestaat of anderszins relevant verband met eiseres. Dit betekent ook dat de vordering weldegelijk betrekking heeft op
‘bepaalde bescheiden’en van een fishing expedition geen sprake is. Aan het privacybelang van gedaagde wordt voldoende tegemoetgekomen doordat - zoals ter zitting nader is toegelicht - het doorzoeken volgens het plan van aanpak niet geschiedt door eiseres maar door de voorgestelde deskundige. Alleen de documenten waarbij een link met de vraagstelling wordt vastgesteld, worden ter inzage gegeven en/of in kopie verstrekt aan eiseres. Dit zal expliciet in de veroordeling worden vermeld. De kantonrechter is het met eiseres eens dat het voorafgaand aan deze procedure door gedaagde gedane aanbod om vrijwillig inzage te overwegen niet ter zake dienend is, en wel om de door eiseres vermelde reden. Ook overigens is niet gesteld of gebleken dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder het verschaffen van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.
4.6.
Ter zitting is discussie gevoerd over de periode waarop de veroordeling betrekking zouden mogen hebben, in die zin dat de vraag is opgekomen of dit ook de periode voorafgaand aan het uitvallen van [naam directeur] in november 2017 zou moeten omvatten. Eiseres sluit voor haar vordering echter aan bij de lijst die is gevoegd bij productie 53 en die lijst heeft alleen betrekking op de periode erna. Op dit punt hoeft dus niet te worden beslist.
4.7.
De vordering tot veroordeling van gedaagde in de kosten voor de deskundige, zal worden afgewezen. Voor toewijzing van die vordering zou in ieder geval vereist zijn dat de aansprakelijkheid van gedaagde vast staat, wat nog niet zo is. Bovendien betreft het kosten ter vaststelling van aansprakelijkheid en schade, welke - indien aansprakelijkheid vaststaat - toewijsbaar zijn voor zover de verrichte werkzaamheden noodzakelijk waren en de gemaakte kosten naar hun omvang redelijk. Dat kan op dit moment nog niet worden vastgesteld.
4.8.
Gedaagde zal als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
  • dagvaarding € 81,83
  • griffierecht 121,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 922,83.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
beveelt gedaagde te gedogen dat [naam] van Digi Iuris de in beslag genomen administratieve bescheiden van gedaagde onderzoekt conform het plan van aanpak zoals vermeld in productie 53 van eiseres, inhoudende dat [naam] aan de hand van de in het plan van aanpak vermelde criteria de in beslag genomen administratieve bescheiden doorzoekt conform de in het plan van aanpak vermelde werkwijze, en aan de hand van dat onderzoek bepaalt in welke bescheiden aan eiseres inzage kan worden verstrekt en/of van welke bescheiden eiseres afgifte van een kopie of uittreksel kan worden verstrekt,
5.2.
beveelt gedaagde te gedogen dat eiseres inzage neemt en kopie en/of uittreksel ontvangt van de door [naam] na onderzoek aangewezen bescheiden teneinde deze verder te onderzoeken en/of te laten onderzoeken,
5.3.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 922,83,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken.
YT