ECLI:NL:RBLIM:2019:5391

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 juni 2019
Publicatiedatum
11 juni 2019
Zaaknummer
7671668 AZ 19-39 / 7684961 AZ 19-43 / 7685298 AZ 19-44
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de opzegging van arbeidsovereenkomsten en schorsing van overige verzoeken in faillissementssituatie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 4 juni 2019, hebben drie verzoeksters, werkzaam bij New Life Kraamzorg, een verzoek ingediend tot vernietiging van de opzegging van hun arbeidsovereenkomsten. De verzoeksters waren sinds respectievelijk 5 februari 2019, 1 februari 2019 en 1 februari 2019 in dienst van New Life voor de duur van één jaar, met een proeftijd van één maand. Op 28 februari 2019 heeft New Life hen een e-mail gestuurd waarin werd voorgesteld de contracten te wijzigen van 12 maanden naar 2 maanden, wat door de verzoeksters werd afgewezen. New Life heeft vervolgens op 2 maart 2019 de arbeidsovereenkomsten als vervallen verklaard en op 5 maart 2019 medegedeeld dat het dienstverband op 28 februari 2019 werd beëindigd.

Tijdens de zitting op 21 mei 2019 werd bekend dat New Life eerder die ochtend failliet was verklaard. De kantonrechter oordeelde dat New Life niet meer in rechte kon optreden en dat de verzoeksters geen opzegging hadden ontvangen binnen de proeftijd. De kantonrechter concludeerde dat er geen redelijke grond voor opzegging was en dat, voor zover er al sprake was van opzegging, deze vernietigd diende te worden. De overige verzoeken van de verzoeksters werden geschorst op grond van artikel 29 van de Faillissementswet, aangezien deze verzoeken verband hielden met de failliete boedel. De verzoeksters werden geadviseerd hun vorderingen ter verificatie aan de curator voor te leggen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummers 7671668 AZ VERZ 19-39 (1)
7684961 AZ VERZ 19-43 (2)
7685298 AZ VERZ 19-44 (3)
Beschikking van de kantonrechter van 4 juni 2019
in de gevoegd behandelde zaken van

1.[verzoekster sub 1] ,

wonend in [woonplaats 1] een de [adres 1] ,
gemachtigde mr. M.J. Schroevers
en

2.[verzoekster sub 2] ,

wonend in [woonplaats 2] aan de [adres 2] ,
gemachtigde K.G.J. Walstock
en

3.[verzoekster sub 3]

wonend in [woonplaats 3] aan de [adres 3] ,
gemachtigde K.G.J. Walstock,
verzoekende partijen
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
new life kraamzorg,gevestigd te Heerlen en kantoorhoudend te (4851 BZ) Ulvenhout aan de Bosanemoonstraat 4
verwerende partij,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [verzoekster sub 1] , [verzoekster sub 2] , [verzoekster sub 3] en New Life worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de respectieve verzoekschriften van [verzoekster sub 1] (ter griffie ontvangen d.d. 5 april 2019) en van [verzoekster sub 2] en [verzoekster sub 3] (ter griffie ontvangen d.d. 12 april 2019)
  • het op 1 mei 2019 ter griffie ontvangen faxbericht van mr.R.L.G. Odekerken waarin deze te kennen gaf dat hij zich als gemachtigde van New Life onttrekt aan de zaken (nadat hij zich op 4 april 2019 in alle drie de zaken als gemachtigde had gesteld)
  • de op 17 mei 2019 ter griffie ontvangen vermeerdering van het verzoek van de zijde van [verzoekster sub 1] ;
  • de mondelinge gevoegde behandeling ter zitting d.d. 21 mei 2019
1.2.
Ter zitting is verschenen de heer [naam bestuurder] , bestuurder van New life, die voordat de zaak inhoudelijk is behandeld te kennen heeft gegeven dat New Life eerder dezelfde ochtend bij beschikking van deze rechtbank failliet is verklaard. De griffier heeft dit vervolgens tijdens een korte schorsing van de zitting geverifieerd en geconstateerd dat het faillissement van New Life inderdaad eerder die ochtend is uitgesproken.
De kantonrechter heeft vervolgens te kennen gegeven dat zulks betekent dat [naam bestuurder] niet meer in rechte namens New Life op kan treden en dat het er daarom formeel voor gehouden moet worden dat New Life in deze procedure niet in rechte is verschenen.
1.3.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
Verzoekende partijen zijn sinds respectievelijk 5 februari 2019, 1 februari 2019 en 1 februari 2019 krachtens arbeidsovereenkomst in dienst van New Life voor de duur van één jaar, alle drie met een proeftijd van één maand.
2.2.
Op 28 februari 2019 heeft New Life aan verzoeksters gezamenlijk een e-mail verzonden met onder meer de volgende inhoud:

Contracten
Ik heb zelf heel veel vertrouwen in jullie om de toekomst tegemoet te gaan als New Life Kraamzorg. Alles gaat misschien nog niet helemaal perfect, maar daar moeten we aan werken. Jullie hebben op het moment een contract van 12 maanden. Omdat we op het moment niet heel ver kunnen kijken in de toekomst en in de (tussentijd) verlies draaien, wil ik contract aanpassen van 12 maanden naar 2 maanden vanaf 1 maart 2019. Daarna volgt een contract van 6 maanden en daarna een contract voor onbepaalde tijd. Het bericht volgt vandaag omdat formeel gezien de proeftijd eindigt.
2.3.
Een dag later, op 1 maart 2019, hebben verzoeksters in een gezamenlijk e-mail bericht aan New Life te kennen gegeven dat zij niet akkoord gaan met een wijziging van de respectieve arbeidsovereenkomsten.
2.4.
Daarop heeft New Life op 2 maart 2019 het volgende bericht aan verzoeksters verzonden:

Omdat er geen overeenstemming is bereikt over de overeenkomst en arbeidsduur vervallen deze van rechtswege per 28 februari 2019.
2.5.
Op 5 maart 2019 heeft New Life vervolgens per e-mail het volgende aan verzoeksters bericht:

In mijn schrijven van 28 februari 2019 heb ik aangegeven dat de arbeidsovereenkomst binnen de proeftijd zal worden ontbonden. De proeftijd zou formeel eindigen op 5 maart 2019. Je treft gemakshalve in de bijlage nog een keer een kopie van deze brief aan. Ik wens je succes met het vinden van een nieuwe uitdaging.
In die bijlage staat vervolgens onder meer het navolgende:

Wij beëindigen het dienstverband op 28 februari 2019. Echter zullen we u op korte termijn een voorstel toedoen met aangepaste bepalingen. Een eindafrekening zal zo spoedig mogelijk volgen.
2.6.
New Life heeft het loon van verzoeksters vanaf ingangsdatum arbeidsovereenkomsten geheel onbetaald gelaten.

3.De verzoeken

3.1.
[verzoekster sub 1] , [verzoekster sub 3] en [verzoekster sub 2] verzoeken primair de vernietiging van de opzegging van hun respectieve arbeidsovereenkomsten, zulks voorwaardelijk, namelijk voor zover de arbeidsovereenkomsten al zijn opgezegd met een van genoemde berichten zijdens New Life. Tevens verzoeken zij - kort gezegd - New Life op te dragen om hen toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden en tot doorbetaling van het loon met wettelijke verhoging.
Subsidiair verzoeken zij New Life te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding en de zogenoemde onregelmatigheidstoeslag en doorbetaling van het loon met wettelijke verhoging.
Daarnaast verzoeken zij de veroordeling van New Life tot betaling van de wettelijke rente van de hiervoor genoemde bedragen en van de proceskosten.
[verzoekster sub 1] verzoekt daarnaast de veroordeling van New Life tot betaling van de buitengerechtelijke kosten en [verzoekster sub 3] verzoekt de veroordeling van New Life tot betaling van een reiskostenvergoeding.
[verzoekster sub 3] en [verzoekster sub 2] verzoeken primair tevens de veroordeling van New Life tot het plaatsen van een rectificatie op Facebook op straffe van verbeurte van een dwangsom alsmede om te bepalen dat New Life zich per direct zal onthouden van negatieve commentaren over hen richting derden en op Sociale Media, eveneens op straffe van een dwangsom.

4.De beoordeling

4.1.
Onweersproken staat vast dat geen van verzoeksters binnen de proeftijd een opzegging heeft ontvangen. Voorts is niet gebleken dat New Life ook maar gesteld heeft dat sprake is van een redelijke grond voor opzegging als bedoeld in art. 7:669 lid 1 BW of dat een ontslagvergunning is aangevraagd bij het UWV. Het heeft er dan ook sterk de schijn van dat New Life zich onvoldoende bewust is geweest van de wettelijke regels aangaande het opzeggen van een arbeidsovereenkomst. Voor zover er al sprake is geweest van een opzegging van de arbeidsovereenkomsten door New Life, dan zal die opzegging derhalve worden vernietigd, in alle drie de gevallen.
4.2.
Zoals ter zitting reeds te kennen is gegeven, dienen op grond van art. 29 FW de gedingen, voor zover die tijdens de faillietverklaring van New Life aanhangige rechtsvorderingen voldoening ener verbintenis uit de boedel ten doel hebben, te worden geschorst. Dit betekent dat de overige verzoeken thans niet voor toewijzing gereed liggen. Dat geldt ook voor de verzoeken aangaande de rectificatie op Facebook en het onthouden van negatieve commentaren op Social Media, enerzijds omdat daar geen belang meer bij bestaat omdat New Life failliet is en anderzijds omdat de verzochte dwangsommen eveneens vallen onder een rechtsvordering die een verbintenis uit de boedel ten doel hebben.
Verzoeksters zullen hun respectieve vorderingen ter verificatie aan de curator dienen voor te leggen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
vernietigt voor zover nodig de opzegging van de arbeidsovereenkomsten tussen New Life en verzoeksters;
5.2.
schorst de overige verzoeken ex art. 29 FW.
Deze beschikking is gewezen door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
RK