In deze zaak heeft de kantonrechter op 28 juni 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting Heemwonen en Kerff Bewindvoeringen B.V. De eisende partij, Heemwonen, vorderde de ontruiming van een woning die door [naam onderbewindgestelde] werd gehuurd. De huurovereenkomst was op 19 december 2018 gesloten, waarbij [naam onderbewindgestelde] zich had verplicht om zich als goed huurder te gedragen en geen overlast te veroorzaken. Heemwonen stelde dat [naam onderbewindgestelde] herhaaldelijk in gebreke was gebleven en overlast had veroorzaakt, ondanks meerdere waarschuwingen en huisbezoeken. De kantonrechter oordeelde dat de overlast ernstig en herhaaldelijk was, wat een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De rechter concludeerde dat de belangen van Heemwonen en de omwonenden zwaarder wogen dan het belang van [naam onderbewindgestelde] om in de woning te blijven. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met een ontruimingstermijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast werd Kerff, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten.