ECLI:NL:RBLIM:2019:6006

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 juni 2019
Publicatiedatum
28 juni 2019
Zaaknummer
7836856 CV EXPL 19-4242
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • E.P. van Unen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming woonruimte wegens overlast door huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter op 28 juni 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting Heemwonen en Kerff Bewindvoeringen B.V. De eisende partij, Heemwonen, vorderde de ontruiming van een woning die door [naam onderbewindgestelde] werd gehuurd. De huurovereenkomst was op 19 december 2018 gesloten, waarbij [naam onderbewindgestelde] zich had verplicht om zich als goed huurder te gedragen en geen overlast te veroorzaken. Heemwonen stelde dat [naam onderbewindgestelde] herhaaldelijk in gebreke was gebleven en overlast had veroorzaakt, ondanks meerdere waarschuwingen en huisbezoeken. De kantonrechter oordeelde dat de overlast ernstig en herhaaldelijk was, wat een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De rechter concludeerde dat de belangen van Heemwonen en de omwonenden zwaarder wogen dan het belang van [naam onderbewindgestelde] om in de woning te blijven. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met een ontruimingstermijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast werd Kerff, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 7836856 CV EXPL 19-4242
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 28 juni 2019
in de zaak van
de stichting
WONINGSTICHTING HEEMWONEN,
gevestigd en kantoorhoudend aan de Markt 52, 6461 ED Kerkrade,
eisende partij,
gemachtigde mr. C.J.P. Schellekens,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KERFF BEWINDVOERINGEN B.V., in haar hoedanigheid van bewindvoerder
over de goederen van
[naam onderbewindgestelde],
gevestigd en kantoorhoudend aan het Oranjeplein 7, 6461 AZ Kerkrade,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. B.H.S. Brinkman.
Partijen zullen hierna Heemwonen, Kerff en [naam onderbewindgestelde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de door Heemwonen nagezonden producties
  • de mondelinge behandeling van 27 juni 2019
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[naam onderbewindgestelde] heeft met Heemwonen een schriftelijke huurovereenkomst gesloten op grond waarvan hij per 19 december 2018 van Heemwonen huurt de woonruimte aan de [adres] te [woonplaats] (verder: de woning), tegen een bij vooruitbetaling verschuldigde huurprijs van thans € 541,00 per maand inclusief voorschot servicekosten. Op deze overeenkomst zijn de ‘Algemene Huurvoorwaarden huurovereenkomst zelfstandige woonruimte’ van toepassing (productie 1 bij exploot van dagvaarding).
2.2.
In de algemene huurvoorwaarden is onder andere bepaald:
“6.3. Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder
betaamt (…)
6.8.
Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in, rondom of in de directe nabijheid van het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden. (…)”
2.3.
Bij aanvang van de huur zijn partijen tevens een gedragsaanwijzing overeengekomen, waarin voor zover relevant is bepaald (productie 3 bij exploot van dagvaarding):
“ (…) Huurder onderhoudt de woning en overige gehuurde zoals het een goed huurder betaamt.
Huurder is hoofdelijk aansprakelijk voor de personen die hij/zij toegang geeft tot het gehuurde en zal ervoor zorgen dat deze personen geen overlast voor omwonenden veroorzaken. (…)
Huurder zal geen enkele vorm van overlast veroorzaken, met name geen geluidsoverlast door harde muziek en harde geluiden van televisie.
Huurder zal geen overlast veroorzaken door drugsgerelateerde zaken. (…)”
2.4.
De goederen van [naam onderbewindgestelde] zijn onder bewind gesteld. Bij beschikking van 14 augustus 2017 is Kerff Bewindvoeringen tot nieuwe bewindvoerder benoemd (productie 6 bij exploot van dagvaarding).

3.Het geschil

3.1.
Tegen de achtergrond van deze vaststaande feiten vordert Heemwonen de veroordeling van Kerff tot ontruiming van de woning en betaling van de proceskosten en nakosten.
3.2.
Heemwonen legt aan haar vordering ten grondslag dat [naam onderbewindgestelde] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst en zich niet als goed huurder heeft gedragen. Ondanks dat Heemwonen [naam onderbewindgestelde] meerdere malen heeft aangesproken op zijn overlast veroorzakende gedrag en er huisbezoeken hebben plaatsgevonden, treedt er geen verbetering op en blijft de overlast voortduren.
3.3.
Kerff heeft verweer gevoerd, waarop hierna voor zover relevant nader zal worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De huurovereenkomst verbiedt - en de verplichting zich als goed huurder te gedragen brengt mee dat de huurder zich onthoudt van - het veroorzaken van overlast, met name ook geluids- en stankoverlast (harde muziek, harde geluiden van televisie, schreeuwen, schelden, blaffende honden, bezoek na middernacht), aan omwonenden. Door dit te doen of niet te voorkomen dat het gebeurt, schiet [naam onderbewindgestelde] tekort in de nakoming van zijn verbintenis uit de huurovereenkomst. Deze tekortkoming rechtvaardigt de ontbinding van de huurovereenkomst. Als de tekortkoming ernstig is en in het belang van de verhuurder en de omwonenden - die de verhuurder het rustig huurgenot moet bieden en die daarop ook aanspraak maken - spoedig dient te eindigen, is het gerechtvaardigd om op de ontbinding vooruit te lopen door in kort geding de ontruiming te bevelen. Deze situatie doet zich hier voor.
4.2.
Op grond van het verhandelde ter zitting en de door Heemwonen overgelegde stukken is voorshands zeer aannemelijk dat [naam onderbewindgestelde] in en om het gehuurde voor ernstige en herhaalde overlast zorgt, zoals door Heemwonen gesteld. Uit de verklaringen c.q. klachtmeldingen van omwonenden aan Heemwonen blijkt dat er over een geruime tijd, vanaf 20 januari 2019, veelvuldig meldingen zijn binnengekomen en herhaaldelijk klachten zijn geweest van omwonenden omtrent gedragingen van [naam onderbewindgestelde] . Kerff ontkent dat [naam onderbewindgestelde] overlast veroorzaakt. De kantonrechter oordeelt dat deze blote ontkenning, afgezet tegen de in het geding gebrachte verklaringen, onvoldoende gemotiveerd is om aan te nemen dat van overlast geen sprake is geweest. De kantonrechter ziet geen aanleiding om aan de juistheid van de gestelde aard, omvang en ernst van de door omwonenden geuite klachten te twijfelen. De aard van de klachten is in de klachtmeldingen voldoende geconcretiseerd. Dat sprake is van een hetze tegen hem heeft [naam onderbewindgestelde] op geen enkele wijze onderbouwd en blijkt ook verder nergens uit. Dat het merendeel van de klachten afkomstig zijn van [naam 1] / [naam 2] en [naam 3] kan niet tot een ander oordeel leiden. Het is logisch dat zij als direct omwonenden (bovenburen en links bovenburen) de meeste overlast ervaren. Daarnaast hebben ook de linkerburen (familie [naam 4] ) geklaagd.
4.3.
De overlast is zowel wat betreft aard, duur als de omvang zodanig dat van Heem-wonen niet gevergd kan worden [naam onderbewindgestelde] langer het gebruik van het gehuurde te verschaffen en van de omwonenden (eveneens huurders van Heemwonen) niet gevergd kan worden zijn aanwezigheid als buurman nog langer te dulden. Afweging van het belang van [naam onderbewindgestelde] bij behoud van deze woonruimte tegen het belang van Heemwonen bij zijn ontruiming, leidt niet tot het oordeel dat de ontruiming achterwege dient te blijven. Hoe dan ook weegt het belang van Heemwonen en de omwonenden om op korte termijn gevrijwaard te worden van (de dreiging van) overlast zwaarder dan het belang van [naam onderbewindgestelde] om juist deze woning te behouden. De vordering wordt dus toegewezen. De ontruimingstermijn zal worden bepaald op veertien dagen na betekening van het vonnis. In hetgeen door [naam onderbewindgestelde] is aangevoerd, wordt geen aanleiding gezien om hem een langere ontruimingstermijn te geven.
4.4.
Kerff zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Heemwonen worden tot de uitspraak van dit vonnis begroot op:
- dagvaarding € 99,01
- griffierecht € 121,00
- gemachtigde salaris €
720,00
Totaal € 940,01
4.5.
De gevorderde nakosten zullen op de hierna onder 5.3. weergegeven wijze worden toegewezen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Kerff de woonruimte aan de [adres] te [woonplaats] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en ontruimd te houden met alle personen en zaken die zich daar vanwege [naam onderbewindgestelde] bevinden, met name [naam onderbewindgestelde] en dien eigendommen, en de woning onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Heem-wonen te stellen,
5.2.
veroordeelt Kerff in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Heemwonen tot op heden begroot op € 940,01,
5.3.
veroordeelt Kerff, onder de voorwaarde dat zij niet binnen twee weken na aanschrijving door Heemwonen volledig aan de veroordelingen onder 5.1 en 5.2. voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 100,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien vervolgens betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, met de kosten van dat exploot,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.P. van Unen en is in het openbaar uitgesproken.
CJ