2.1De rechtbank gaat bij de beoordeling uit van de volgende vaststaande feiten.
a. [eisers] hebben van (de rechtsvoorganger van) de stichting in 2007 gekocht en geleverd gekregen de voordien door hen van (de rechtsvoorganger van) de stichting gehuurde woning [adres] te [plaats] (hierna de woning). In de akte van levering van de woning (productie 1 dagvaarding) van 30 augustus 2007 is opgenomen:
“(…)
AANB1EDINGS-/TERUGKOOPPLICHT
Indien koper (…) het verkochte wenst (…) te vervreemden, onder welke titel dan ook, is (…) hij (…) verplicht dit te koop aan te bieden aan verkoper, casu quo zijn rechtsopvolger(s), die verplicht is/zijn het verkochte te kopen en in eigendom te aanvaarden.
De waarde zal in dat geval worden vastgesteld door een in onderling overleg aan te wijzen taxateur, (…)
Indien een van partijen deze verplichting niet of niet behoorlijk nakomt, dan wel handelt in strijd met deze verplichting, verbeurt deze ten behoeve van de andere partij een onmiddellijk opeisbare, niet voor rechterlijke matiging vatbare, forfaitaire schadevergoeding/boete van
vijftigduizend euro (…),“.
b. Het als productie 1 bij conclusie van antwoord overgelegde e-mailbericht van [naam medewerker makelaardij] van 13 april 2018, afkomstig van gewoonmakelaardij en gericht aan dhr. [naam medewerker gedaagde] van de stichting, houdt in:
“
De eigenaar van [adres] te [plaats] hebben besloten (…) tot verkoop van hun woning over te gaan conform de in de eigendomsakte gemaakte afspraken.
In de bijlage treft u mijn taxatierapport en berekening aan aangaande deze terugkoop.
Gelieve mij op de hoogte te stellen van het verloop van deze overname. (…)”.
c. Het als productie 2 bij conclusie van antwoord overgelegde e-mailbericht van [naam medewerker gedaagde] van 18 april 2018 en gericht aan [naam medewerker makelaardij] , houdt in:
“Wij hebben kennis genomen van uw taxatierapport en de berekening aangaande de terugkoop. Helaas kunnen wij dit taxatierapport niet gebruiken.
In de koopakte staat uitdrukkelijk vermeld dat de waarde vastgesteld wordt door een in onderling overleg aan te wijzen taxateur.
Wij stellen dan ook voor om in goed onderling overleg een taxateur aan te stellen die een NWI gecertificeerde taxatie uitvoert.
Ons voorstel is:
(…)
(…)
(…)
(…)
Wij verzoeken u (…) uw eventuele keuze aan ons door te geven. (…)”
d. Het als productie 3 bij conclusie van antwoord overgelegde e-mailbericht van [naam medewerker makelaardij] van 7 mei 2018 gericht aan dhr. [naam medewerker gedaagde] van de stichting, houdt in:
“
Ik denk dat [naam makelaar] (…) de meest passende keuze is en de familie [eisers] is op (…) 17 mei en (…) 18 mei beschikbaar. (…).”.
e. Het als productie 6 bij conclusie van antwoord overgelegde e-mailbericht van [naam medewerker gedaagde] van 22 mei 2018 en gericht aan [naam medewerker makelaardij] , houdt in:
“
Uw verzoek is doorgezet naar [naam makelaar] met het verzoek om via u contact op te nemen met de bewoners van de [adres] voor de taxatie. (…)
Uit uw mail begrijp ik dat [naam makelaar] geen afspraak heeft gemaakt. Ik ga hem hedenmorgen bellen met de boodschap om met de meeste spoed contact met u op te nemen.”.
f. Het als productie 5 bij dagvaarding overgelegde e-mailbericht van [naam medewerker makelaardij] van 10 juli 2018 gericht aan dhr. [naam medewerker gedaagde] van de stichting, houdt in:
“
Meneer [eiser sub 1] geeft aan dat hij graag wil weten waar hij aan toe is. We hebben 3 maanden geleden aangegeven dat de familie graag hun huis wil verkopen en tot op heden geen enkel concreet antwoord mogen ontvangen. (…)
Graag een oplossing voor de tekortkoming van [naam makelaar]”.
g. Bij brief van 24 juli 2018 (productie 6 dagvaarding) laat [naam medewerker makelaardij] op verzoek van [eiser sub 1] weten, voor zover van belang:
“(…)
In naam van de familie [eisers] heb ik op 5 maart 2018 voor de eerste maal contact gezocht met uw organisatie om de terugkoop van de woning te faciliteren (…). Na diverse malen dit verzoek te hebben uitgezet heb ik op 29 maart details over de te volgen werkwijze ontvangen.
13 april heeft u van mij een taxatierapport en de berekening ontvangen over de advieskoopsom van deze woning (…) in onderling overleg is besloten [naam makelaar] te verzoeken een taxatie uit te voeren. (…)
Tot op heden, ondertussen 9 weken verder, is er nog steeds geen duidelijkheid over de koopsom waarvoor de woning teruggekocht dient te worden.
De verkopers ervaren zeer veel stress omgaande deze situatie waarbij mevrouw [eiseres sub 2] letterlijk lichamelijke klachten ondervindt en zij hebben besloten niet langer te willen wachten op de woningbouwvereniging. Ze vinden de reactietermijn onredelijk en stellen bij deze een termijn van 14 dagen vanaf heden om een voorstel tot terugkoop aan te leveren, anders zullen zij de woning op de particuliere markt aanbieden aldaar Maaskant woning in gebreke is gebleven.
Conform Stichting Op Maat is bij Koopgarant de volgende werkwijze van toepassing: Biedt u de woning te koop aan de corporatie of ontwikkelaar, op het moment dat u de woning weer wilt verkopen, dan garandeert deze dat zij de woning binnen 3 maanden van u terugkoopt.
Gezien de heer [eiser sub 1] de corporatie 20 weken de tijd heeft gegeven om invulling te geven aan de koop is de woningbouwvereniging de partij die niet aan zijn verplichtingen voldoet zoals toentertijd vastgelegd in de eigendomsakte. Er zijn fixe boetes vastgelegd die van toepassing zijn bij het niet nakomen van de afspraken echter zullen we daar alsnu nog geen invulling aan geven echter behoud verkoper zich dit recht wel toe. (…)”.
h. Nadat de stichting na 22 mei 2018 [naam makelaar] tenminste nog twee maal heeft gerappelleerd, heeft de stichting het taxatierapport van de woning d.d. 7-8-2018 ontvangen op 7 augustus 2018 (zie productie 10 conclusie van antwoord).
i. Bij brief van 7 augustus 2018 (productie 11 conclusie van antwoord) van de raadsman van [eiser sub 1] laat [eiser sub 1] de stichting weten dat hij aanspraak maakt op de notarieel vastgelegde boete van € 50.000,-, omdat niet bevredigend is gereageerd op zijn sommatie van 24 juli 2018.
j. Bij brief van 8 augustus 2018 (productie 12 conclusie van antwoord) laat de stichting via haar raadsman (de advocaat van) [eiser sub 1] weten het taxatierapport te hebben ontvangen en dat rapport op 8 augustus 2018 te hebben doorgestuurd aan de makelaar van [eiser sub 1] , tezamen met het advies voor het aankoopbedrag. De brief eindigt met de mededeling “
Naar de mening van cliënte kan de verkoop nu vlot worden geregeld.”.
k. De stichting heeft op 29 augustus 2018 de woning van [eisers] gekocht (productie 13 conclusie van antwoord). De woning is 18 september 2018 aan de stichting geleverd (productie 13 conclusie van antwoord).