Uitspraak
4.De rechtbank overweegt als volgt.
8.Het beroep is ongegrond.
9.Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2019.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft eiser, werkzaam bij de Politie Limburg als Senior Tactische Opsporing, op 7 februari 2017 verzocht om plaatsing in de functie van operationeel specialist A (OSA) bij de Afdeling Analyse & Onderzoek. Eiser stelde dat hij deze functie sinds 1 juni 2013 vervulde op basis van een tijdelijke tewerkstelling. Het primaire besluit van 15 mei 2017 wees dit verzoek af, omdat eiser onvoldoende had onderbouwd dat hij voldeed aan de niveaubepalende elementen van de Landelijk Functiegebouw Nationale Politie (LFNP)-functie. Het bestreden besluit van 2 januari 2018 verklaarde het bezwaar ongegrond, waarop eiser beroep instelde.
De rechtbank heeft op 25 juli 2019 uitspraak gedaan. Eiser voerde aan dat zijn werkzaamheden overeenkwamen met die van de OSA en dat hij specialist was op het gebied van telecom. De rechtbank oordeelde echter dat eiser niet in overwegende mate voldeed aan de vereisten van de OSA-functie, met name op het gebied van beleidsinzet. De rechtbank concludeerde dat eiser zijn stelling dat hij voldeed aan de niveaubepalende elementen niet had onderbouwd met stukken. Ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel werd verworpen, omdat de rechtbank oordeelde dat er een niveauverschil was tussen eiser en zijn collega.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.