In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 28 januari 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting Meerssen en een gedaagde partij die in een duplexwoning huurde. De eiser, Woningstichting Meerssen, vorderde ontruiming van de woning van de gedaagde, omdat deze haar verplichtingen als huurder niet nakwam. De gedaagde had in de afgelopen periode meerdere keren geweigerd om medewerking te verlenen aan noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden, wat leidde tot een vervuilde en onveilige situatie in de woning. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde tekortschiet in haar verplichtingen, maar ook dat deze tekortkomingen van bijzondere aard zijn, aangezien de gedaagde mogelijk hulp nodig heeft. De rechter heeft daarom de primaire vordering tot ontruiming afgewezen, maar de subsidiaire vordering tot medewerking aan onderhoudswerkzaamheden toegewezen. De gedaagde is veroordeeld om haar medewerking te verlenen aan de noodzakelijke werkzaamheden en de kosten van de procedure zijn voor haar rekening gekomen.