3.1.Jongen vordert bij wijze van onmiddellijke voorziening bij voorraad:
[gedaagde sub 1] te veroordelen het gehuurde binnen acht dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en te verlaten, met machtiging van Jongen om dit desnoods op kosten van [gedaagde sub 1] te bewerkstelligen;
[gedaagde sub 1] te veroordelen tot betaling van € 69.828,97 (incl. btw), te vermeerderen met primair de contractuele rente van € 300,00 vanaf de vervaldata van de verschillende huurtermijnen tot de dag van voldoening, althans, subsidiair, de wettelijke handelsrente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van voldoening;
[gedaagde sub 1] voorwaardelijk te veroordelen tot betaling van de nog te vervallen huur van € 5.333,08 per maand (incl. btw) vanaf 1 juli 2019 tot de dag van ontruiming, eveneens te vermeerderen met (primair) de contractuele althans (subsidiair) de wettelijke handelsrente;
[gedaagde sub 1] te veroordelen tot betaling van € 7.777,80, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 juli 2018 tot de dag van voldoening;
[gedaagde sub 1] te veroordelen tot betaling van € 12.222,20, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van voldoening,
[gedaagde sub 1] te veroordelen tot betaling van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente en tot betaling van de nakosten;
de B.V. te veroordelen aan vorenstaande vorderingen te voldoen, indien mocht komen vast te staan dat de huurovereenkomst tussen [gedaagde sub 1] en Jongen door contractsovername is overgegaan op de B.V.