ECLI:NL:RBLIM:2019:8283

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 september 2019
Publicatiedatum
12 september 2019
Zaaknummer
7995490 CV EXPL 19-5782
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen tot heraansluiting van energie- en waterlevering op basis van zorgplicht en wanbetaling

In deze zaak heeft de kantonrechter op 10 september 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres], in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [onderbewindgestelde], en de gedaagden Enexis Netbeheer B.V. en Waterleidingmaatschappij Limburg N.V. [eiseres] vorderde dat Enexis en WML binnen 24 uur na betekening van het vonnis zouden overgaan tot heraansluiting van [onderbewindgestelde] aan het netwerk voor gas, stroom en drinkwater, onder verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van de gedaagden in de proceskosten. De achtergrond van de vordering is dat [onderbewindgestelde] met grote financiële problemen kampt en sinds 1 april 2019 onder bewind staat. Door wanbetaling zijn de leveringen van gas, stroom en water door Enexis en WML stopgezet.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van wanbetaling door [onderbewindgestelde], met openstaande nota's van ruim € 6.000,00 bij Enexis en ruim € 800,00 bij WML. De rechter oordeelde dat er geen wettelijke verplichting bestaat voor de gedaagden om een betalingsregeling met [onderbewindgestelde] overeen te komen. De door [eiseres] aangevoerde humanitaire gronden werden niet als rechtsgrond erkend voor heraansluiting. De rechter concludeerde dat de zorgplicht van Enexis en WML niet is geschonden, aangezien er contact is geweest met de schuldhulpverleningsafdeling van Enexis en [eiseres] niet heeft voldaan aan de voorwaarden van de ministeriële regeling voor kwetsbare consumenten. De vorderingen van [eiseres] zijn afgewezen en zij is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 7995490 \ CV EXPL 19-5782
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 10 september 2019
in de zaak van:
[eiseres] ,
kantoor houdend te [vestigingsplaats] ,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[onderbewindgestelde] , wonend ter [woonplaats] aan het [adres] ,
eiseres,
gemachtigde mr. L.N. Hermans,
tegen:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENEXIS NETBEHEER B.V,
gevestigd te ’s-Hertogenbosch,
gedaagde,
gemachtigde mr. J.P. Eydems,
en
2. de naamloze vennootschap
WATERLEIDINGMAATSCHAPPIJ LIMBURG N.V.,
gevestigd te Maastricht,
gedaagde,
gemachtigde mr. E. Rooms.
Partijen zullen [onderbewindgestelde] , [eiseres] q.q., Enexis en WML genoemd worden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaardingen voor Enexis en WML met producties 1 t/m 9
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 29 augustus 2019 waarbij [onderbewindgestelde] , bijgestaan door mr. Hermans en [eiseres] q.q. voornoemd, [naam vertegenwoordiger Enexis] voor Enexis bijgestaan door mr. Eydems voornoemd en [naam vertegenwoordiger WML] voor WML bijgestaan door mr. Rooms voornoemd zijn verschenen
- de pleitnota met 2 bijlagen van mr. Eydems voornoemd.
1.2.
[eiseres] q.q. heeft zich ter mondelinge behandeling gesteld waardoor [eiseres] q.q. als formele procespartij (eiseres) geldt.
1.3.
Tenslotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
[eiseres] q.q. vordert - samengevat – veroordeling van Enexis en WML om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis over te gaan tot heraansluiting van [onderbewindgestelde] aan het netwerk en van transport voor stroom en gas respectievelijk tot levering van drinkwater onder verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Enexis en WML tot betaling van de proceskosten.
2.2.
Enexis en WML voeren verweer.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
[eiseres] q.q. stelt dat [onderbewindgestelde] met grote financiële en persoonlijke problemen kampt en dat de goederen van [onderbewindgestelde] sinds 1 april 2019 onder bewind staan. [eiseres] q.q. legt aan haar vorderingen jegens Enexis ten grondslag dat tussen [onderbewindgestelde] en Enexis een overeenkomst tot transport van stroom en gas van de bij Enexis aangesloten energieleveranciers is gesloten. Essent was de energieleverancier van [onderbewindgestelde] en vanwege een betalingsachterstand heeft Essent de leveringsovereenkomst met [onderbewindgestelde] per 6 maart 2019 beëindigd. Enexis heeft [onderbewindgestelde] per gelijke datum bericht dat [onderbewindgestelde] van het netwerk zal worden afgesloten tenzij [onderbewindgestelde] het aan Enexis verschuldigde van € 6.208,00 of een substantieel deel daarvan zou betalen. Aangezien Enexis [onderbewindgestelde] van het netwerk heeft afgesloten kan [onderbewindgestelde] , ondanks het feit dat zij met een andere energieleverancier een overeenkomst heeft gesloten aan wie zij de maandelijkse voorschotten betaald, geen gas en stroom meer via Enexis betrekken. [onderbewindgestelde] heeft stroom nodig om haar insuline te koelen die zij vanwege haar chronische ziekte dagelijks moet spuiten. Door de afsluiting kan [onderbewindgestelde] evenmin haar etenswaren koelen en kan zij niet koken, televisie kijken of schoonmaken.
3.1.1.
Met WML heeft [onderbewindgestelde] een overeenkomst tot levering van drinkwater gesloten. Vanwege een betalingsachterstand van € 850,84 heeft WML sinds februari 2019 het water in de woning van [onderbewindgestelde] afgesloten en WML noch de incassogemachtigde van WML zijn bereid om een betalingsregeling met [onderbewindgestelde] overeen te komen. Tot op heden is [onderbewindgestelde] verstoken van gas, stroom en water. Ondanks het betalen van het door haar maximaal mogelijke weigeren Enexis en WML heraansluiting c.q. levering. Gelet op haar financiële omstandigheden zal [onderbewindgestelde] nooit aan de voorwaarden die Enexis en WML aan haar stellen (betaling van de openstaande nota’s) kunnen voldoen en zullen energie en water niet meer voor [onderbewindgestelde] beschikbaar zijn. Dat is niet humaan temeer niet nu Enexis en WML grote instanties zijn en in hun zorgplicht jegens [onderbewindgestelde] tekort zijn geschoten, aldus [eiseres] q.q.
3.2.
Enexis voert aan dat indien een energieleverancier aan de contractant te kennen geeft dat zij de energieovereenkomst na afloop van de contractperiode niet wenst voor te zetten of dat zij vanwege non-betaling de overeenkomst wenst te beëindigen, zij dat ongeveer veertien dagen voorafgaande aan de expiratiedatum aan Enexis meldt. Enexis maakt dan een zogenoemd LUCI-dossier aan. Een LUCI-dossier geeft aan dat op een bepaalde einddatum op een bepaald adres vooralsnog geen energieleverancier bekend is. Na twee schriftelijke aankondigingen wordt er telefonisch contact gezocht en vindt er een huisbezoek plaats. Daarna, binnen tien dagen voor het verstrijken van de expiratiedatum, wordt tot afsluiting van de aansluiting overgegaan. Gelet op de dynamiek in de energiewereld en het veelvuldig wisselen van leveranciers op aansluitingen wordt voormelde termijn niet altijd gehaald en komt het voor dat gedurende een beperkte tijd energieafname zonder contract plaatsvindt. Bij [onderbewindgestelde] zijn er vanaf 2008 periodes ontstaan waarin er zonder contract energie werd afgenomen en zijn er de afgelopen jaren ongeveer tien LUCI-dossiers aangemaakt. [onderbewindgestelde] gaf nimmer thuis als de monteurs van Enexis op het aangekondigde huisbezoek ten behoeve van de afsluiting aan de deur stonden en reageerde pas als er een gerechtelijke procedure dreigde en er een deurwaarder aan haar deur stond. Die omstandigheden doen ernstig afbreuk aan de normale, gebruikelijke en wenselijke vertrouwens- en samenwerkingsrelatie die zou moeten heersen tussen een aangeslotene en een netbeheerder. Enexis begrijpt dat [eiseres] q.q. een beroep doet op de ministeriele regeling “Regeling afsluitbeleid voor kleingebruikers van elektriciteit en gas”. Art. 5 van die regeling bepaalt dat het transport van elektriciteit en gas niet beëindigd mag worden tenzij er sprake is van wanbetaling en de kwetsbare consument niet binnen een redelijke termijn een verklaring van een arts die geen behandelend arts van de betrokkene is, kan overleggen om de zeer ernstige gezondheidsrisico’s aan te tonen (art. 5 sub f). Dat is niet gebeurd. De thans door [eiseres] q.q. aangeboden betalingsregeling van € 25,00 per maand is zonder opgave van de schulden van [onderbewindgestelde] en een prognose onacceptabel, aldus Enexis.
3.3.
WML sluit zich aan bij het door Enexis gestelde en voegt daar nog aan toe dat zij de gemeente over de wanbetaling van [onderbewindgestelde] heeft geïnformeerd en [onderbewindgestelde] heeft geattendeerd op het bestaan van schuldhulpverlening. Dat [eiseres] q.q. aangaf dat bij [onderbewindgestelde] sprake is van een zogenoemd negatief budgetplan leverde geen reden op om de levering van water niet af te sluiten. Haar incassogemachtigde heeft geen bericht van [onderbewindgestelde] of [eiseres] q.q. ontvangen over de thans aangeboden betalingsregeling van € 5,00 die overigens niet reëel is, aldus WML.
3.4.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de vordering.
3.5.
De kantonrechter stelt voorop dat er geen wettelijke bepaling bestaat die een schuldeiser verplicht om een betalingsregeling met een schuldenaar overeen te komen.
3.5.1.
Tussen partijen staat vast dat sprake is van wanbetaling, dat de openstaande nota’s ruim € 6.000,00 (Enexis) en ruim € 800,00 (WML) bedragen en dat [eiseres] q.q. niet heeft voldaan aan de voorwaarden als bepaald in art. 5 sub f van de eerdervermelde regeling waarmee een beroep door [eiseres] q.q. op die regeling strandt. Dat [eiseres] q.q. niet wist dat zij een verklaring van een niet behandelend arts diende aan te leveren maakt voorgaand oordeel niet anders.
3.5.2.
De door [eiseres] q.q. gestelde humanitaire gronden leveren geen rechtsgrond op op grond waarvan Enexis volgens de wet of overeenkomst verplicht is om [onderbewindgestelde] te her-aansluiten op haar elektriciteits- en gasnetten of op grond waarvan WML verplicht is tot levering van drinkwater. Verder is er geen sprake van het schenden van de zorgplicht door Enexis jegens [onderbewindgestelde] of [eiseres] q.q. Onweersproken staat immers vast dat de schuldhulpverleningsafdeling van Enexis in april 2019 met [eiseres] q.q. contact heeft opgenomen, dat [eiseres] q.q. toen heeft meegedeeld er op terug te zullen komen maar dat [eiseres] q.q. dat tot het uitbrengen van de dagvaarding op 22 augustus 2019 niet heeft gedaan. Uit productie 4 bij dagvaarding volgt dat de schuldhulpverleningsafdeling van Enexis bij e-mail van 6 juni 2019 een opgave van de openstaande vordering heeft verstrekt en die e-mail in kopie aan [eiseres] q.q. heeft verzonden. Dat Enexis volgens [eiseres] q.q. de plicht heeft om de gemeente te attenderen op problemen met contractanten baat [eiseres] q.q., zonder nadere toelichting waaruit dat volgt, niet. Uit de onweersproken gelaten stellingen van WML (r.o. 3.3.) volgt evenmin dat WML enige zorgplicht jegens [onderbewindgestelde] of [eiseres] q.q. heeft geschonden.
3.6.
Met inachtneming van het vorenoverwoge zullen de vorderingen worden afgewezen en zal [eiseres] q.q., als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure als nader in het dictum is bepaald.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen af,
4.2.
veroordeelt [eiseres] q.q., in de proceskosten aan de zijde van Enexis gevallen en tot op heden begroot op € 720,00, en aan de zijde van WML gevallen en tot op heden begroot begroot op € 720,00,
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken.
type: YT