De vordering is evenwel niet toewijsbaar, omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn stellingen niet aannemelijk heeft gemaakt. Sterker, uit de stukken zoals die door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn ingebracht en het verhandelde ter zitting volgt een ander feitencomplex dan zoals dat is geschetst in de dagvaarding (en door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] slechts is onderbouwd met mutaties van ABN Amro). Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is er nimmer sprake geweest van enige huurovereenkomst tussen hem en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] (en kan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om die reden geen huurovereenkomst overleggen).
Wél heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 13 september 2018 tot en met 30 april 2019 een deel van de woning in kwestie voor opslag en werkruimte verhuurd aan de ex-partner van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , mevrouw A. [naam ex-partner] . De bankmutaties die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij de dagvaarding opvoert ad € 710,00 komen volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van de rekening van [naam ex-partner] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ter onderbouwing van deze stellingen onder meer een huurovereenkomst met [naam ex-partner] (met kopie legitimatie van [naam ex-partner] ) ingebracht alsmede bijschrijvingen ad € 710,00 en € 300,00 op naam van [naam ex-partner] . Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft [naam ex-partner] , maar ook [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , nooit in de woning gewoond. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kwam eerst later in beeld, tegen het einde van het contract met [naam ex-partner] dat is geëindigd door het verstrijken van de overeengekomen duur. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wilde toen zijn inboedel verkopen en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft een bank en een kast gekocht voor € 1.800,00. De transacties op 11 april 2019 en 20 juni 2019, inderdaad afkomstig van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , zien volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op deze koopprijs. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ter staving hiervan een verklaring Overname goederen d.d. 10 april 2019 ingebracht alsmede bijschrijvingen op voormelde data op naam van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ad € 400,00. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat het gehuurde op 29 april 2019 leeg is opgeleverd na een inspectie samen met [naam ex-partner] , op de vogel na, die zou de dag erna zou worden opgehaald. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ter ondersteuning hiervan een Staat van oplevering d.d.
29 april 2019, ondertekend door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [naam ex-partner] , ingebracht. De vogel is evenwel nooit meer opgehaald. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kon niet langer voor hem zorgen. Hij heeft de dierenbescherming de vogel op 17 juli 2019 laten ophalen, waarvoor hij nog € 37,00 heeft betaald. Hij heeft ter onderbouwing hiervan een bankafschrift ingebracht. Hij heeft [naam ex-partner] destijds hiervan op de hoogte gesteld, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .