ECLI:NL:RBLIM:2019:8382

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 september 2019
Publicatiedatum
17 september 2019
Zaaknummer
03/048060-19
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal in vereniging van 99 mobiele telefoons bij MediaMarkt in Maastricht

Op 12 september 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal in vereniging. De verdachte, geboren in 1986 en gedetineerd in PI Limburg Zuid, werd bijgestaan door mr. C. van Oort. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 29 augustus 2019, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging, die inhield dat de verdachte samen met anderen op 8 oktober 2018 een inbraak had gepleegd bij de MediaMarkt in Maastricht, waarbij 99 mobiele telefoons werden gestolen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte, waaronder camerabeelden en WhatsApp-berichten die de verdachte en medeverdachten in verband brachten met de inbraak. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf werd verkregen door middel van braak. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht. De rechtbank overwoog dat de verdachte deel uitmaakte van een groep die naar Nederland kwam om in georganiseerd verband misdrijven te plegen, wat als 'mobiel banditisme' wordt aangeduid. De rechtbank vond dit een strafverzwarende omstandigheid en legde een forse gevangenisstraf op.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/048060-19
tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 12 september 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
gedetineerd in PI Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. C. van Oort, advocate kantoorhoudende te Utrecht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 29 augustus 2019. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte alleen of met anderen een inbraak bij de MediaMarkt heeft gepleegd waarbij 99 mobiele telefoons zijn weggenomen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring.
De officier van justitie heeft zich gebaseerd op de aangifte namens de MediaMarkt van een inbraak op 8 oktober 2018 waarbij een grote hoeveelheid telefoons is weggenomen, op het proces-verbaal van bevindingen ‘vluchtroute en sporen’, waarin de door de inbrekers veroorzaakte schade is beschreven, en op het proces-verbaal bevindingen ‘camerabeelden inbraak’. Er is sprake van een gerichte en goed voorbereide kraak: twee dagen vóór de inbraak heeft een voorverkenning plaatsgevonden. Dat het de verdachte en de twee medeverdachten zijn, blijkt volgens de officier van justitie op 12 december 2018. Op die dag neemt de aangever contact op met de politie en verklaart dat hij via het interne netwerk heeft vernomen dat op 9 december 2018 in de MediaMarkt in Utrecht drie verdachten op heterdaad zijn aangehouden voor winkeldiefstal. Op de foto’s van die winkeldiefstal herkent de aangever in de onderhavige zaak de personen van de voorverkenning op 6 oktober 2018 in Maastricht. De politie herkent de personen ook. De medeverdachte [medeverdachte 1] herkent zichzelf op de Utrechtse beelden en verklaart dat hij ook de verdachte meent te herkennen.
Op de door de politie in beslag genomen mobiele telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] worden een routebeschrijving, foto’s en een filmpje van de MediaMarkt in Maastricht, alsmede foto’s van stapels telefoons, bestellijsten en van de medeverdachten aangetroffen. Bovendien gaan de WhatsApp-gesprekken tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] over telefoons en prijzen. De WhatsApp-gesprekken tussen de medeverdachte [medeverdachte 1] en een (kennelijke) afnemer gaan over grote partijen telefoons die gebracht kunnen worden. Op de onder de verdachte in beslag genomen telefoon, die van de tenlastegelegde inbraak afkomstig blijkt te zijn, worden beelden van de medeverdachte [medeverdachte 2] en de verdachte samen aangetroffen. Ook op de in beslag genomen telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] staan foto’s van de drie verdachten samen en een foto van een van de gestolen telefoons die tevens in de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] staat.
In de woning van de medeverdachte [medeverdachte 1] ligt een opvallende tegelvloer, die overeenkomt met de vloer met daarop stapels mobiele telefoons zoals die op een foto op de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] is aangetroffen.
Ten slotte blijkt uit de ethernetscan dat op 8 oktober 2018 tussen 01:21 uur en 02:06 uur twee telefoonnummers meermaals verschijnen, die als contactpersonen staan opgenomen in de mobiele telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] .
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van het tenlastegelegde moet worden vrijgesproken.
Daartoe heeft zij, kort gezegd, aangevoerd dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, omdat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte in de MediaMarkt in Maastricht aanwezig is geweest, noch tijdens de vermeende voorverkenning op 6 oktober 2018, noch tijdens de inbraak op 8 oktober 2018. Bovendien blijkt uit het dossier onvoldoende dat sprake is geweest van een voorverkenning. Zelfs indien de verdachte een voorverkenning zou hebben uitgevoerd, dan kan medeplegen niet bewezen worden wegens onvoldoende gewicht van de bijdrage aan de diefstal (Hoge Raad 16 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3637). Volgens de raadsvrouw is op basis van de camerabeelden geen herkenning van het gezicht of van de kleding mogelijk, wijzen geen sporen in of rondom de Mediamarkt naar de verdachte en kan de inhoud van de telefoon van de verdachte niet in verband worden gebracht met de inbraak. Over het voorhanden hebben van een telefoon die op 8 oktober 2018 uit de MediaMarkt is gestolen, heeft de verdachte een niet onaannemelijke verklaring afgelegd, namelijk dat hij deze op een markt in Roeselare (België) heeft gekocht.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting komt het volgende naar voren.
Op 8 oktober 2018 kwam om 02:14 uur bij de politie een melding binnen in verband met een inbraakalarm bij de MediaMarkt in Maastricht. De verbalisanten zagen ter plaatse dat voor de hoofdingang van de MediaMarkt ten behoeve van de verbouwing een constructie was gebouwd met stalen en houten platen die was opengebroken. In het pand zagen zij dat op de afdeling ‘Telecom’ glazen vitrines kapot waren en er glas en doosjes van mobiele telefoons op de grond lagen. De vitrines waren leeg bij de mobiele telefoons van de merken ‘Apple’, ‘Samsung’ en ‘Huawei’. [naam aangever] heeft hiervan namens de MediaMarkt aangifte gedaan, waarin hij verklaart dat tijdens de inbraak 99 mobiele telefoons met een totale verkoopwaarde van €70.386,69 zijn ontvreemd. [2]
Op de camerabeelden van de MediaMarkt is te zien dat op 8 oktober 2018 om 02:04 uur drie personen de winkel in rennen. Een van de daders slaat de vitrines in met een klauwhamer en de andere twee daders beginnen tassen vol te laden. Om 02:05 uur lopen de drie daders met volle tassen weer terug naar buiten. Een van de daders draagt opvallende rode schoenen met witte neuzen. [3]
Op 6 oktober 2018 hebben de verdachte en zijn mededaders de Mediamarkt in Maastricht bezocht. [naam hoofdbeveiliger] , hoofdbeveiliger bij de MediaMarkt, heeft dit bezoek aangemerkt als een kennelijke voorverkenning voor de inbraak twee dagen later. Op de camerabeelden van de voorverkenning herkennen de verbalisanten verdachte en diens medeverdachte [medeverdachte 2] . Ook de rechtbank heeft de verdachte op de beelden herkend aan de vorm van het gezicht, de haarlijn, het postuur en de houding van de schouders. [4] Op de beelden is zichtbaar dat verdachte opvallende rode schoenen met witten neuzen draagt. Op de beelden is te zien dat de verdachte mobiele telefoons bekijkt en af en toe een telefoon uit het rek pakt. Na een nadere beschouwing wordt tevens de medeverdachte [medeverdachte 1] herkend. Op de beelden is te zien dat [medeverdachte 1] de verschillende telefoons bekijkt. [5]
In de Mediamarkt in Utrecht zijn op 9 december 2018 drie verdachten aangehouden wegens diefstal. Op de foto’s van de aangehouden verdachten herkent de verbalisant evenals de aangever in de onderhavige zaak de personen als dezelfde die op 6 oktober 2018 in Maastricht op voorverkenning waren. [6]
De mobiele telefoon van de verdachte blijkt afkomstig van de tenlastegelegde diefstal en is vanaf 10 november 2018 in gebruik genomen. Op de telefoon van de verdachte staan voorts foto’s van hem en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en een op 11 november 2018 gemaakt filmpje van een Mediamarkt in Middelburg. Ook staat op zijn telefoon een foto van een verpakking van een mobiele telefoon type S9plus. [7] Een telefoon van dat type is eveneens gestolen bij de tenlastegelegde diefstal.
Op de onder de medeverdachte [medeverdachte 1] in beslag genomen telefoon wordt een grote hoeveelheid foto’s en filmpjes aangetroffen, waaronder foto’s en filmpjes die een dag voor de inbraak gemaakt zijn van de vitrinekast op de afdeling in de MediaMarkt waar de telefoons gestolen zijn en van de hoofdingang die op dat moment verbouwd werd. Daarnaast is een foto aangetroffen van de verdachte en de medeverdachten waarop zij op 7 oktober 2018 omstreeks 21:51 uur samen in een McDonalds te zien zijn. De daarop volgende foto’s betreffen foto’s van diverse telefoons, gemaakt op de ochtend van de inbraak van 8 oktober 2018. Een van die foto’s op de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] betreft een foto van een Samsung telefoon met daarop een sticker met de tekst: “Not for sale”. Bij de inbraak is een hierop gelijkend showmodel weggenomen. Ook deze foto is op de dag van de inbraak gemaakt. Tevens zijn foto’s, gemaakt in de week na de inbraak, aangetroffen van stapels mobiele telefoons op een witte tegelvloer en van een handgeschreven opsomming van telefoonmodellen die als een bestellijst zou kunnen worden geïnterpreteerd. Ten slotte blijkt uit de uitgelezen en provisorisch vertaalde WhatsApp-berichten dat de medeverdachte [medeverdachte 1] contacten onderhield met – naar het zich laat aanzien – telefoonwinkels en communiceerde over modellen, kleuren en prijzen van een grote hoeveelheid telefoons. [8]
Op 28 februari 2019 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van de medeverdachte [medeverdachte 1] in [woonplaats] . De witte tegelvloer, de groene muur en de tafel in het appartement van de medeverdachte [medeverdachte 1] komen overeen met (achtergrond)kenmerken op een aantal foto’s van grote hoeveelheden telefoons, aangetroffen op de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] . [9]
De verdachte heeft tegenover de politie iedere betrokkenheid bij de inbraak in de Mediamarkt ontkend. Tegenover de hiervoor vermelde bewijsmiddelen, die laten zien dat er een voorverkenning was, dat de verdachte en de medeverdachten zich hebben geïnformeerd over de plaats van de MediaMarkt, over de entree en de plaats van de vitrinekasten met telefoons, de uitvoering van de diefstal in ongeveer één minuut, de foto’s van de telefoons op de vloer die gelijk is aan de vloer in het appartement van de verdachte heeft de verdachte geen enkele verklaring gegeven om de verdenking tegen hem te ontzenuwen. Ook op de terechtzitting bleef de verdachte ontkennen iets met de inbraak te maken te hebben gehad. Nadat de rechtbank hem had voorgehouden hem te hebben herkend op de beelden van 6 oktober 2018, die gelet op de het opvallend kijkgedrag van de verdachte naar de vitrines met mobiele telefoons ook volgens de rechtbank niet anders kunnen worden begrepen dan een voorverkenning, heeft de verdachte zich op zijn zwijgrecht beroepen. De rechtbank is van oordeel dat op grond van voornoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de inbraak in de MediaMarkt in Maastricht.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
op 8 oktober 2018 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met anderen
99 mobiele telefoons, die aan een ander dan aan verdachte en aan zijn mededaders toebehoorden, te weten aan de MediaMarkt, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen telefoons onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De verdachten hebben geen binding met Nederland en lijken slechts naar Nederland te komen om in georganiseerd verband misdrijven te plegen. Dit fenomeen wordt ‘mobiel banditisme’ genoemd. Vanwege de overlast en de maatschappelijke gevolgen moeten hogere straffen worden opgelegd dan de richtlijnen voor ‘reguliere’ bedrijfsinbraken voorschrijven.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen standpunt kenbaar gemaakt omtrent een eventuele strafoplegging.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een inbraak in de MediaMarkt in Maastricht. Hierbij is een grote hoeveelheid telefoons gestolen en daarbij is ook aanzienlijke schade toegebracht aan de winkel , doordat de verdachten de glazen vitrines met een klauwhamer hebben ingeslagen. De verdachte en zijn mededaders zijn doordacht en doortrapt te werk gegaan door twee dagen voorafgaande aan de inbraak op voorverkenning te gaan, waarbij de plaats delict met foto’s en filmpjes is vastgelegd. Op deze wijze wisten de daders gericht te werk te gaan en binnen één minuut 99 telefoons met een totale verkoopwaarde van ruim zeventigduizend euro te ontvreemden.
Uit het strafblad van de verdachte blijkt dat hij nadat dit feit is gepleegd nog drie winkeldiefstallen heeft gepleegd waarvoor hij inmiddels is veroordeeld. Uit deze veroordeling wegens winkeldiefstal en uit het onderhavige feit blijkt dat de verdachte en zijn medeverdachten tweemaal naar Nederland zijn gekomen om hier diefstallen (bij de MediaMarkt) te plegen. Een volgende diefstal stond wellicht in de planning, gezien de in het onderzoek aangetroffen foto van de MediaMarkt te Middelburg. Het lijkt er dan ook op dat de verdachte deel uitmaakte van een groep buitenlandse personen die, voor zover de rechtbank kan zien, geen enkele binding met Nederland had en die hier slechts kwam om te stelen. Dat fenomeen staat ook wel bekend als ‘mobiel banditisme’. De rechtbank ziet hierin een strafverzwarende omstandigheid. Voor het opleggen van een deels voorwaardelijke straf ziet de rechtbank geen aanleiding.
Met de officier van justitie, en indachtig het belang van de generale én de speciale preventie, is de rechtbank van oordeel dat als reactie op mobiel banditisme een forse gevangenisstraf een gerechtvaardigd uitgangspunt is. Gelet op de hoeveelheid en de waarde van de gestolen goederen acht de rechtbank de door de officier van justitie geëiste straf passend. Zij zal de verdachte dan ook veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is vermeld;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
- wijst af het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster, voorzitter, mr. M.M. Beije, mr. K.G. Witteman, rechters, in tegenwoordigheid van K.J.A. Colen, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 12 september 2019.
Mr. K.G. Witteman en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 8 oktober 2018 in de gemeente Maastricht,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
99 mobiele telefoons, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan
een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te
weten aan de Mediamarkt,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen
telefoons onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak en/of verbreking.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Zuid-West-Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2018153388-10, gesloten d.d. 10 mei 2019, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 589.
2.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2018, pagina’s 75 en 76, met in de bijlage foto’s op pagina’s 77 tot en met 80, en een proces-verbaal van aangifte d.d. 8 oktober 2018, pagina’s 81 en 82, met in de bijlagen specificaties van goederen op pagina’s 84 tot en met 98 en op pagina’s 99 tot en met 113, en een aanvullend proces-verbaal van aangifte d.d. 12 oktober 2018, pagina 120.
3.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 november 2018, pagina’s 139 en 140, met in de bijlage foto’s op pagina’s 143 tot en met 153, en een proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 oktober 2018, pagina 124.
4.Waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 29 augustus 2019
5.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 december 2018, pagina 154, een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 26 februari 2019, pagina 54, en een verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 augustus 2019.
6.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 januari 2019, pagina 164.
7.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2019, pagina 454.
8.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2019, pagina 171, met in de bijlage foto’s op pagina’s 173 tot en met 176, en een proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2019, pagina 177, en een proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 december 2018, pagina 300 en 301.
9.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2019, pagina 500, met in de bijlage foto’s op pagina’s 521 tot en met 528.