ECLI:NL:RBLIM:2019:8384
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor diefstal in vereniging van 99 mobiele telefoons bij de MediaMarkt wegens ontbreken van bewijs van betrokkenheid
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1996 zonder bekende woon- of verblijfplaats, heeft de rechtbank Limburg op 12 september 2019 uitspraak gedaan. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocate, mr. L. Schyns. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 29 augustus 2019, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar zijn gemachtigde raadsvrouw wel. De officier van justitie had gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastelegging, die inhield dat de verdachte samen met anderen een inbraak had gepleegd bij de MediaMarkt, waarbij 99 mobiele telefoons waren gestolen.
De officier van justitie baseerde zich op verschillende bewijsmiddelen, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen. De verdachte had op de beelden van de voorverkenning in de MediaMarkt verklaard dat hij daar was met de bedoeling te stelen, maar dit niet had gedaan. De verdediging stelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de inbraak. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de verdachte de medeverdachten kende en samen met hen in de MediaMarkt was geweest, er geen direct bewijs was dat hij betrokken was bij de inbraak op 8 oktober 2018.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit, omdat het bewijs niet voldeed aan de eisen van wettigheid en overtuigendheid. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier, K.J.A. Colen, en het vonnis werd uitgesproken in openbare zitting. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet als een van de daders van de inbraak kon worden aangemerkt, en dat de vordering tot gevangenhouding was afgewezen wegens onvoldoende ernstige bezwaren.