Uitspraak
RECHTBANK limburg
CeDo Recycling bv, te Geleen, verzoekster,
Procesverloop
Overwegingen
redelijk vermoedendat op grond van artikel 2.7a, tweede lid, van het Abm is vereist, heeft gebaseerd op diverse controles van toezichthouders van de RUD die zelf ter plaatse zijn geweest. Verweerder heeft hiermee naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter toereikend gemotiveerd dat er sprake is van een redelijk vermoeden dat door de activiteiten van verzoeksters bedrijf geurhinder bij geurgevoelige objecten niet tot een aanvaardbaar niveau wordt beperkt. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter staat hiermee vast dat verweerder bevoegd was het bestreden besluit te nemen.
bepalen van een aanvaardbaar niveau van geurhinderwordt ten minste rekening gehouden met de volgende aspecten:
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 september 2019.