In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 9 oktober 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting Maasvallei Maastricht en een gedaagde partij. De gedaagde, die in een tijdelijke huurovereenkomst met woonbegeleiding verkeerde, heeft zich niet als goed huurder gedragen. Dit blijkt uit meerdere incidenten, waaronder een gewelddadig voorval met een medewerker van de woningstichting. De woningstichting vorderde ontruiming van de woning van de gedaagde, alsook een gebiedsverbod van 150 meter rondom hun kantoor. De rechtbank oordeelde dat er een spoedeisend belang was voor de woningstichting, gezien de bedreigende situatie voor hun medewerkers. De gedaagde had zich niet gehouden aan de huurvoorwaarden en had zich agressief gedragen, wat leidde tot een lokaalverbod. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde binnen twee weken de woning moest ontruimen en hem een gebiedsverbod oplegde voor een jaar. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten.