Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding d.d. 20 september 2019
- de mondelinge behandeling ter zitting d.d. 30 september 2019.
2.De feiten
Incident dd. 21-08-2019:
Brandstichting
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 9 oktober 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Wonen Limburg en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. Wonen Limburg vorderde de ontruiming van de woning van [gedaagde] binnen drie dagen na betekening van het vonnis, vanwege verdenking van brandstichting en het exploiteren van een illegale seksinrichting. De procedure begon met een dagvaarding op 20 september 2019, gevolgd door een mondelinge behandeling op 30 september 2019.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [gedaagde] huurt sinds 15 mei 2009 een appartement van Wonen Limburg. In maart 2019 constateerde de gemeente Heerlen dat in zijn woning seksuele diensten werden aangeboden, wat leidde tot een last onder dwangsom. Wonen Limburg heeft [gedaagde] op 15 mei 2019 geïnformeerd over de schending van de huurovereenkomst. Op 21 augustus 2019 vond er een brand plaats in het appartementencomplex, waarbij [gedaagde] als verdachte werd aangemerkt. De politie vond een gasfles in zijn woning en er waren getuigen die bedreigingen van [gedaagde] rapporteerden.
De kantonrechter oordeelde dat de verdenkingen van brandstichting en de illegale seksinrichting voldoende waren om te concluderen dat [gedaagde] zich niet als goed huurder had gedragen. De rechter wees de vordering van Wonen Limburg toe en veroordeelde [gedaagde] tot ontruiming van de woning en betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Wonen Limburg het vonnis direct kan laten uitvoeren, ongeacht een eventuele hoger beroep.