ECLI:NL:RBLIM:2019:9120

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 oktober 2019
Publicatiedatum
10 oktober 2019
Zaaknummer
04/805012-11 (vordering verlenging TBS)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 8 oktober 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1976 en momenteel verblijvende in FPC De Rooyse Wissel. De vordering tot verlenging, ingediend door het openbaar ministerie op 12 augustus 2019, is behandeld in een openbare zitting op 24 september 2019. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een verlenging van de TBS met één jaar vroeg, toegewezen. De rechtbank baseerde haar beslissing op het advies van deskundigen, die wezen op de intellectuele beperkingen van de terbeschikkinggestelde, zijn alcoholverslavingsproblematiek en de noodzaak van begeleiding en structuur in zijn leven. De rechtbank concludeerde dat het recidiverisico bij beëindiging van de TBS hoog is en dat de terbeschikkinggestelde niet in staat is om zelfstandig te functioneren zonder de huidige ondersteuning. De rechtbank heeft daarom besloten de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met één jaar te verlengen, in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 04/805012-11 (vordering verlenging TBS)
Datum uitspraak : 8 oktober 2019
Tegenspraak
Beslissing van de meervoudige kamer op een vordering van het openbaar ministerie in het arrondissement Limburg
De op 12 augustus 2019 ter griffie van de rechtbank ingekomen vordering strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
thans verblijvende binnen FPC De Rooyse Wissel te Oostrum,
hierna te noemen [terbeschikkinggestelde] .
Raadsman is mr. M.F.M. Geeratz, advocaat kantoorhoudende te Venlo.

1.De stukken

In het dossier bevinden zich onder andere:
  • de vordering verlenging terbeschikkingstelling met verpleging van de officier van justitie d.d. 12 augustus 2019 met bovenvermeld parketnummer;
  • het advies van 29 juli 2019 van [naam deskundige 1] , Hoofd Behandeling, [naam deskundige 2] , psychiater en [naam deskundige 3] , adj. Directeur Behandeling en Zorg, plv. hoofd van de instelling, allen verbonden aan de inrichting waar betrokkene verblijft;
  • de wettelijke aantekeningen van 24 juni 2018 tot 12 november 2018; en
  • de voortgangsverslagen van de reclassering van 3 juli 2019 (periode 12 november 2018 t/m 12 december 2018), 4 juli 2019 (periode 12 december 2019 t/m 12 februari 2019) en 25 juli 2019 (periode 12 februari 2019 t/m 12 april 2019).
De vordering van de officier van justitie houdt in dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zal verlengen met één jaar.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 28 november 2012 is [terbeschikkinggestelde] ter beschikking gesteld. De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van
poging tot doodslag, gevolgd van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken,terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde delict betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De termijn van de terbeschikkingstelling is gaan lopen op 1 oktober 2013 en is laatstelijk voor de duur van één jaar verlengd op 2 oktober 2018.
De vordering van de officier van justitie is behandeld ter openbare zitting van deze rechtbank van 24 september 2019. Ter zitting zijn gehoord de officier van justitie, [terbeschikkinggestelde] , zijn raadsman en, als deskundigen, [naam deskundige 1] , verbonden aan De Rooyse Wissel en [naam deskundige 4] , verbonden aan SVG verslavingsreclassering.

3.Het standpunt van de inrichting

In voornoemd advies van de inrichting is, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende gesteld:
[terbeschikkinggestelde] is een man bij wie sprake is van intellectuele beperkingen gezien zijn disharmonisch intelligentieprofiel waarbij sprake is van een groot verschil tussen de verbale en performale intelligentie. Vanaf zeer jonge leeftijd is er sprake van alcoholverslavingsproblematiek. Verder is sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en borderline persoonlijkheidstrekken. [terbeschikkinggestelde] heeft een beperkte stresstolerantie en is duidelijk structuurbehoeftig.
[terbeschikkinggestelde] verblijft sinds 18 november 2013 binnen FPC de Rooyse Wissel. Sinds 9 februari 2015 heeft betrokkene een machtiging voor begeleid verlof en sinds 1 februari 2016 voor onbegeleid verlof. Op 3 mei 2016 is betrokkene overgeplaatst naar de interne pre-resocialisatieafdeling voor patiënten met een verstandelijke beperking. Op 24 januari 2017 is betrokkene met een transmuraal verlofkader, overgeplaatst naar een woon-unit van De Schakel. In december 2017 werd betrokkene wegens ongeoorloofde afwezigheid tijdelijke teruggeplaatst naar de kliniek. Na enkele maanden is hij herplaatst.
In november 2018 is het proefverlof van start gegaan. In december 2018 is [terbeschikkinggestelde] wederom niet open geweest over de invulling van zijn verlof en heeft hij wijzigingen niet gecommuniceerd met het behandelteam. Er volgde een verlofbeperking en een netwerkberaad waarbij nieuwe afspraken zijn gemaakt. In februari 2019 reed er in de nacht een auto het terrein op en vond er een overdracht plaats. [terbeschikkinggestelde] heeft, in eerste instantie geen, en later beperkt openheid van zaken willen geven over wat er bij deze overdracht is voorgevallen. Wederom volgde er een verlofbeperking en het behandelteam overwoog een overplaatsing naar de kliniek. Na diverse gesprekken met [terbeschikkinggestelde] heeft hij de draad weer opgepakt.
In mei 2019 heeft [terbeschikkinggestelde] een betaalde baan gekregen bij een hoveniersbedrijf en in juni 2019 is hij door de reclassering aangemeld bij RIBW De Vliet en heeft hij aldaar een intakegesprek gehad. Bekeken moet worden welke omgevingsprothese nodig is om het zelfstandig wonen te kunnen laten slagen
[terbeschikkinggestelde] verblijft momenteel op een afdeling van RIBW De Schakel, waarbij sprake is van een 24-uurs begeleide, deels zelfstandige woonsituatie binnen een groepswoning.
Op basis van historische gegevens is bij beëindiging van de tbs sprake van een hoog risico op recidive op termijn .
Op basis van de klinische items is er sprake van een laag/matig risico. [terbeschikkinggestelde] ziet in dat hij problemen met alcohol heeft en heeft zich voorgenomen abstinent te blijven. Er is sprake van wisselingen in stemmingen, deze leiden echter niet tot incidenten. Er is sprake van een zekere labiliteit in affect, gedrag en cognitie. [terbeschikkinggestelde] is snel van slag en zeer beïnvloedbaar, maar kan zich ook weer snel herpakken. Hij profiteert wel van behandeling, is behandeltrouw, gemotiveerd om het goed te doen en is in toenemende mate in staat spanningen op adequate manier bespreekbaar te maken en tijdig ondersteuning te vragen.
De risicohanteringsitems laten een hoog risico zien; er is sprake van een geringe kans dat plannen zullen slagen indien de maatregel van de terbeschikkingstelling op dit moment wordt beëindigd. Indien het tbs-kader wegvalt, is [terbeschikkinggestelde] volledig op zichzelf aangewezen. [terbeschikkinggestelde] is duidelijk structuurbehoeftig. Hij zal naar verwachting niet in staat zijn om zijn leven zelf te structureren en zal in stressvolle tijden alcohol kunnen gaan gebruiken wat leidt tot een afname van controle en een toename van antisociaal gedrag. Betrokkene is beperkt in staat hulp te vragen en oplopende stress zal niet tijdig gesignaleerd kunnen worden, waardoor dit kan opbouwen en de risico’s vergroten. Indien een en ander het schema wantrouwen/misbruik van betrokkene activeert, zal dit zijn inschattingsvermogen nog verder beperken wat de kans op recidive zal vergroten. Geconcludeerd kan worden dat het recidiverisico bij acute beëindiging van de TBS als hoog wordt ingeschat.
Betrokkene is structuurbehoeftig en gevoelig voor prikkels. Zonder de ondersteuning en begeleiding is er sprake van een hoog risico op recidive dan wel andere agressiedoorbraken. Binnen de huidige setting wordt over het algemeen een stabiel functioneren geobserveerd. Het huidige niveau van copingvaardigheden op het gebied van omgaan met stress en het voorkomen van middelengebruik worden als voldoende beoordeeld voor het verblijf in de huidige setting van F-RIBW De Schakel met een proefverlofkader. Echter bij het wegvallen van het huidige kader wordt ingeschat dat betrokkene onherroepelijk problemen zal gaan ervaren op het gebied van stress, coping, leefomstandigheden en middelengebruik.
Het is de inschatting dat [terbeschikkinggestelde] blijvend aangewezen zal zijn op een vorm van begeleiding. Op dit moment wordt onderzocht hoe de omgevingsprothese vormgegeven zal moeten worden gezien het belang van een geleidelijk en gefaseerd traject. Gelet op het wisselende verloop van het afgelopen jaar, wordt het verder doorlopen van het proefverlof als passend geacht.
Gezien het noodzakelijke toezicht op de behandeling van [terbeschikkinggestelde] en ook de intensiteit van de behandeling en de mogelijkheid tot snel ingrijpen, is het vooralsnog noodzakelijk dat deze vorm krijgt in de vorm van een proefverlof binnen het kader van de dwangverpleging. Echter, getuige ook het huidige proefverlofkader, wordt de noodzaak van plaatsing in het FPC niet meer gezien. Het is van belang dat de doorstroom op termijn naar een vervolgvoorziening, waarbij RIWB De Vliet een optie vormt, plaats zal vinden onder de vleugels van de kliniek.
Ter zitting heeft de deskundige, [naam deskundige 1] , zakelijk weergegeven, nog aanvullend verklaard:
[terbeschikkinggestelde] was aangemeld bij De Vliet, maar dat is geparkeerd omdat [terbeschikkinggestelde] niet altijd openheid van zaken geeft. [terbeschikkinggestelde] heeft zelf ook last van zijn leugens en hij is blij dat we hebben ingegrepen. Hij staat nu ook onder behandeling bij een psycholoog om over zijn verleden te praten. De verloven van [terbeschikkinggestelde] zullen worden uitgebreid. [terbeschikkinggestelde] werkt en dat gaat heel goed. Zijn werkgever is zeer tevreden over hem.
Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.
Ter zitting heeft de deskundige, [naam deskundige 4] , zakelijk weergegeven, nog aanvullend verklaard:
[terbeschikkinggestelde] heeft goede intenties, maar als zaken oplopen of onduidelijk worden, geeft hij invulling aan zijn eigen gedachtes en dan gaat hij dingen verzwijgen en leugens vertellen. Hij heeft een onvermogen om eerlijk te zijn. Onlangs heeft de reclassering een behandelplan opgesteld. Het is van belang dat [terbeschikkinggestelde] een duidelijke structuur heeft waarbij er korte lijnen zijn tussen de behandelaars om op die manier zoveel mogelijk spanning bij hem weg te halen zodat hij niet meer gaat liegen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft [terbeschikkinggestelde] gecomplimenteerd met het feit dat hij op de zitting zelf aangeeft dat hij hulp nodig heeft bij bepaalde dingen. Hij is de goede weg ingeslagen en dat heeft hij aan zichzelf te danken. Het is aan [terbeschikkinggestelde] om zich komend jaar te bewijzen.
Er is nog steeds sprake van een stoornis en het recidiverisico is op dit moment nog niet op een aanvaardbaar niveau. De officier van justitie handhaaft de vordering tot het verlengen van de maatregel met één jaar.

5.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman

[terbeschikkinggestelde] heeft -zakelijk weergegeven- het volgende naar voren gebracht:
Er zijn nog minpunten waar ik aan moet werken. De verloven gaan nu goed. Af en toe vergeet ik te bellen en soms denk ik, ik vertel het niet. Ik heb moeite om mensen te vertrouwen. Dat heeft te maken met mijn verleden met mijn vader. Ik ben geboren met haat en nijd waarbij mensen vol leugens zitten. Ik heb een vervelend leven gehad. De enekeer lukt het me om open en eerlijk te zijn en de andere keer lukt het me niet. Ik wil altijd open en eerlijk zijn, maar als ik vraag of mensen tijd voor me hebben en ze hebben dat niet direct dan klap ik dicht. Dat is niet goed en dat weet ik.
Ik ben het eens met het advies van de kliniek en ik ga komend jaar hard mijn best doen.
De raadsman heeft naar voren gebracht dat [terbeschikkinggestelde] zich kan vinden in het traject dat voor hem is uitgestippeld en daarom kan de verdediging zich verenigen met één jaar verlenging van de maatregel.

6.De beoordeling

De rechtbank verenigt zich met het verlengingsadvies van de kliniek en met de daarop ter zitting gegeven toelichting door de deskundige, [naam deskundige 1] , optredend namens voormelde inrichting en de deskundige [naam deskundige 4] van de reclassering.
Uit het advies volgt dat [terbeschikkinggestelde] een man is bij wie sprake is van een lichte verstandelijke beperking, met een groot verschil tussen de verbale en performale intelligentie. Vanaf zeer jonge leeftijd is er sprake van alcoholverslavingsproblematiek. Verder is sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en borderline persoonlijkheidstrekken. [terbeschikkinggestelde] heeft een beperkte stresstolerantie en is duidelijk structuurbehoeftig.
Blijkens het rapport is het recidiverisico bij het beëindigen van de maatregel op dit moment nog hoog. Wanneer de structuur, begeleiding en ondersteuning wegvallen, is de kans groot dat [terbeschikkinggestelde] weer terugvalt in delictgerelateerde gedragspatronen.
Er is sprake van een zekere labiliteit in affect, gedrag en cognitie. [terbeschikkinggestelde] is snel van slag en zeer beïnvloedbaar, maar kan zich ook weer snel herpakken. Hij profiteert wel van behandeling, is behandeltrouw, gemotiveerd om het goed te doen en is in toenemende mate in staat spanningen op adequate manier bespreekbaar te maken en tijdig ondersteuning te vragen. Hij zal naar verwachting en naar eigen zeggen niet in staat zijn om leven volledig zelfstandig te structureren.
Op dit moment gaat het goed. Er worden stappen gezet. Wel blijkt dat er nog een weg te gaan is. De rechtbank weegt mee dat de deskundige [naam deskundige 1] aangeeft dat voldoende passende begeleiding, controle en monitoring van oplopende spanningen nodig is om naar meer zelfstandigheid toe te werken. Proefverlof biedt daarvoor het beste kader. De rechtbank acht ook de weg der geleidelijkheid geïndiceerd.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist en dat een voorwaardelijke beëindiging thans nog niet aan de orde is.
De rechtbank is, met de deskundigen en de officier van justitie, van oordeel dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar geïndiceerd is.

7.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met verpleging van overheidswege met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.A.P. Hillen , voorzitter, mr. C. Wapenaar en
mr. dr. D.L.F. de Vocht, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.M.J.G.A. van Hinsberg, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 8 oktober 2019.
Buiten staat
Mr. W.A.P. Hillen, mr. dr. D.L.F de Vocht en de griffier zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.