In deze beschikking van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, wordt een verzoek behandeld van de Gemeente Maastricht, die als verzoekster optreedt, om een wijziging van een testamentaire last. Deze last is opgelegd door de erflater, die bij testament van 4 november 1968 zijn echtgenote als enig erfgename benoemde, met de verplichting om een stichting op te richten ter bevordering van kunst en cultuur in Maastricht. De stichting, genaamd 'Stichting [belanghebbende]', is opgericht op 3 augustus 1982 en heeft als doel de jaarlijkse opbrengsten van de nalatenschap aan te wenden voor de aankoop van muziekinstrumenten voor getalenteerde studenten van het Maastrichts Conservatorium.
Echter, door de teruglopende renteopbrengsten en de afname van aanvragen voor renteloze leningen, kan de stichting niet langer voldoen aan haar statutaire opdracht. Verzoekster stelt daarom voor om de doelstelling van de stichting te verbreden en een samenwerking aan te gaan met het Elisabeth Strouven Fonds, waarbij het financiële beheer in handen van het ESF komt. De rechtbank wijst verzoekster op een discrepantie in de nieuwe doelstelling van de stichting, waarbij het woord 'jong' niet is opgenomen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan en stelt verzoekster in de gelegenheid om deze discrepantie binnen 14 dagen te verduidelijken.
De rechtbank benadrukt dat bij de wijziging van de testamentaire last de bedoeling van de erflater zoveel mogelijk in acht moet worden genomen, en dat de rechter de last kan wijzigen of opheffen op basis van omstandigheden die na het overlijden van de erflater zijn ingetreden. De zaak is van belang voor de toekomst van de stichting en de ondersteuning van kunst en cultuur in Maastricht.