In deze zaak heeft de kantonrechter in kort geding op 23 oktober 2019 uitspraak gedaan over de vordering van eiser tot verwijdering van zijn persoonsgegevens uit het incidentenregister en het extern verwijzingsregister van Nationale Nederlanden. Eiser had een inboedelverzekering afgesloten en had in het verleden schadeclaims ingediend, maar Nationale Nederlanden had zijn gegevens opgenomen in de registers vanwege vermeende discrepanties in zijn verklaringen over de waarde van gestolen horloges. Eiser vorderde de verwijdering van zijn persoonsgegevens, stellende dat deze opname onterecht was en hem belemmerde bij het afsluiten van nieuwe verzekeringen.
De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de opname in de registers onterecht was. De rechter erkende dat een verzekeraar contractsvrijheid heeft, maar dat opname in een register onrechtmatig kan zijn als deze onterecht is. De rechter concludeerde dat de stellingen van eiser, die verwees naar vergeetachtigheid door medicijngebruik, niet voldoende waren om aan te tonen dat de opname onterecht was. Daarom werd de vordering tot verwijdering van de persoonsgegevens afgewezen. Eiser werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Nationale Nederlanden, die op € 720,00 werden begroot.