Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 7
- de mondelinge behandeling ter zitting van 31 oktober 2019.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert eiser, de zoon van gedaagde, een contact- en straatverbod tegen zijn vader, gedaagde, omdat deze hem en zijn partner lastigvalt. Eiser heeft in zijn jeugd traumatische ervaringen ondervonden door toedoen van gedaagde en heeft een lichte verstandelijke beperking. Eiser woont samen met zijn partner en haar twee jonge kinderen. Eiser heeft eerder een vonnis verkregen dat gedaagde verbood zich in de nabijheid van zijn woning te bevinden, maar na afloop van dit verbod heeft gedaagde eiser opnieuw lastiggevallen, waaronder het binnendringen van zijn woning en het doen van bedreigingen. Eiser heeft daarop een kort geding aangespannen om een nieuw contact- en straatverbod te verkrijgen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er voldoende grond is voor het opleggen van een contactverbod, omdat gedaagde een ontoelaatbare inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van eiser en zijn partner. Het gevorderde straatverbod kan niet worden toegewezen omdat eiser zijn huidige woonadres niet wil prijsgeven. De voorzieningenrechter wijst het contactverbod toe voor de duur van twee jaar, met een dwangsom voor elke overtreding. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 6 november 2019.