ECLI:NL:RBLIM:2020:10278

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 december 2020
Publicatiedatum
22 december 2020
Zaaknummer
C/03/285786 / BZ RK 20/2800
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • L. Bastiaans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 21 december 2020 heeft de Rechtbank Limburg een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van deze zorgmachtiging was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een neurobiologische ontwikkelingsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar aandoening, wat leidt tot verwaarlozing en risico's voor haar veiligheid. De betrokkene heeft een lange geschiedenis van verblijf in zorginstellingen en is volledig afhankelijk van zorg en begeleiding.

Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond via telehoren vanwege COVID-19, is de betrokkene gehoord, bijgestaan door haar advocaat, mr. A.J.M. Mertens, en een psychiater. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de huidige zorgmachtiging, die op 22 juni 2020 was verleend, afloopt op 22 december 2020 en dat er een nieuwe zorgmachtiging voor de duur van vierentwintig maanden noodzakelijk is. De rechtbank heeft de verzoeken tot verplichte zorg beoordeeld en vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is om zelfstandig te functioneren zonder begeleiding.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van vierentwintig maanden, tot en met 21 december 2022, en heeft daarbij de maatregelen goedgekeurd die noodzakelijk zijn voor de behandeling van de psychische stoornis van de betrokkene. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L. Bastiaans en schriftelijk uitgewerkt op 22 december 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Familie en jeugd
Zaaknummer: C/03/285786 / BZ RK 20/2800
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van
21 december 2020van de rechtbank Limburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz),
ten aanzien van
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonend te [woonplaats] ,
verblijvende te Vincent van Gogh kliniek voor ggz te Venray, locatie D’n Herk,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. A.J.M. Mertens.

1.Procesverloop

1.1.
Het verzoekschrift is ontvangen ter griffie van deze rechtbank op 2 december 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • het zorgplan d.d. 17 november 2020;
  • de medische verklaring opgesteld en ondertekend door [naam psychiater 1] , psychiater, d.d. 30 november 2020;
  • de zorgkaart d.d. 30 november 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur d.d. 1 december 2020.
1.2.
Vanwege het Coronavirus (COVID-19) en de maatregelen zoals deze door de overheid worden geadviseerd, behandelt de rechtbank urgente zaken zoals deze zaak door middel van telehoren. Dat wil zeggen dat betrokkene, de advocaat en de andere procesdeelnemers via een video/telefoonverbinding worden gehoord, om besmettingsrisico tegen te gaan. Door of namens betrokkene is hiertegen geen bezwaar gemaakt.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 december 2020 door middel van telehoren. De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • de heer [naam psychiater 2] , psychiater.
1.4.
De officier van justitie is niet gehoord.

2.Beoordeling

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank ten aanzien van betrokkene een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van vierentwintig maanden. De huidige zorgmachtiging is bij beschikking van 22 juni 2020 verleend en loopt tot en met 22 december 2020.
2.2.
Op grond van artikel 5:17 Wvggz in samenhang gelezen met het bepaalde in artikel 6:4 Wvggz verleent de rechter een zorgmachtiging indien naar zijn oordeel is voldaan aan de criteria voor verplichte zorg, bedoeld in artikel 3:3 Wvggz en het doel van verplichte zorg, bedoeld in artikel 3:4 Wvggz, onderdelen b tot en met e. De rechter neemt hierbij de algemene uitgangspunten van artikel 2:1 Wvggz in acht.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een neurobiologische ontwikkelingsstoornis (o.a. licht verstandelijke beperkingen en ASS).
2.4.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
  • ernstige verwaarlozing;
  • bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt;
  • de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Betrokkene heeft vanaf haar 12e levensjaar nagenoeg de hele tijd in zorginstellingen verbleven. Zij heeft een forse ontwikkelingsachterstand. Betrokkene is niet in staat om over haar levenssituatie te redeneren en leeft bij de dag. Zij heeft dag- en nacht aansturende zorg en begeleiding nodig. Zonder begeleiding verdwaalt betrokkene in het openbaar, ze loopt dan van het ene onderwerp naar het andere en verliest zichzelf hierin. Uiteindelijk is ze dan niet in staat om zelfstandig de weg terug naar huis te vinden. Zij moet voortdurend begeleid, aangestuurd en begrensd worden. Betrokkene is angstig om alleen naar buiten te gaan en alleen te wonen. Er zouden volgens haar inbrekers kunnen komen of moordpartijen kunnen plaatsvinden. Betrokkene kan ontremd en impulsief reageren waarbij ze grensoverschrijdend gedrag vertoont. Hierdoor veroorzaakt ze overlast en roept ze agressie over zichzelf af.
2.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van te stabiliseren heeft betrokkene zorg nodig
.
2.6.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.6.1.
Gebleken is dat er onvoldoende mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene is niet in staat om een zelfstandig leven te leiden, ze is 24 uur per dag afhankelijk van zorg en sturende begeleiding. Ten aanzien van het toedienen van medicatie werkt ze meestal mee maar komt het ook voor dat ze overtuigd moet worden medicatie te nemen of daarin juist moet worden begrensd. Betrokkene moet bovendien gedurende de dag aangestuurd en begrensd worden bij activiteiten. Zij laat zich niet altijd overtuigen terug naar de afdeling te gaan of haar gedrag aan te passen. Op die momenten moet zij worden beperkt in haar bewegingsvrijheid. Zowel ten aanzien van het toedienen van medicatie als het beperken van de bewegingsvrijheid is gelet op het voorgaande verplichte zorg nodig.
2.6.2.
Ten aanzien van de verzochte vorm van verplichte zorg ‘opnemen in een accommodatie’ is ter zitting besproken dat betrokkene juist uitdrukkelijk de wens uit om op de huidige verblijfafdeling te mogen blijven wonen. Zij wil niet worden losgelaten en wil nergens anders wonen. Het kan voorkomen dat zij moet worden gestuurd om naar de afdeling terug te keren, maar zij uit nooit fysiek of verbaal verzet tegen haar verblijf. Integendeel, zij benadrukt juist richting meerdere zorgverleners – zoals ook tegen de onafhankelijke psychiater bij het opstellen van de medische verklaring – dat haar hulpvraag is dat zij op de afdeling mag blijven wonen. Gelet hierop acht de rechtbank het, net als de advocaat, niet noodzakelijk dat deze vorm van zorg als verplichte zorg in de zorgmachtiging wordt opgenomen. De hiervoor onder 2.6.1. genoemde verplichte zorg ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ kan worden ingezet op het moment dat betrokkene sturing nodig heeft om terug te keren naar de afdeling of haar kamer.
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
De hiervoor onder 2.6.1. genoemde verplichte zorg is, gelet op de beoogde doelen, evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van vierentwintig maanden, aangezien sprake is van een aansluitende zorgmachtiging en gebleken is dat betrokkene de afgelopen vijf jaren onafgebroken verplichte zorg heeft gekregen. De zorgmachtiging geldt aldus tot en met 21 december 2022.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt voor de duur van vierentwintig maanden, aldus tot en met uiterlijk 21 december 2022;
3.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 21 december 2020 mondeling gegeven door mr. L. Bastiaans, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door M.T. Wolters als griffier, en op 22 december 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.