9.3.Verweerder was naar het oordeel van de rechtbank wel bevoegd om op het bezwaar te beslissen voor zover het primaire besluit is genomen vanwege het ontbreken van een gebruiksvergunning voor brandveilig gebruik, maar verweerder heeft in dit verband in het bestreden besluit geen last opgelegd of anderszins een besluit genomen. Verweerder deelt daarin weliswaar mede dat het de gebruiksvergunning als vereiste stelt, maar deze mededeling is geen besluit. Nu verweerder over de last in relatie tot de gebruiksvergunning geen besluit heeft genomen, is het beroep ook hierom gegrond.
Wie dient opnieuw te beslissen?
10. Er dient naar aanleiding van het bezwaar van eiseres alsnog een heroverweging van het primaire besluit plaats te vinden en een nadere beslissing te worden genomen over het primaire besluit en de kostenverhaalsbeschikking. De burgemeester dient dit te doen, nu het bezwaar is gericht tegen een besluit van de burgemeester, en in ieder geval ten aanzien van de last in relatie tot de exploitatievergunning. Ook verweerder dient nog te beslissen op het bezwaar, namelijk voor zover het primaire besluit is genomen in verband met het ontbreken van de gebruiksvergunning, waarvoor verweerder bevoegd is. De burgemeester en verweerder dienen bij hun nadere besluiten niet alleen met de bezwaargronden, maar tevens met de in dit beroep aangevoerde gronden rekening te houden. Daarbij zou ook moeten worden betrokken welke betekenis het gedeelte van de last, inhoudende het indienen van een ontvankelijke aanvraag voor een exploitatievergunning respectievelijk gebruiksvergunning, heeft naast het gedeelte van de last, inhoudende “Het pand gelegen aan de [adres] sluiten”, en of het indienen van een vergunningaanvraag vóór 15 november 2018 voldoende was om feitelijke sluiting te voorkomen. Verweerder dient daarbij voorts te bezien - zoals ter zitting is gebleken beschikt eiseres inmiddels over een gebruiksvergunning - of door het nemen van een beslissing op het bezwaar over de gebruiksvergunning er geen sprake is van het opleggen van een last met terugwerkende kracht, hetgeen niet is toegestaan.
De burgemeester en/of verweerder dienen tevens te beslissen over een vergoeding van de door eiseres in bezwaar gemaakte proceskosten.
Nu de burgemeester geen partij is in het onderhavige beroep, zijn de in de hierna op te nemen beslissing geformuleerde opdrachten gericht tot verweerder. Een van deze opdrachten is dat verweerder, met het oog op een effectieve geschilbeslechting en de rechtszekerheid, deze uitspraak aan de burgemeester ter kennis brengt.
11. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
12. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres in beroep gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.050,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 525,- en een wegingsfactor 1). Niet gebleken is van overige door eisers in verband met het beroep gemaakte, voor vergoeding in aanmerking komende kosten.