ECLI:NL:RBLIM:2020:28
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening omgevingsvergunning voor garageboxen in Roermond
Op 2 januari 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende een omgevingsvergunning voor het slopen en bouwen van garageboxen in Roermond. Verzoekster had een omgevingsvergunning verkregen voor het slopen van 31 oude garageboxen en het bouwen van 31 nieuwe garageboxen. Deze vergunning stond in rechte vast, maar de nieuw gebouwde garageboxen waren hoger dan de vergunde hoogte. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht, legde een bouwstop op en verzocht verzoekster om de overtredingen te beëindigen. Verzoekster maakte bezwaar tegen deze besluiten en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster niet kon aantonen dat er toestemming was gegeven om af te wijken van de vergunde hoogte, noch dat er sprake was van opgewekt vertrouwen. Desondanks werd het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen. De voorzieningenrechter overwoog dat de garageboxen al nagenoeg waren gerealiseerd en dat de resterende werkzaamheden geen invloed hadden op de hoogte. De bouwstop zou niet leiden tot het voorkomen van verdere overtredingen van de omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter schorste de besluiten van verweerder en droeg hem op het griffierecht en de proceskosten aan verzoekster te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging in bestuursrechtelijke procedures, waarbij de feitelijke situatie en de gevolgen van een bouwstop voor de verzoeker zwaarwegend zijn. De voorzieningenrechter concludeerde dat, hoewel er geen toestemming was voor de afwijking in hoogte, de belangen van verzoekster in dit geval zwaarder wogen dan die van verweerder.