ECLI:NL:RBLIM:2020:3758

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 mei 2020
Publicatiedatum
25 mei 2020
Zaaknummer
8464144 CV 20-1759
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot digitale werkomgeving en wedertewerkstelling van een ambtenaar tijdens arbeidsongeschiktheid

In deze zaak vorderde een ambtenaar van de gemeente Valkenburg, die arbeidsongeschikt was, toegang tot de digitale werkomgeving en wedertewerkstelling in haar functie als concernjurist. De ambtenaar stelde dat het onthouden van toegang tot de systemen en e-mail haar herstel belemmerde en dat dit als pestgedrag werd ervaren. De gemeente Valkenburg had echter aangegeven dat de ambtenaar weer toegang zou krijgen zodra haar re-integratie kon worden opgestart. De kantonrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor de vorderingen van de ambtenaar, aangezien zij nog steeds volledig arbeidsongeschikt was. De rechter concludeerde dat de gemeente in haar belang handelde door de ambtenaar af te schermen van mogelijk stress verhogende communicatie en dat de vorderingen van de ambtenaar om toegang te krijgen tot de systemen en om wedertewerkstelling afwezen moesten worden. De ambtenaar werd veroordeeld in de proceskosten van de gemeente.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 8464144 CV EXPL 20-1759
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 25 mei 2020
in de zaak van
[eiseres],
wonend aan de [adres] , [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. M.J. Aantjes,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL,
zetelend aan de Geneindestraat 4, 6301 HC Valkenburg aan de Geul,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. G.P.F. van Duren.
Partijen zullen hierna [eiseres] en de gemeente Valkenburg genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de door de gemeente Valkenburg ingediende producties
  • de akte houdende wijziging van eis
  • de conclusie van antwoord
  • de door de gemeente Valkenburg ingediende aanvullende producties
  • de mondelinge behandeling van 18 mei 2020 met de pleitaantekeningen van mr. Aantjes.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] , geboren op [geboortedatum] , is sedert 1 juli 2003 in dienst van de gemeente Valkenburg in de functie van concernjurist tegen een loon van laatstelijk € 5.067,00 bruto per maand exclusief vakantiebijslag.
2.2.
Tot haar taken behoort onder meer het geven van juridisch advies op het gebied van concern brede zaken, het voeren van het secretariaat van de commissie bezwaarschriften van de gemeente en het optreden als onafhankelijke klachtencoördinator / secretaris van de klachtadviescommissie.
2.3.
Sinds 1 januari 2020 is de heer [naam gemeentesecretaris] werkzaam als gemeentesecretaris / algemeen directeur bij de gemeente Valkenburg.
2.4.
[eiseres] heeft uit hoofde van haar functie kritiek geuit op de klachtbehandeling in de procedures [naam 1] en [naam 2] . Op 7 februari 2020 heeft zij de integriteit van de burgemeester bij [naam gemeentesecretaris] ter discussie gesteld. Op 10 februari 2020 uitte [eiseres] wederom haar zorgen over het niet agenderen van de stukken inzake de klachtzaak [naam 1] . Het meermaals geplande en door [naam gemeentesecretaris] toegezegde gesprek tussen [naam gemeentesecretaris] , de burgemeester en [eiseres] heeft om uiteenlopende redenen niet plaatsgevonden.
2.5.
Sedert het gesprek van 7 februari 2020 ervaart [eiseres] een verslechterde arbeidsverhouding met [naam gemeentesecretaris] .
2.6.
Omdat [naam gemeentesecretaris] meer inzicht wenst te verkrijgen in het takenpakket van de concernjurist, verzoekt hij [eiseres] (en collega [naam collega] ) om een overzicht op te stellen van de belangrijkste taken inclusief een schatting van de daarmee gemoeide tijdsbesteding.
2.7.
[naam gemeentesecretaris] is er niet van gecharmeerd dat [eiseres] op 12 maart 2020 zonder afspraak of vooraankondiging zijn kamer binnen kwam lopen.
2.8.
Op 23 maart 2020 heeft er een gesprek tussen [naam gemeentesecretaris] en [eiseres] plaatsgevonden. In het daarvan opgemaakte verslag staat voor zover relevant (productie B8):
“(…) [naam gemeentesecretaris] (toevoeging kantonrechter: [naam gemeentesecretaris] ) geeft aan dat hij het gesprek vanwege twee redenen wil voeren. Allereerst wil hij het hebben over de functionele indeling en de wijze waarop [eiseres] (toevoeging kantonrechter [eiseres] ) nu de rol van concernjurist invult. (…) Daarnaast (…) wil hij het met [eiseres] hebben over houding en gedrag. (…)
dat [eiseres] diverse ‘petten’ draagt: 1) klachtencoördinator; 2) mediator; 3) secretaris klachtenadviescommissie; en 4) inhoudelijke, of ten minste actieve rol als secretaris tijdens de hoorzitting (…) die vervolgens het pre-advies aan de commissie opstelt. (…) [naam gemeentesecretaris] geeft aan dat hij het opmerkelijk vindt dat deze rollen in één persoon worden verenigd (…) [naam gemeentesecretaris] geeft daarbij aan dat hij voornemens is de rollen anders in te delen en: 1) [eiseres] te ontheffen van haar rol als klachtencoördinator (…) 2) [eiseres] te vragen tijdens de hoorzitting geen actieve rol te spelen. (…)
[naam gemeentesecretaris] geeft tevens aan dat wat hem betreft, om de functie van concernjurist goed in te vullen, goede communicatieve vaardigheden, (bestuurlijke) sensitiviteit en inlevingsvermogen van groot belang zijn. (…) Een aantal zorgelijke, doch uniform klinkende signalen hebben hem vanuit de organisatie (…) bereikt over houding en gedrag van [eiseres] als collega.
(…) [eiseres] een hooghartige houding heeft (…) [eiseres] (…) voelt (…) zich snel aangevallen. (…) wordt flexibiliteit en meedenkend gemist. (…) men bij [eiseres] in haar rol als klachtencoördinator / mediator het gevoel krijgt heel (ver-)oordelend te worden behandeld.
(…) [eiseres] geeft aan deze signalen absoluut niet te herkennen. (…) Van haar leidinggevende heeft zij altijd goede beoordelingen gehad en te horen gekregen dat collega’s tevreden waren met haar adviezen en haar houding. [eiseres] geeft aan zich overvallen te voelen. (…) Zij vraagt naar de namen van collega’s. [naam gemeentesecretaris] geeft aan, deze namen niet kunnen vrijgeven, omdat de signalen in vertrouwen zijn gedeeld. (…)
[naam gemeentesecretaris] concludeert dat er wat hem betreft een verbetertraject dient te worden opgestart (…) gedacht kan worden aan een coachingstraject of een 360-graden-feedback.
2.9.
Op 27 maart 2020 heeft [eiseres] zich ziek gemeld.
2.10.
Vervolgens heeft er emailcorrespondentie plaatsgevonden tussen [naam gemeentesecretaris] en [eiseres] over de overdracht van werkzaamheden.
2.11.
Op 7 april 2020 heeft de bedrijfsarts een terugkoppeling aan de gemeente Valkenburg gegeven van het spreekuurbezoek van [eiseres] . Daarin staat voor zover relevant vermeld (productie 11 bij exploot van dagvaarding en productie B14 conclusie van antwoord):
“(…) Er zijn nu geen arbeidsmogelijkheden in eigen of aangepaste werkzaamheden.(…)
Er loopt een behandeltraject en op korte termijn is herstel te verwachten
nu nog niet aan te geven wanneer. (…)”
2.12.
De gemeente Valkenburg heeft [eiseres] per 9 april 2020 de toegang tot de gemeentelijke systemen en zakelijke e-mail ontzegd.
2.13.
In het terugkoppelingsadvies van de bedrijfsarts van 28 april 2020 staat voor zover relevant vermeld (productie B23 conclusie van antwoord):
“(…) zijn er nu geen arbeidsmogelijkheden. (…) Herstel is op termijn te verwachten, nu nog niet aan te geven wanneer. (…) Nu eerst werken aan herstel en als ze stabieler is adviseer ik leidinggevende om met haar in gesprek te gaan over de situatie in haar werk waar ze nu tegenaan loopt. (…)”
2.14.
Op 18 mei 2020 heeft de heer [naam directeur] , directeur van de gemeente Valkenburg, aan het college meegedeeld:
(…) Enkele weken daarvoor ben ik (…) door [naam gemeentesecretaris] geïnformeerd dat met [eiseres] een arbeidsconflict dreigde te ontstaan. In de tussentijd is met mij als directeur geen enkele informatie gedeeld. Ik heb niet mee kunnen denken, mee kunnen sturen om te voorkomen wat nu is ontstaan.
(…) Met stijgende verbazing heb ik vernomen hoe inhoudelijk en de wijze waarop, met haar gecommuniceerd is.
Dit alles had in mijn ogen voorkomen kunnen worden als bij aanvang meteen het door [naam gemeentesecretaris] toegezegde gesprek tussen haar en de burgemeester had plaats gevonden.
De zaak is volledig uit de bocht gevlogen en ik schaam mij over de wijze waarop wij als werkgever met haar zijn omgegaan. Ik heb al die jaren op een plezierige en professionele manier met haar gewerkt. De harde en kille aanpak heeft zij niet verdiend. (…)
Met als klap op de vuurpijl haar afsluiten van alle systemen? Het is uiterst intimiderend, alsof zij onder verdenking van fraude o.i.d. staat. Ik heb dit nog nooit meegemaakt en ik sta er niet achter. Is dit de nieuwe moraal van ons als werkgever?
(…) Ik kan niet achter de gevolgde handelwijze staan. (…)”

3.Het geschil

3.1.
Tegen de achtergrond van deze vaststaande feiten vordert [eiseres] bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- toelating tot de gemeentelijke systemen en zakelijke e-mail binnen 24 uur na het vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.500,00 per dag voor iedere dag of gedeelte van een dag dat de gemeente Valkenburg daarmee in gebreke blijft,
- veroordeling van de gemeente Valkenburg tot wedertewerkstelling van [eiseres] in haar eigen functie van concern jurist met alle daarbij behorende taken en bevoegdheden binnen 48 uur na betekening van de beschikking (kantonrechter leest hier:
‘vonnis’), zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van 2.000,00 per dag,
- veroordeling van de gemeente Valkenburg tot betaling van de proceskosten.
3.2.
De gemeente Valkenburg heeft verweer gevoerd.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna - voor zover relevant - worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Bij de beoordeling van het geschil komt eerst de vraag aan de orde of [eiseres] voldoende spoedeisend belang heeft bij de door haar ingestelde vorderingen. Het antwoord op deze vraag luidt naar het oordeel van de kantonrechter ontkennend.
4.2.
[eiseres] stelt - overigens zonder verdere onderbouwing - dat het onthouden van informatie haar stress en spanningsklachten bezorgt en haar herstel belemmert. [eiseres] wenst tijdens haar arbeidsongeschiktheid een vinger aan de pols te houden en geïnformeerd te blijven. Gemeente Valkenburg betwist dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde toegang tot de systemen en de wedertewerkstelling.
4.3.
Nu (ter zitting) geen andere omstandigheden zijn aangevoerd, is de kantonrechter van oordeel dat de gestelde omstandigheden niet van dien aard zijn, dat op dit moment sprake is van een situatie, die zodanig acuut of ernstig is dat van [eiseres] niet gevergd kan worden de uitkomst van een bodemprocedure af te wachten. Uit de terugkoppelingsadviezen van de bedrijfsarts blijkt dat [eiseres] volledig arbeidsongeschikt is.
Dat de beslissing van een werkgever om een werknemer de toegang tot alle systemen te ontzeggen in beginsel diffamerend kan zijn voor de betrokken werknemer en genoegdoening /erkenning herstel zou kunnen bevorderen, begrijpt de kantonrechter maar kan niet tot een ander (voorlopig) oordeel leiden.
Bovendien heeft de Gemeente Valkenburg in dat kader (ook ter zitting) steeds toegezegd dat [eiseres] wederom wordt toegelaten, zodra zij kan re-integreren, wil zij [eiseres] vooralsnog ook in haar belang juist afschermen van mogelijk spanning verhogende zakelijke mail en heeft zij er als organisatie - in verband met het overzicht - tenslotte ook belang bij dat [eiseres] gedurende haar arbeidsongeschiktheid niet aan dossiers werkt.
Gelet op het vorenstaande komt de kantonrechter niet toe aan de vraag of de gemeente Valkenburg [eiseres] de toegang tot de systemen en e-mail (on)terecht heeft ontzegd.
4.4.
Hetgeen hiervoor is overwogen, geldt mutatis mutandis ook voor de gevorderde wedertewerkstelling. Gelet op haar huidige arbeidsongeschiktheid heeft [eiseres] evenmin voldoende spoedeisend belang bij de gevraagde wedertewerkstelling binnen 48 uur na betekening van het vonnis.
4.5.
Gelet op het voorgaande zullen de vorderingen worden afgewezen. Hetgeen verder tussen partijen nog speelt, ligt gelet op de ingestelde vorderingen nu niet ter beoordeling voor, zodat de kantonrechter dit buiten beschouwing laat.
4.6.
[eiseres] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van de gemeente Valkenburg worden tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 720,00 aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van de gemeente Valkenburg tot op heden begroot op € 720,00 salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
CJ