Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 april 2020,
- de akte eiswijziging en overlegging producties van 6 mei 2020, met producties,
- de akte overlegging producties van 12 mei 2020 van PHC, met producties,
- de incidentele conclusie tot tussenkomst, subsidiair voeging,
- de akte overlegging producties van Zuyd,
- de mondelinge behandeling van 19 mei 2020, met de pleitnotities van PHC, de pleitnotities van Zuyd en de pleitnota van Kreuze.
2.De feiten
Offerteaanvraag Deel A
- De geraamde opdrachtwaarde lager is dan het van toepassing zijnde drempelbedrag voor een Europese aanbesteding. Daarnaast is er geen sprake van een duidelijk grensoverschrijdend belang. Zuyd vindt, met inachtneming van Voorschrift 3.4A Gids Proportionaliteit, de meervoudig onderhandse procedure de procedure de meest geschikte voor de onderhavige opdracht.
onder voorbehoud)
uiterlijk binnen 7 kalenderdagenna de datum van
de mededeling van de gunningsbeslissing.
eis en/of voorschriftvolledig moet worden voldaan. Het niet voldoen aan een
eis en/of voorschriftkan betekenen uitsluiting van verdere beoordeling en dat de inschrijver afvalt (
Knock-outcriterium).
3.Het geschil
27 maart 2020 en de herziene gunningsbeslissing van 28 april 2020.
27 maart 2020 en de herziene gunningsbeslissing van 28 april 2020.
4.De beoordeling
De spoedeisendheid
€ 980,00 (salaris advocaat). De rente en nakosten worden toegewezen, als in het dictum verwoord.
€ 980,00 (salaris advocaat). De rente wordt toegewezen, als in het dictum verwoord.
5.De beslissing
€ 157,00 zonder betekening van dit vonnis, verhoogd met een bedrag van € 82,00 in geval van betekening van dit vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, daarover vanaf de vijftiende kalenderdag na dagtekening van dit vonnis tot de dag der algehele betaling,